Theoloog en antropoloog Jonas Slaats (37) toert momenteel door de Lage Landen om zijn recentste publicatie te promoten. In Fast Food Fatwa’s legt Slaats een aantal verbanden bloot die zelden gelegd worden over de hedendaagse spanningen die aan de islam worden gerelateerd. En over de vele ongefundeerde mythes rondom het begrip religie in het algemeen gaat hij gespeend met een eigenzinnig sappig taalgebruik.
Een boek over salafi’s en petro-islam, over offerfeesten en boerka’s, over soefi’s en politieke mystiek, over kromzwaarden en Killing Fields, over rede en geloof. Over de kruistochten, de bommen op Hiroshima, het rampenkapitalisme of over de Taliban in ieder van ons. En vooral over de manier waarop al die thema’s kampen met foute perceptie.
Christelijk geïnspireerd
Als schrijver en sociaal activist beweegt Jonas Slaats zich op de snijlijn van mystiek en maatschappijkritiek. Spiritueel wortelt hij zich in de christelijke traditie maar hij verdiepte zich ook in diverse oosterse religies. Na zijn filosofische, antropologische en theologische studies werd hij actief in verschillende vormen van het Belgisch en internationaal vredeswerk met een focus op het multiculturele samenleven.
Als theoloog en schrijver richt hij zich vooral op vergelijkende religiestudies, spirituele ethiek en de zoektocht naar God-gericht leven. De islam heeft al lange tijd zijn aandacht want in de hedendaagse debatten rond de plaats van religie in onze moderne wereld staat de islam centraal.
Fatwa’s en fundi’s
Vanuit zowel sociologische, politieke, psychologische als theologische analyses laat hij zien hoe nauw de relaties zijn tussen de fatwa’s van de fundi’s en de fast food van Wall Street. Met een overvloed aan solide argumenten, krachtige voorbeelden en vaak genegeerde feiten legt Jonas Slaats hardnekkige sociale en mentale denkbeelden bloot die onze wereld gevangen houden in oorlog en onzin. Geloven in God is niet wat geweld veroorzaakt wel zichzelf God wanen.
In het boek zet Slaats een aantal veronderstellingen die we collectief delen op zijn kop: ‘de’ islam (die op zich al niet bestaat) — als je naar de historische feiten kijkt — is minder gewelddadig dan het christendom. En voor wie denkt dat religie agressie genereert: de meest bloedige conflicten gaan over areligieuze thema’s. Het salafisme dat we onterecht als uiterste bedreiging zien is helemaal geen traditioneel fenomeen maar juist een uiterst moderne. Het is het modernisme met zijn cartesiaans dualistisch denken, zijn ‘mythe van de held’, en zijn ‘moneytheïsme’ dat voornamelijk voor de ellende van onze tijd zorgt.
Grote en kleine mythes
Eén van de mythes is volgens Slaats de idee dat religie de grootste boeman is die door de geschiedenis heen de meeste doden veroorzaakte. Vertel dat maar aan de slachtoffers van Hiroshima of de Holocaust. Een ander voorbeeld is de mythe dat het seculiere democratische Westen alleen maar ‘vrijheid’, ‘gelijkheid’ en ‘broederlijkheid’ in de wereld verspreidde. Vertel dat maar aan de Libische bevolking die in absolute chaos leeft na de Europese ‘humanitaire interventie’. Nog zo’n mythe is de veronderstelling dat de islam een louter agressieve en ‘mannelijke’ religie zou zijn. Vertel dat maar aan de honderden miljoenen moslims die zich in hun dagelijkse leven door mystieke en meer ‘vrouwelijke’ vormen van islam laten inspireren.
Doorheen het boek ontmaskert Slaats daarenboven ook een hele resem ‘kleinere mythen’ die nauw verbonden zijn met deze ‘grotere mythen’. Zo toont hij bijvoorbeeld aan dat heksenvervolgingen niet een fenomeen zijn van ‘de donkere middeleeuwen’ maar wel van de vroege moderniteit, dat geloof en wetenschap helemaal niet met elkaar ‘in conflict zijn’, dat het salafisme geenszins normatief is voor de islam, maar veeleer een niet-traditioneel en typisch modern verschijnsel en dat religies vroeger veel vloeibaarder waren dan we meestal veronderstellen.
Eeuwenoude denkbeelden
De conflicten waar we vandaag mee geconfronteerd zijn worden volgens de auteur voortgestuwd door een specifieke beeldvorming. En die beeldvorming baseert zich niet enkel op moderne framing door de media. Het gaat ook over eeuwenoude denkbeelden. Het gaat over sterke mythes die bij velen in hun onderbewuste gegrift zijn.
De theoloog kaart het feit aan dat ons moderne mens- en wereldbeeld helemaal niet zo neutraal is als we graag denken. Bewust of onbewust wordt het sterk gedragen door heel wat niet-rationele veronderstellingen, aannames en intuïties. Ons wereldbeeld beweert van zichzelf dat het niet meer ‘mythologisch’ is, maar doet dat grappig genoeg enkel omwille van een andere onderliggende mythe: het idee dat het zichzelf heldhaftig bevrijd heeft van alle ‘geloof’. Het doet zichzelf voor als de enige rationele, intelligente en objectieve manier van denken, maar door dat te doen blijft het totaal blind voor de eigen schaduwzijden – waarvan de wereldwijde destructie van ecologische en culturele diversiteit slechts twee voorbeelden zijn.
Kruistochten en atheïsme
De constante demonisering van de islam is volgens de auteur een soort psychologische ‘coping strategie’ van de hele samenleving. Het is een manier om vragen over het eigen geweld uit de weg te gaan. En uiteraard is de islamitische terreur een probleem maar het definieert de islam niet meer dan de Shoah de Duitse cultuur definieert, dan de Spaanse inquisitie het christendom definieert of dan de invasie in Irak de ‘American way of life’ definieert. Van de Kruistochten over de Ku Klux Klan tot de christelijke fanatici die bommen leggen in abortusklinieken, de christelijke wereld heeft altijd geweld en terreur gekend. En dat geldt evengoed voor elke seculiere ideologie die ooit macht verwierf.
Maar demoniseren we het atheïsme omdat Stalin miljoenen mensen heeft vermoord? Zeggen we dat democratie inherent gewelddadig is omdat het enige land dat ooit het lef had om twee atoombommen te gebruiken een democratie was? In het geval van de islam wordt deze vrij opzichtige redeneerfout nochtans geregeld toegepast in zowel de media, de politiek als het algemene maatschappelijke debat. Men bekijkt het hedendaagse geweld als een inherent, fundamenteel en onvermijdelijk aspect van deze eeuwenoude en multidimensionale traditie.
Zelfs de terreur die we vandaag aan het werk zien in landen als Irak, Syrië, Afghanistan, Pakistan of Libië zijn onmogelijk los te koppelen van de terreur die veroorzaakt werd door de politieke, economische en maatschappelijke keuzes van moderne, democratische, seculiere en ‘verlichte’ geesten.
Petro-islam
Onze maatschappelijke obsessie met de islam is dus niet alleen een kwestie van wat misplaatste vooroordelen. Wat we hier aan het werk zien is een ‘socio-psychologische projectie’ van de angst voor de schaduwzijde in onszelf. Door enkel te focussen op het geweld van de islam kunnen we onze eigen agressie vlotjes negeren.
Zo stelt Slaats bijvoorbeeld dat de problemen in islamitische landen helemaal niets te maken hebben met het feit dat de islamitische wereld ‘nooit gemoderniseerd’ is, zoals sommigen beweren. Hij maakt wel duidelijk hoezeer een kluwen van moderne factoren ervoor zorgden dat er enorme disbalans en militaristische interpretaties ontstonden.
De petro-islam die al vele decennia vanuit de Golfregio geëxporteerd wordt, is daarvan een perfect voorbeeld. Die staat in vele opzichten totaal haaks op de veel vloeibare en op vrede gerichte vormen van islam die je doorheen de geschiedenis kan aantreffen. De petro-islam verwoest allerhande uitingen van traditionele spiritualiteit en houdt geen rekening met de gelaagdheid van de traditie. Maar omwille van de geopolitiek en het belang van olie daarbinnen, kon ze een zeer grote macht verwerven. Daar werd ze trouwens geregeld in gesteund door Westerse grootmachten.
De serieuzere kritieken daarop vind je zelden in de Westerse pers terug. Die laat zich meestal vangen in een actiefilm-achtig wereldbeeld waarin ‘wij’ de goeden zijn en ‘zij’ de slechten. En pas wanneer ‘zij’ zoals ‘ons’ zouden worden, zou er zogezegd beterschap kunnen komen. De echte interessante stemmen tref je daarom aan onder moslims die de bestaande problematieken aankaarten vanuit de islam. In zijn boek maakt de auteur daar overvloedig gebruik van.
De onzichtbare hand
Slaats besteedt veel aandacht in deze publicatie aan de wereldeconomie. Je ziet daar volgens hem immers dezelfde patronen en dynamiek spelen. De economie wordt steevast voorgesteld als een ‘rationele’ en ‘neutrale’ aangelegenheid, maar dat is het helemaal niet. Het is een dimensie van de samenleving die bol staat van de diepgewortelde geloofsovertuigingen, niet-evidente aannames en ideologische invullingen. Onder economen bestaat zelfs geen unanimiteit over een concept als ‘geld’. Daarover bestaan immers uiteenlopende filosofische en ideologische discussies. Of kijk naar de gekende uitdrukking ‘de onzichtbare hand van de markt’ en de overtuiging dat die als vanzelf een betere wereld kan creëren.
Fast Food Fatwa’s is geen gemakkelijk boek om te lezen al maakt de snelle schrijfstijl en het eigenzinnig taalgebruik van de auteur veel goed. Bovendien biedt hij met deze uitgave ook een handig verklarend woordenboek aan dat je kan raadplegen om vrij nieuwe begrippen die ons via de media overspoelen zoals soefisme, jihad, salafisme of panarabisme beter te berijpen terwijl je als lezer inzicht verwerft in een problematiek waar je, of je dat wilt of niet; vandaag de dag indringend en vaak mee geconfronteerd wordt.
Deze recensie verscheen eerder op De Wereld Morgen:
http://www.dewereldmorgen.be/artikel/2017/04/07/niet-religies-maar-globaal-moneytheisme-fnuikt-de-vreedzame-samenleving