Recentelijk heb ik de protestcampagne tav de leningen van het Israelische Dexia-filiaal ondertekend. Enigszins tot mijn verbazing kreeg ik onmiddellijk een reactiemail van vice-premier en minister van Financien, de heer Reynders, waarbij hij namens de heer Dehaene het Dexiastandpunt uiteenzette en impliciet verdedigde. Eveneens vermeldde hij nog zijn standpunt betr het Midden-Oostenconflict.
A REACTIEMAIL MINISTER REYNDERS
Kenmerk : DR/MBO
Geachte,
Hierbij bevestig ik de ontvangst van uw recente e-mail. Ik dank u van harte voor uw standpunt.
Ik deel u graag de informatie mee die de heer Dehaene, voorzitter van de raad van bestuur van Dexia, mij verstrekte in antwoord op mijn interpellatie over de financiering van Israëlische kolonies door de Israëlische dochteronderneming van Dexia.
De onderstaande informatie werd mij verstrekt:
« In het kader van zijn internationale ontwikkeling en in het verlengde van zijn historische activiteit van financiering van de lokale publieke besturen in Frankrijk en België, verwierf Dexia in 2001 Otszar Hashilton Hamekomi, een Israëlische financiële instelling die gespecialiseerd is in de financiering van lokale besturen en sindsdien omgedoopt is in Dexia Israël Bank Ltd.
Deze bank is actief op het hele Israëlische grondgebied en financiert, zonder onderscheid of discriminatie, de Joodse en Arabische gemeenten. Dexia Israël is de voornaamste verstrekker van kredieten aan de Arabische gemeenten; zij vertegenwoordigen 14,5 % van de uitstaande kredieten van de bank.
Sinds de overname van Otszar Hashilton Hamekomi door Dexia is het uitstaand bedrag van de leningen aan de nederzettingen afgebouwd om vandaag minder dan 1 % van het totaal te bedragen, tegen bijna 5 % ten tijde van de overname van de bank. »
De heer Dehaene bevestigde mij dat het uitstaand bedrag van de leningen aan de Israëlische kolonies waarnaar in de derde paragraaf wordt verwezen in de toekomst verder zal worden afgebouwd.
Zoals u weet, is Dexia geen staatsbank. Voor strategische beslissingen is ze volkomen onafhankelijk van de regering. Dat neemt natuurlijk niet weg dat ik de verbintenissen van de raad van bestuur van Dexia op de voet zal blijven volgen.
Tot slot kan ik u verzekeren dat ik het belangrijk vind duurzame vrede in de regio te vestigen. Dit doel kan enkel worden bereikt als Israël en de legitieme Palestijnse regering onder het voorzitterschap van Mahmoud Abbas en met de steun van de internationale gemeenschap opnieuw met elkaar in dialoog treden. In dat opzicht moeten alle vredebevorderende initiatieven worden toegejuicht en gesteund. U kunt er zeker van zijn dat ik in die richting zal blijven werken.
Ik blijf tot uw beschikking.
Hoogachtend,
Didier REYNDERS
Vice-eersteminister en minister van Financiën
B COMMENTAAR OP REACTIE MINISTER REYNDERS
AAN DE HEER REYNDERS
VICE-PREMIER EN MINISTER VAN FINANCIEN
Samenvatting:
In het kort komt mijn onderstaande betoog erop neer, dat de Dexia vermindering van de leningen aan de Israelische nederzettingen weliswaar verheugend is, maar dat ook de nog steeds verstrekte 1 % uiteraard uiteraard een schending van het Internationaal Recht blijft
Bovendien was er bij de overname sprake van 5 % lening, terwijl Dexia op de hoogte was van het illegale karakter van de nederzettingen. Toen al had tot directe stopzetting van die leningen moeten worden overgegaan.
Onderstaand de gehele reactie op uw mail
Geachte Excellentie,
Bij dezen vriendelijk bedankt voor uw reactie nav mijn protest tegen de financiering, door Dexia Public Finance Israel [uw filiaal] van de in bezet Palestijns gebied aanwezige Israelische nederzettingen.
Hoewel Dexia geen Staatsbank is, is er wel degelijk sprake van Belgische Staatsaandelen, hetgeen de Belgische Staat als zodanig medeverantwoordelijk maakt voor het Dexia financieel beleid en dat van haar filialen in het buitenland. Dit verklaart dan ook tevens uw reactie op mijn mail, waarin u mij de inhoudelijke reactie meedeelt van de voorzitter van de Raad van Bestuur, de heer Dehaene.
In onderstaande wil ik graag de vrijheid nemen in te gaan op de aan u door de heer Dehaene verstrekte informatie. Tenslotte zal ik nog nader ingaan op uw in uw slotalinea vermelde stellingname tav het Midden-Oostenconflict.
Voor alle duidelijkheid zal ik gebruik maken van de belangrijkste citaten uit uw mail
A LENINGEN AAN DE NEDERZETTINGEN
TAV DE INVESTERINGEN VAN HET DEXIAFILIAAL IN DE ISRAELISCHE NEDERZETTINGEN EN HET OVERNAMEBELEID DOOR DEXIA
1 Uw citaat [namens de heer Dehaene]
”In het kader van zijn internationale ontwikkeling en in het verlengde van zijn historische activiteit van financiering van de lokale publieke besturen in Frankrijk en België, verwierf Dexia in 2001 Otszar Hashilton Hamekomi, een Israëlische financiële instelling die gespecialiseerd is in de financiering van lokale besturen en sindsdien omgedoopt is in Dexia Israël Bank Ltd.”
…………………
………………….
”Sinds de overname van Otszar Hashilton Hamekomi door Dexia is het uitstaand bedrag van de leningen aan de nederzettingen afgebouwd om vandaag minder dan 1 % van het totaal te bedragen, tegen bijna 5 % ten tijde van de overname van de bank. »
De heer Dehaene bevestigde mij dat het uitstaand bedrag van de leningen aan de Israëlische kolonies waarnaar in de derde paragraaf wordt verwezen in de toekomst verder zal worden afgebouwd.”
Hoewel het mij verheugt, dat het uitstaand bedrag van de leningen aan de nederzettingen van 5 % naar 1 % is teruggebracht, dient in de eerste plaats te worden opgemerkt, dat Dexia er zich bij de overname van Otszar Hashilton Hamekomi, wel degelijk van bewust was, dat er sprake was van een lening van 5 % aan de nederzettingen in bezet Palestijns gebied.
2 Mijn reactie
Tav de leningensituatie bij de overname
Over het illegale karakter van deze nederzettingen, alsmede de wijze, waarop zij tot stand zijn gekomen [door massale Palestijnse landonteigeningen] behoef ik u niet in te lichten.
Dienaangaande behoorde het dan ook tot de morele en internationaalrechtelijke verplichting van Dexia, direct bij de overname de leningen aan de nederzettingen stop te zetten, hetzij in het andere geval niet tot overname over te gaan.
Tav de huidige leningensituatie
Waarschijnlijk ter rechtvaardiging van het huidige leningenbeleid van het Dexiafiliaal vermeldt de heer Dehaeme, dat het leningenpercentage in de loop van de periode is teruggebracht naar 1 % en nog verder zal worden afgebouwd.
Hoewel dit uiteraard verheugend is, wil ik graag het volgende opmerken
Uit bovenstaande wordt niet duidelijk, of de leningen in het geheel zullen worden stopgezet, of slechts een nog geringer percentage bedragen.
Essentiëler echter is het feit, dat er weliswaar een vermindering van die leningen is, maar zij niettemin nog steeds worden verstrekt aan nederzettingen op bezet Palestijns gebied, die niet alleen in strijd zijn met het Internationaal Recht, maar bovendien voor tienduizenden Palestijnen desastreuze gevolgen hebben gehad, niet alleen betreffende de genoemde landonteigeningen, maar eveneens van de agressieve bejegening van de Palestijnse burgerbevolking, waaraan een aantal nederzettingen zich schuldig hebben gemaakt en nog maken.
Zolang er geen sprake is van een directe en onvoorwaardelijke stopzetting van alle leningen aan de nederzettingen, blijft niet alleen Dexia en haar filiaal, maar eveneens de Belgische Staat mede-verantwoordelijk voor de schendingen van het Internationaal Recht.
B UW OPMERKINGEN TAV HET MIDDEN-OOSTENCONFLICT
Uw citaat:
”Tot slot kan ik u verzekeren dat ik het belangrijk vind duurzame vrede in de regio te vestigen. Dit doel kan enkel worden bereikt als Israël en de legitieme Palestijnse regering onder het voorzitterschap van Mahmoud Abbas en met de steun van de internationale gemeenschap opnieuw met elkaar in dialoog treden. In dat opzicht moeten alle vredebevorderende initiatieven worden toegejuicht en gesteund. U kunt er zeker van zijn dat ik in die richting zal blijven werken.”
Hoewel het verheugend is, dat u een bijdrage aan de vrede in het Midden-Oosten wilt geven, maakt u zich met uw opmerking tav een ”dialoog” tussen premier Abbas en Israel impliciet schuldig aan partijdigheid tav Israel en schending van het Internationaal Recht.
Volgens het Internationaal Recht namelijk diende Israel zich reeds volgens VN Veiligheidsraadsresolutie reeds in 1967 terug te trekken uit alle in de juni-oorlog veroverde gebieden, waaronder de Palestijnse
Het is dus mi niet zaak, op te roepen tot een ”dialoog”, maar tot een Europese oproep aan Israel, zich onverwijld terug te trekken en zo de reeds bijna 42 jaar durende bezetting te beëindigen.
Eveneens bent u zich bewust van de VN Veiligheidsraadsresoluties dd 1979 en 1980 betr de nederzettingen en dient de EU aan te dringen op directe en onvoorwaardelijke ontmanteling van alle in bezet gebied gebouwde nederzettingen.
Tenslotte laak ik het, dat u weliswaar president Abbas noemt als Palestijnse partij in het Midden-Oostenconflict, maar niet eveneens Hamas hebt genoemd als partij in het conflict, ondanks de in 2006 behaalde democratische verkiezingsoverwinning en wettig gevormde Hamas-regering, die sindsdien door de VS en EU wordt geboycot.
Het is deze EU opstelling, die de EU weinig geloofwaardig maakt als onpartijdige of bemiddelende factor in het Midden-Oostenconflict
EPILOOG:
Het zal u uit mijn bovenstaande reactie zijn duidelijk geworden, dat ik de standpuntbepaling van de heer Dehaene als oneigenlijk verwerp, aangezien er nog steeds sprake is van leningen aan de nederzettingen, ondanks de vermindering.
Ik blijf er daarom bij, dat de enige juiste Dexia stellingname dient te zijn het per direct beëindigen van alle leningen aan de nederzettingen.
En dit tenslotte, hoewel Dexia geen Staatsbank is, is ook de Belgische Staat politiek en moreel medeverantwoordelijk, vanwege haar aandelen in Dexia.
Ik spreek dus de hoop uit, dat u zich er als politicus voor wilt inzetten, Dexia te bewegen, de leningen aan de nederzettingen per direct stop te zetten
Ik ga ervan uit, dat u zich hiervoor op positieve wijze zult willen inzetten.
Vriendelijke groeten
Astrid Essed
Florijn 444
1102 BA Amsterdam [Z-O]
(Uitpers, nr. 110, 10de jg., juni 2009)