De schandalengolf rond Russiagate leek een tijdje geleden goed en wel vakkundig begraven. Zowel de Russische als de Amerikaanse (en in mindere mate Zwitserse) «speurders » waren tot de conclusie gekomen dat er hoogstens wat onregelmatigheden waren gebeurd bij de transfers van miljarden dollar Russisch maffiageld en smeergeld naar enkele fiscale paradijzen – via de VS.
Zowel de Russische president Poetin als de Amerikaanse president Bill Clinton en zijn vice Al Gore hadden een flink handje toegestoken om de zaak toe te dekken. Maar af en toe zijn er toch nog echte speurders die hun werk ernstig nemen. Een uitgebreide speuractie in enkele Europese landen vestigde in juni de aan dacht op een van de sleutelfiguren van deze enorme witwasserij: Marc Rich.
"Wanted by the Federal Bureau of Investigation, the US Customs Service and the US Marshal Service: Marc David Rich, born in Antwerp, Belgium, on December 18, 1934", staat op het Internet nog altijd te lezen, met daarbij een foto van de bewuste Rich die zowel de Amerikaanse, Spaanse als Israëlische nationaliteit heeft. In dat bericht van onder meer het FBI wordt gemeld dat een federale jury in 1983 Rich schuldig bevond aan meer dan vijftig aanklachten, waaronder bendevorming met het oog op afpersing, belastingsontduiking en handel met de vijand – in casu oliehandel met Iran in 1980. Er was een beloning uitgeschreven van 750.000 dollar voor inlichtingen die tot de arrestatie van Rich konden leiden.
Israëlische en Amerikaanse connecties
Marc Rich leefde daarop achttien jaar in "ballingschap" in Zwitserland van waaruit hij zijn contacten actief verzorgde. Hij kon onder andere rekenen op de actieve steun van de Israëlische premier Ehud Barak, van huidig minister van Buitenlandse Zaken Shimon Peres, van Nobelprijswinnaar (Vrede) Elie Wiesel en van Shabotai Shavit, lang chef van de geheime dienst Mossad.
Hij verwaarloosde evenmin zijn relaties in de Verenigde Staten zelf. Een van de allerlaatste daden van Clinton als president bestond erin Rich gratie te verlenen. De spons erover, zei Clinton, net vóór hij op 20 januari 2001 aftrad. Het deed een beetje denken aan de levenslange amnestie die Boris Jeltsin kreeg van Vladimir Poetin, maar in dat geval was het Poetins eerste daad als president.
"Had ik op voorhand geweten wat voor imagoverlies dat zou betekend hebben, ik zou het niet gedaan hebben", zei Clinton in april van dit jaar aan Newsweek. Het berouw kwam verdacht laat. Rich had om zijn zaak te bepleiten een advocaat genomen, Jack Quinn, die tijdens de eerste ambtstermijn van Clinton een van de juridische adviseurs van de president was. Maar hij had ook een beroep kunnen doen op het lobbywerk van zijn vroegere vrouw, Denise Eisenberg, die toevallig een goede vriendin was van Hillary Clinton. Gewezen mevrouw Rich stortte grote bijdragen voor de verkiezingscampagne van Hillary Clinton en van presidentskandidaat Al Gore. Intussen had advocaat Quinn aan Eric Holder, onderminister van Justitie, beloofd ervoor te ijveren dat hij onder Gore als president minister zou worden, waarop Holder zich in de discussie over mogelijke gratie "neutraal" had opgesteld… Het Witte Huis behandelde de aanvraag tot gratie in het grootste geheim, zodat de aanklagers die Rich hadden doen veroordelen, niet eens de kans kregen op het verzoek van de advocaat tot gratie, te antwoorden.
Bankier en oude bekenden
Kortom, dit was een zeer verdacht scenario. Maar de affaire zou allicht vergeten zijn geraakt zonder de jongste speurtocht naar het witwassen van Russisch maffiageld. Want Rich blijkt nu volgens speurders uit Bologna een sleutelfiguur te zijn van Nordex, een van de firma’s die miljarden dollar van Russische maffiagroepen en hun vrienden heeft helpen witwassen via de VS.
Nordex, en dus Rich, werkt vooral voor rekening van Gregory Loetsjansky, een van de belangrijkste peetvaders van de Russische maffia. Nordex is vermoedelijk ook op grote schaal gebruikt om zwarte fondsen van de nomenklatura naar het Westen te versluizen. Rich werkte daarnaast als ‘zakenman’ ook nauw samen met de gebroeders Lev en Michail Tsjernoi, de peetvaders van de Russische aluminiumsector waarin maffiabazen een bijzonder belangrijke rol spelen. Michail Tsjernoi verblijft al acht jaar in Israël waar hij nu beschuldigd wordt van belastingsfraude
De jongste jaren stond Rich vooral op goede voet met de belangrijke groep Alfa van Michail Fridman die erg nauwe banden heeft met president Poetin. In Frankrijk zijn de speurders ook op een andere vertrouwensman van Poetin gestoten, diens bankier Sergej Poegatsjev. De man wordt ook de kardinaal van het Kremlin genoemd omdat hij ook op zeer goede voet staat met de hiërarchie van de Russisch-orthodoxe kerk. Zijn bankimperium is bijzonder ondoorzichtig, maar misschien precies daarom maakten Jeltsin en zijn omgeving gebruik van die bank. De bankier is sinds vorig jaar ook lid van de Russische Federatieraad, zodat hij parlementaire onschendbaarheid geniet. Nogal wat Russische fondsen zouden via het circuit van Poegatsjev in West-Europa zijn geraakt, onder meer Frankrijk en België. En natuurlijk heeft Poegatsjev ook bankrekeningen in Monaco.
We komen andere oude bekenden tegen. Want Rich is ook directeur van de holding Glencore International die dan weer zeer nauw samenwerkt met Benex. In 1998 kwam aan het licht dat Benex een sleutelrol speelde in het versluizen van mogelijk tot 40 miljard dollar uit Rusland, afkomstig van maffiagroepen, de omgeving van Jeltsin en kopstukken van de oude Sovjet nomenklatura. Benex versluisde dat geld via de Bank of New York naar diverse fiscale paradijzen, waaronder talrijke Britse. Een deel van het geld wordt in West-Europa omgezet in luxeproducten waarvan een deel in de Moskouse winkels belandt.
Benex is een firma van de heer Semion Mogilevitsj, een Oekraïense maffiabaas die ook in ons land goed gekend is omdat hij vooraanstaande vrienden, het kruim van de Oekraïense politiek, hielp bij het witwassen en beleggen. Het was trouwens een Belgisch topdiplomaat,
Alfred Cahen, die in 1998 moest bekennen dat hij als Belgisch ere-ambassadeur in Parijs de Franse overheid had verzocht Mogilevitsj toch weer in Frankrijk (en de Schengenlanden) binnen te laten. Nochtans stond toen al jaren in gemakkelijk te verkrijgen rapporten (Internet bij voorbeeld) van het FBI en Belgische publicaties wie de heer Mogilevitsj was.
Transacties tussen Glencore International en Benex tonen aan dat Rich en Mogilevitsj samen betrokken waren en zijn bij Russiagate (dat dus nog altijd voortduurt).
Benex van Mogilevitsj is nu trouwens ook weer van de partij. Twee firma’s, Karma Trade (Frankrijk, waar deze firma welgeteld over één postbus op de Champs-Elysées beschikt) en Prima (Italië) versluisden grote bedragen die Benex vanuit New York doorstuurde. Dat circuit wordt ook al jaren gebruikt door de Russische maffiabende van Solntsjevo, geleid door Sergej Michajlov die jarenlang actief was in Antwerpen en Brussel – en dat waarschijnlijk via zijn dekmantelfirma’s nog is.
Intussen herinnert de betrokkenheid van Rich ook aan de nauwe banden die Al Gore als vice-president had met sommige Russische milieus. Vanaf 1993 had Gore de relaties met Moskou naar zich toegetrokken, wat leidde tot nauwe persoonlijke banden met Viktor Tsjernomyrdin, de man die als premier de juwelen van de Russische economie fraudeleus hielp privatiseren en er zelf zeer rijk van werd. Toen de CIA Gore een rapport bezorgde over het financiële reilen en zeilen van Tsjernomyrdin, gooide de vice-president dat volgens de Amerikaanse pers recht in de vuilmand. Idem voor alle rapporten over de vele miljarden dollar steun van het IMF en de Wereldbank die in de zakken van de Russische leiders verdwenen. Toen Russiagate in 1998 aan het licht kwam, bleken enkele kopstukken goede bekenden te zijn van Gore.
Criminalisering
De jongste ontwikkelingen brengen nogmaals enkele onrustwekkende feiten naar voor.
- Na de implosie van de Sovjet-Unie is er een galopperende criminalisering van de economie in een groot deel van Oost-Europa, gepaard gaande met een criminalisering van de politiek.
- Deze maffieuze milieus gebruiken op grote schaal het internationaal bankwezen om hun enorme opbrengsten wit te wassen. Vooraanstaande maffiosi en hun witwassers hebben blijkbaar geen moeite om in de VS en West-Europa medeplichtigen te vinden in financiële, juridische, politieke en diplomatieke milieus.
- Opvallend is ook de medeplichtigheid van Israëlische autoriteiten. Israël is bijzonder gul met het verlenen van Israëlische paspoorten aan kopstukken van het grote misdaadmilieu. Vooral Marc Rich heeft kunnen rekenen op de steun van het "internationaal joods establishment" – zoals enkele buitenlandse kranten schreven. (Ze weten blijkbaar niet dat het Centrum Leman op de loer ligt om hen aan te klagen wegens racisme).
- Al meer dan tien jaar waarschuwen internationale instanties (waaronder de VN en de G7) voor het gevaar van het massaal witwassen van misdaadgeld. De jongste speurtocht legt nogmaals bloot hoe er in de praktijk erg weinig tegen gedaan wordt. Het heeft misschien te maken met het feit dat zoveel legale instellingen dezelfde circuits gebruiken?
(Uitpers, juli-augustus 2002)
(Zie over Russiagate ook Uitpers van februari, april, mei, juni en november 2000).