Is de Europese Unie (EU) aan het verzuipen in de Egeïsche Zee? Verlamd door de crisis rond de vluchtelingen, zoekt de EU vertwijfeld naar een uitweg. Er is alvast een zondebok: Griekenland dat te weinig doet om de buitengrenzen van de EU te vrijwaren. De Grieken moeten de vluchtelingen per kerende veerboot terugsturen en aldus het internationaal erkende recht op asielaanvraag ontzeggen, vindt de Nederlandse premier Rutte. Griekenland moet voorlopig uit de Schengenzone, vindt een meerderheid bij de EU.
Is de vertwijfeling zover gekomen dat men dit nu als oplossingen ziet? Dit is de bekentenis dat men absoluut niet weet hoe het verder moet. Sinds vorige eeuw al zoekt de EU naar een harmonisatie van het migratiebeleid, om nu haar machteloosheid te moeten toegeven. En het is niet alleen de vluchtelingencrisis waarmee de EU worstelt, diverse crisissen werken tegelijk op elkaar in. Dit is een mega-multicrisis.
Grieks
Al een jaar lang gaat er bijna geen week voorbij zonder crisisberaad bij de Europese Unie (EU). En het wordt alsmaar erger, de crisis rond de vluchtelingen verscherpt andere problemen, verscherpt de tegenstellingen tussen de lidstaten en de relatie van de lidstaten tot de EU die vaak gemakshalve de schuld op Brussel steken.
Het is net een jaar geleden dat de Griekse kiezers niet stemden zoals de EU-meerderheid dat wou. Het zette de EU onder zware druk, vooral door de Duitse ultimatumhouding tegenover de gekozen regering. De EU leek door de Griekse crisis bijna even aangetast als de Grieken zelf. Het kwam midden vorig jaar zo ver dat de voorzitter van de Commissie, Jean-Claude Juncker, uit zijn sloffen schoot tegen de president van de Raad, Donald Tusk die hij verweet zich niets aan te trekken van alle hangende crisissen.
Intussen had de EU ‘ontdekt’ dat de Griekse crisis ongeveer alles te maken had met de wezenlijke zwakte van de euro, namelijk één munt die te maken heeft met 19 uiteenlopende economieën en 19 verschillende beleidsvoeringen. De grote poging om via zogenaamd soberheidsbeleid tot meer eenheid te komen, leidt vooral tot nog grotere sociale ongelijkheden en verarming. Tot meer eenheid komt het niet, het ondergraaft wel het sociaal weefsel, tot winst van uiterst-rechts dat daar garen bij spint. En intussen verkeert Griekenland alweer in recessie, de “soberheid” werkt niet.
Artikel 26
Nu krijgen de Grieken dus alweer het deksel op de neus omdat zij nu eenmaal naast Italië voor massa’s vluchtelingen de poort naar het beloofde Europa zijn. Het Schengenakkoord voorziet dat lidstaten bij hoogdringendheid twee maanden lang controles aan binnengrenzen kunnen instellen. Dat kan met zes maanden worden verlengd, waarna artikel 26 van de Schengencode kan worden ingeroepen om dat met twee jaar te verlengen. De consequentie is dat Griekenland feitelijk wordt geïsoleerd van Schengen. De EU vindt dat de Grieken te weinig werk maken van de verdediging van de buitengrenzen van de EU. Alsof het zo eenvoudig is, zeker met een gordel van eilanden, die buitengrens te bewaken.
Deze ‘Grexit’ is gewoon een teken van eindeloze onmacht. Ondanks de urgentie slagen de leiders van de EU en haar lidstaten er niet in werk te maken van enige harmonisatie van het migratiebeleid. Het is meer dan ooit ‘ieder voor zich’, binnen de eigen grenzen. De EU kan alleen maar vaststellen dat haar onderdelen, de lidstaten, geen interesse hebben voor een Unie-aanpak. Louis Michel windt zich in het EU-parlement erg op over de houding van o.m. Hongarije en Denemarken tegenover de vluchtelingen, maar dat verandert er niets aan, er bestaat gewoon geen EU-beleid.
Onsamenhangend
De Unie is dus minder en minder een unie, ze is een eenheidsmarkt zonder veel politieke samenhang. Het plan voor een Europese diplomatie lijkt ook verder af dan ooit, in alle belangrijke kwesties neemt elke lidstaat zeer eigen posities in.
In de kwestie Oekraïne en de relaties met Rusland spelen alleen nationale en multinationale – in de betekenis ‘belangen van multinationals’ – mee. Elke lidstaat bekijkt het vanuit eigen optiek. De Hongaarse rechtse regering heeft goede relaties met Moskou, zowel economische als politieke, terwijl de Poolse rechtse regering Moskou dan weer zeer vijandig gezind is. De EU is niet op één lijn te krijgen inzake Oekraïne, sommige lidstaten beseffen dat de EU in het zog van de VS erg ondoordacht is tewerk gegaan, anderen willen Oekraïne liefst zo snel mogelijk vergeten.
Oekraïne komt ook via Nederland op de agenda. Op 6 april is daar een door burgers afgedwongen referendum over het associatieverdrag tussen de EU en Oekraïne. De voorstanders van die associatie zullen trachten dat verdrag te redden door thuis te blijven in de hoop dat dan de opkomstdrempel van 30 % niet wordt gehaald. Want van degenen die wel zullen stemmen, zal wellicht ene grote meerderheid tegen stemmen. En wat dan? De Nederlandse regering kan dat naast zich neerleggen, zoals eerder al gebeurde met de referendums van 2005 over de “EU-grondwet”. Het zou de geloofwaardigheid over het democratisch gehalte van de EU verder aantasten. De kiezers eventueel toch volgen, zal de EU natuurlijk evenmin goed doen.
Hongarije, Polen… Twee landen die de EU in Brussel wel in het vizier heeft omdat ze de Europese waarden – de rechtstaat, de persvrijheid…- niet respecteren. Denemarken, daarin gevolgd door anderen, trekt zich van die waarden ook niet veel aan tegenover de vluchtelingen.
Kakofonie
Syrië: Frankrijk blijft meer dan de rest van de EU op oorlogsvoet tegen Assad en zit op één lijn met goede klant Saoedi-Arabië in de steun aan zeer islamistische milities. De andere groten geven toch stilaan, en stilzwijgend, prioriteit aan de strijd tegen Daesh (IS), ook al impliceert dat enige vorm van samenwerking met Assad. En de meeste nieuwe lidstaten uit Centraal-Europa en de Balkan hebben maar één zorg, dat zij geen oorlogsvluchtelingen moeten opvangen.
Zo gaat het maar door. In Italië, ooit het meest EU-gezinde land van het continent, winnen de tegenstanders van de EU zeer snel terrein. De Lega Nord (peilingen: 15 %)zit op dezelfde EU-vijandige lijn als de Franse zusterpartij Front National. De M5S (peilingen: 27 %) zit in het EU-parlement in de EU-vijandige fractie met het Britse UKIP. Wat overschiet van Berlusconi’s Forza Italia (peilingen: hooguit 10 %) is Euro-sceptisch. En premier Matteo Renzi ligt zwaar overhoop met Brussel omdat hij naar eigen zeggen de door Duitsland opgelegde besparingspolitiek wil verlaten.