Ludo De Brabander, redactielid van Uitpers, reisde als ‘toerist’ naar Syrië, kon er rustig in Damascus rondwandelen en trok op eigen houtje naar Hama. Na enkele dagen keerde hij terug, met een genuanceerd verhaal over een complexe situatie.
Ludo De Brabander: “Mijn reis vanuit Libanon verliep vlekkeloos. Aan de grens kreeg ik meteen een visum. In Damascus was er niets opvallends te zien, het leven ging er zijn gewone gang. Ik zag geen checkpoints en kreeg niet het beeld van een halve burgeroorlog. Ook op weg naar Malullah, een stadje ten noorden van Damascus passeerde ik slechts één checkpoint.”
“In Homs en Hama, steden waar de opstandelingen erg actief zijn, is de situatie anders. Ik geraakte tot mijn eigen verbazing Hama zonder problemen of controles binnen. Toen ik er aan kwam leek alles normaal. De winkels waren open, de gewone bedrijvigheid zoals ik ze al op een eerdere reis heb gezien. Aan de stalletjes op straat heerst de normale drukte. Maar plots sloeg het om. In twee wijken langs het centrum hoorde ik schieten, eerst met tussenpozen en dan heviger met inbegrip van machinegeweervuur en granaatinslagen, twee uur lang. Hama veranderde in een spookstad, de straten liepen leeg en ik moest me met de hulp van de lokale bevolking, uit de voeten maken via allerlei zijstraten. Tijdens die tocht naar de bushalte zag ik de gemaskerde Shabiha-milities (paramilitairen) van president Assad patrouilleren. Ze lieten me ongemoeid. Na de schietpartij, hernam het leven gewone leven in de stad, alsof er niets aan de hand was.”
Verdeeld land
“Ik heb gepraat met mensen van verschillende strekkingen. Ik ontmoette een parlementslid, Ammar Bagdash van de Syrische Communistische Partij, die de regering van Bashir al-Assad steunt, ik sprak met jongeren op straat. Een aantal van hen was actief in de protestbeweging, anderen stelden zich eerder pro-regime op. Ik sprak met een jongerenafdeling van de regerende Ba’ath-partij. Ze waren nogal fanatiek, maar heel vriendelijk (en nieuwsgierig). Ze bereidden een pro-regime betoging voor in Mallulah (een voornamelijk christelijk stadje ten noorden van Damascus). In Beiroet ontmoette ik opposanten, onder wie een Syrische journalist en Yara Nseir, onafhankelijk lid van de Syrische Nationale Raad, die me dan weer een genuanceerd beeld gaf van de oppositie.”
“Het is duidelijk dat er grote verdeeldheid heerst, maar het is zeker (nog) geen land in burgeroorlog De president heeft nog steeds een groot deel van de bevolking achter zich, wat verklaart waarom hij nog altijd stevig in het zadel zit. Assad beschikt over een eigen steunbasis, die soms erg fanatiek is en alle opposanten “terroristen” noemt. Maar er zijn ook veel mensen en bevolkingsgroepen die de regering passief steunen. Ze zien Assad niet graag verdwijnen uit schrik voor wat daarna komt: ofwel de chaos, ofwel een machtsovername door de Moslimbroeders. Dat is niet meteen een prettig vooruitzicht voor de alawieten (de sjiïetische minderheid waartoe Assad behoort, nvdr), de christenen, de druzen maar ook niet voor een deel van de soenitische middenklasse, die belang heeft bij rust en stabiliteit.”
Sociaal-economische problemen
“Over politiek praten is in Syrië nooit gemakkelijk geweest, de mensen zijn wantrouwig en hebben schrik. Maar uit wat ik hoorde maak ik toch op dat een deel van de oppositie gerechtvaardigde democratische en sociale eisen heeft en daar op vreedzame wijze wil voor opkomen. Assad had bijvoorbeeld de landbouw verwaarloosd ten voordele van liberalisering en industrialisering, wat op het platteland en in de kleinere steden tot problemen leidde. Er is veel werkloosheid, vooral onder de jongeren. En in Deera gingen scholieren en leerkrachten in staking voor beter onderwijs. Maar er is ook gewapend verzet, niet alleen van gedeserteerde soldaten maar ook van allerlei groepen die vanuit Turkije en Jordanië van wapens worden voorzien.”
Geweld
“Er wordt duidelijk hard opgetreden tegen de oppositie, maar niet op een schaal zoals je dat soms leest in bepaalde media. Het geweld concentreert zich naast de steden Homs, Hama en enkele buitenwijken van Damascus vooral in de kleinere steden. Verschillende getuigen bevestigen dat er op vreedzame betogers geschoten wordt, maar dat er ook gewapend verzet is. Ik sprak met een jongere die tijdens een betoging in de wijk Midnan (Damascus) was opgepakt en nadien weer vrijgelaten. Een vriend van hem kwam er minder goed van af, die is al 60 dagen opgepakt en “verdwenen”. Ik sprak een activiste van de lokale coördinatiecomités die 18 dagen lang gearresteerd was voor het uitdelen van pamfletten, maar relatief goed behandeld was. Maar vele anderen worden geschopt en geslagen, soms met dodelijke afloop. Er was altijd al een zekere censuur. Maar nu kon ik, in tegenstelling tot mijn vorige bezoeken aan het land, bijvoorbeeld nergens buitenlandse kranten vinden. Maar op tv in het hotel kon ik probleemloos naar Al Jazeera kijken, en ook internet leek volledig toegankelijk, tot en met de websites van de Syrische oppositie, althans in het Engels.”
“Het is niet altijd duidelijk wie op wie schiet, bijvoorbeeld met het incident dat ik meemaakte in Hama. Er zijn militaire controleposten, zeker in de probleemgebieden, maar van een massale militaire machtsontplooiing van het regeringsleger heb ik niets gezien. Ik heb zelfs geen enkele tank gezien, ook niet in Hama of toen ik langs Homs passeerde, waar wel verschillende controleposten waren. Maar ze kunnen natuurlijk wel verdekt opgesteld staan.”
“Als je in Damascus rondloopt, is het idee van een militaire interventie compleet absurd. Om wat te doen? Om de zaak echt te doen escaleren tot een open oorlog? Als je in Syrië militair wil tussenbeide komen, kan je dat wellicht voor heel wat andere landen bepleiten. Ook in de oppositie (de Syrische Nationale Raad, SNR) verzet men zich tegen een militaire interventie. Maar er heerst daarover verdeeldheid. Er is sinds kort toenadering tussen het Vrije Syrische leger (gewapende oppositie) en de SNR. Een verdere militarisering van het conflict is een waarschijnlijk scenario.”
(Uitpers nr. 139, 13de jg., februari 2012)
Ludo De Brabander – bewerking van het interview dat Bert De Belder (intal) afnam.