“De wet op de bossen is zeer gunstig voor ons. Die wet beschermt de belangen van de grote ondernemingen in deze sector”. Die uitspraak kwam deze zomer van Dimitri Tsjoeïko, directielid van de papierreus Ilim. Enkele dagen later teisterden hevige bosbranden Rusland van oost tot west. De zaak werd afgedaan als een gevolg van de hittegolf. President Dimitri Medvedev wees wel enkele lokale bestuurders als schuldigen aan voor het feit dat sommige bosbranden maar niet bedwongen raakten. Maar diezelfde Medvedev was in de jaren 1990 juridisch adviseur van Ilim en niet vreemd aan die “gunstige wet”.
Het was Vladimir Poetin, huidig premier, die in 2006 als president een wet door het parlement jaagde die wel niet direct de privatisering inhield, maar die wel tot gevolg had. Poetin, anders een felle voorstander van sterk centraal gezag, schoof de verantwoordelijkheid voor de 800 miljoen hectare wouden en bossen door naar de regionale besturen. De federale overheid gaf subsidies om die “verantwoordelijkheid op te nemen”.
Dat leidde in de praktijk tot het schrappen van 70.000 plaatsen in de boswacht. Maar ook tot het doorspelen van die “verantwoordelijkheid” aan enkele grote ondernemingen zoals papierreus Ilim die nagenoeg vrij spel kregen voor de ontginning van de wouden. Nieuw is die privatisering van de wouden wel niet. Vooral in Siberië zijn grote delen al in de jaren 1990, ten tijde van het presidentschap van Boris Jeltsin, in handen gekomen van Zuid-Koreaanse en Japanse houtontginners. Wat bijdroeg tot de snelle ontbossing van enkele regio’s en ook bijdroeg tot de opwarming van het klimaat.
Chimki
Het woud van Chimki, een van de zeven ‘luchtreserves’ uit de groene longen rond Moskou, is intussen symbool geworden van het verzet tegen de kapitalistische ontbossing. De regering wil een groot deel van dat woud kappen voor de aanleg van een nieuwe autoweg tussen Moskou en Sint-Petersburg.
De werken zijn half juli inderdaad begonnen. Maar de inwoners van de streek verzetten zich met hand en tand tegen die houtkap. De beweging kreeg steun van elders, militanten van de milieubewegingen, van radicaal-links, van diverse burgerbewegingen kwamen het verzet ondersteunen. Ze botsten op een felle gewelddadige repressie, niet alleen van de politie maar ook van privé bewakingsdiensten van de ondernemingen die een dikke stuiver verdienen aan die houtkap – waaronder de Franse onderneming Vinci. Talrijke actievoerders zijn opgesloten, er worden processen voorbereid waarop ze 7 jaar gevangenisstraf kunnen krijgen.
Privatiseringsgolf
Het vuur houdt intussen de privatiseringsgolf niet tegen. Poetin wekt wel de indruk dat de centrale staat de strategische sectoren van de economie in de hand wil houden. Maar eind juli is een nieuw plan voor grootscheepse privatiseringen aangekondigd. Tien grote staatsbedrijven worden gedeeltelijk geprivatiseerd
Terwijl de vlammen verder dorpen in as legden, kondigde Moskou aan dat elf grote overheidsondernemingen deels geprivatiseerd worden, voor een totaal geschat bedrag van meer dan 22 miljard euro. Het gaat onder meer om oliereis Rosneft, het elektriciteitsbedrijf Roeshydro, de bank VTB en de spaarkas Sberbank. Volgens sommge media zou ook oliebedrijf Transneft, de maatschappij voor maritiem vervoer Sovkomflot en enkele andere financiële instellingen op de verkooplijst komen.
Beloften
In de jaren 1990 kende Rusland onder Jeltsin “de plundering van de eeuw”. Een zeer groot deel van de collectieve eigendommen werd te grabbel gegooid aan de “oligarchen” , onder wie veel lieden uit de vroegere Sovjetnomenklatura en hun telgen, die zich als roofdieren op deze gigantische buit stortten.
Poetin had begin deze eeuw een groot deel van zijn populariteit te danken aan het feit dat hij de indruk gaf daar paal en perk willen aan te stellen. Maar Poetin stelde vooral orde op zaken, de oligarchen moesten zich aan bepaalde regels houden – waaronder de belofte zich buiten de politiek te houden. Oligarch Chodorkovsky hield zich daar niet aan en boet daarvoor nu in de cel.
De anderen worden beloond voor hun trouw. Volgens de krant ‘Vedomosti’ zijn alleen al de te privatiseren delen van de energiebedrijven minstens 40 miljard euro waard. Vandaar het sterke vermoeden dat de aangekondigde privatiseringen een voortzetting zijn van de plunderingen uit de jaren 1990. En vandaar ook het vermoeden dat vooral personen uit de omgeving van Poetin en Medvedev hier de kans krijgen m voor een appel en een ei grote stukken van ’s lands rijkdom te verwerven.
Kerk doet mee
Al staat in de Russische grondwet dat kerk en staat gescheiden zijn, in de praktijk is dat anders. Zowel Jeltsin als Poetin en Medvedev trekken zich van dat beginsel niets aan en hebben een stevige alliantie met de leiding van de Russisch-orthodoxe kerk die voluit meestapt in het “patriottisme” van het Kremlin. Wijlen patriarch Alexis II had er geen moeite mee de speciale eenheden voor chemische oorlogsvoering op weg naar Tsjetsjenië te zegenen. Svetlana Medvedeva, de vrouw van de president, steunt volop een project van de kerkleiding waaraan Stiag, een op militaire leest geschoeide “patriottische” jeugdvereniging, deelneemt.
Geen wonder dus dat die kerkleiding al twintig jaar mee profiteert van de plunderingen. Onder Jeltsin kreeg ze een grote onderneming van oliehandel voor een prikje. Nu is die kerk met hulp van de overheid de grootste privé eigenaar van gronden aan het worden. Er staat nog meer op stapel. In 2007 is een wet goedgekeurd voor de teruggave van de vroegere kerkelijke bezittingen. Premier Poetin betreurde onlangs dat die wet nog niet is uitgevoerd, maar dat is een kwestie van tijd.
(Uitpers nr. 123, 12de jg., september 2010)