De protesten en acties van de boeren in zowat heel Europa zijn wat gaan liggen. Voorbij zijn ze echter niet.
De analyses zijn gemaakt, hopelijk kunnen er ook goede lessen uit getrokken worden. Bij de Europese Commissie of in de Franse regering lijkt dat alvast niet te lukken. Zowel in Brussel als in Parijs wordt toegegeven aan de ‘backlash’ tegen het milieubeleid en dat voorspelt niets goeds. Uiterst rechts en andere behoudsgezinde krachten lachen in hun vuistje. De sociaal-economische veranderingen die nodig zijn om de mensheid op deze planeet te redden zijn niet voor meteen.
Er werd met de vinger gewezen naar de distributiesector, naar de regering en naar de Europese Unie. Deels terecht. De landbouw sector is echter bijzonder heterogeen en men kan de veehouders, groenteboeren en varkenskwekers beslist niet over één kam scheren.
Eén sector kwam nog nauwelijks aan bod in alle terechtwijzingen: de mondiale landbouwmarkt. Wat is de invloed van de grote transnationale handelsondernemingen op de markt? Zoals men weet wordt die markt gedomineerd door niet meer dan vier grote ondernemingen die zowat 70 % van de mondiale voedselmarkt voor hun rekening nemen.
UNCTAD (VN-Organisatie voor Handel en Ontwikkeling) wijdt in zijn jongste verslag een heel hoofdstuk aan deze markt en de resultaten zijn wel interessant.
Een eerste vaststelling is dat deze ondernemingen ontzettend veel winst hebben gemaakt in 2021-22.
Door de pandemie en daarna de oorlog in Oekraïne is de mondiale markt grondig door elkaar geschud. En net zoals voor energie zijn de prijzen sterk gestegen. Voor landen in het Zuiden betekende het in veel gevallen dat fundamentele rechten niet langer gerespecteerd werden.
Sommigen worden echter ook beter van die negatieve trend! Volgens UNCTAD zagen de vier grote handelsondernemingen – Bunge, Cargill, Archer Daniels en Louis Dreyfus – en negen bedrijven die meststoffen verhandelen hun winst stijgen van 14 miljard USDollar vóór de pandemie, tot 28 miljard USDollar in 2021 en 49 miljard USDollar in 2022. Zomin als in andere sectoren was ook hier géén sprake van enige ‘trickle down’. Voor de energiesector werden wel stemmen gehoord om die overwinsten te belasten, in deze sector van landbouwproducten echter niet.
UNCTAD schat dat 20 % van de voedselprijsinflatie in Europa een gevolg is van die overwinsten. Oxfam meent dan weer dat de gemiddelde overwinst van 18 voedsel- en drankmultinationals dubbel zo hoog is als de voedselhulp die nodig is in Oost-Afrika.
Deze multinationals staan zo bijzonder sterk dat er weinig tegen te beginnen is. Met de landbouwbedrijven werken ze met vaste contracten, zodat iedereen weet waar hij of zij aan toe is, maar waardoor boeren ook nooit van een prijsstijging kunnen profiteren. De multinationals domineren de markt mede dank zij hun beheersing van grote hoeveelheden data en door hun horizontale en verticale integratie. Tel er nog wat fusies en samenwerkingsakkoorden bij en het wordt duidelijk dat dit alles behalve een vrije markt is.
Speculatie
UNCTAD legt ook in detail uit hoe deze ondernemingen werken.
Ze zijn vandaag bijzonder actief op de niet-gereguleerde financiële markten. Er wordt ontzettend veel gespeculeerd, hoewel UNCTAD niet beweert dat dit rechtstreeks leidt tot prijsstijgingen. Wel beïnvloedt dit de markt- en prijsvolatiliteit en daarop wordt gespeeld om de prijzen te beïnvloeden. Deze multinationals hebben een geweldige opslagcapaciteit zodat ze goederen kunnen vrij geven of inhouden naargelang het hen uitkomt. Kortom, in feite zijn het geen handelsondernemingen meer maar financiële actoren met een doorslaggevend belang. Ze werken niet met voedsel als basisbehoefte voor mensen, maar als activa waarmee zo goed als alle regels kunnen omzeild worden. Zo konden ze handig gebruik maken van de verbodsbepalingen op de export in de Oekraïnecrisis. De graanprijzen liggen nu dubbel zo hoog als vóór COVID en de oorlog.
UNCTAD wijst er ook op dat de ‘dark markets’ en de ‘shadow banking’ waarop en waarin de voedselmultinationals actief zijn zo goed als niet gereguleerd worden. Er is geen enkele transparantie over de prijsvorming.
UNCTAD pleit dan ook voor regulering en transparantie. Dat kan zowel de boeren en de consumenten ten goede komen.
De mondiale voedselmarkt is een onmisbaar element voor elke analyse van de landbouwsector.