Dat Chávez in Venezuela zou winnen was amper nieuws. Het onverwachte gebeurde echter einde vorig jaar in Ecuador. Uit het niets verscheen ineens een zekere Rafael Correa. Hij werd met 56 procent tot president verkozen. Wie is die man? Wat gebeurt er in Ecuador waar afgezette parlementariërs in maatpak het Congres bestormen? Wat schuilt er achter deze surrealistische beelden?
Er heerst al jaren grote politieke instabiliteit in Ecuador, dat relatief kleine Andeslandje van 13 miljoen inwoners waar België qua oppervlakte toch nog bijna tien keer in verdwijnt. Na de ‘kookpotprotesten’van de forajidos, waardoor ex-kolonel Lucio Gutiérrez in april 2005 als president werd afgezet, klom Alfredo Palacio op van vice-president tot president. Na vice-president Alberto Dahik, Abdalá el loco Bucaram en Jamil Mahuad was hij de volgende toppoliticus met boter op het hoofd die naar het buitenland moest vluchten. Anti-politieke leuzen als Que se vayan todos (stuur ze allemaal naar huis!) zijn de laatste jaren niet uit de lucht in Ecuador.
Even werd de rust hersteld onder de overgangsfiguur Palacio die Ecuador tot 15 januari 2007 moest leiden. Eventjes toch, want na vijftien maanden kende de regering-Palacio 53 ministers, waaronder zes ministers van Binnenlandse Zaken en vier van Economie. Ook sociaal-economisch worden er geen hoge ogen gegooid. “Er is economische groei, maar dat is enigszins misleidend, omdat die uitsluitend te maken heeft met de gestegen olieprijzen,” becommentarieert de Ecuador watcher Luc Spanhove. Al twintig jaar is hij de bezielende kracht achter Esmeraldas vzw, die in het Belgische Gent het zeer goed geïnformeerde Ecuador-centrum runt. (www.ecuador-esmeraldas.be). “Sociaal gezien gaat de situatie sinds de bankcrisis van 1999 en de dollarisering van 2000 er op achteruit. Vanaf toen is er ook een spectaculaire migratiebeweging – vooral naar Spanje en de USA – op gang gekomen. Driekwart van de Ecuadoranen leeft op dit ogenblik onder de armoedegrens.”
Christelijk en humanistisch links
In die omstandigheden werd de linkse Rafael Correa einde 2006 met 56 procent van de stemmen tot nieuwe Ecuadoraanse president verkozen. Deze onbekende econoom uit de middenklasse – relatief jong (1963), katholiek, studeerde in Leuven en heeft een Belgische vrouw – was even minister van Economische zaken in de regering-Palacio, maar diende al snel zijn ontslag in. Misschien wel het belangrijkste is dat hij de enige kandidaat was die de inheemse taal Quechua spreekt, opgepikt gedurende een jaar vrijwilligerswerk in de Andes. Correa rekent zich tot de christelijke en humanistische stroming binnen links. Niemand gaf hem op 15 oktober een kans en toch haalde hij verrassend de tweede ronde.
Luc Spanhove: “Correa, was een forajido, maar werd toch niet door iedereen op handen gedragen omwille van zijn radicale standpunten. Bovendien keken de inheemsen en de basisbewegingen in het land wat argwanend naar die vertegenwoordiger van een hogere klasse. Hij had kritiek op het FTAA (TLC in het Spaans), het Plan Colombia, de Amerikaanse militaire basis in Manta en onderhield vriendschappelijke banden met Hugo Chávez en de Cubaanse leider Fidel Castro. Het ‘Bolivariaanse gedachtegoed’van een Latijns-Amerikaanse eenheid om een tegenwicht te vormen tegen het Amerikaanse geopolitieke en economische overwicht spreekt hem aan. Verder was hij ook gekant tegen een onvoorwaardelijke afbetaling van Ecuadors buitenlandse schulden en wilde hij ook een grondwettelijke assemblee oprichten.”
In die tweede ronde, die op 26 november 2006 werd gehouden, kwamen de machtige inheemse beweging Pachakutik en kleinere linkse partijen Rafael Correa versterken in zijn presidentscampagne tegen de rechtse, steenrijke bananenmagnaat Alvaro Noboa. Vooral Pachakutik en haar sociale vleugel de Conaie, hebben nochtans lang geaarzeld om zich aan de zijde van Correa te scharen omdat zij slechte ervaringen hadden opgedaan met regeringsdeelname. Dank zij de medewerking van de inheemse beweging zit Correa nu sinds 15 januari 2007 officieel in het presidentiële zadel.
Economische en politieke hervormingen
Correa betreedt Carondelet, het presidentiele paleis in Quito, met een radicale hervormingsagenda. Hij belooft de economie minder afhankelijk van het buitenland te zullen maken. Hij wil de buitenlandse schulden herstructureren en niet verder onderhandelen over een vrijhandelsakkoord met de VS. Met de oliemaatschappijen in de Amazone wil hij, zoals in Bolivia is gebeurd, nieuwe contracten afsluiten, die gunstiger voor de staatsinkomsten zijn. “We zullen niet langer toestaan dat multinationals op vijf barrils met vier ervan aan de haal gaan en maar eentje voor ons laten.” Bovendien, zo staat ook in zijn programma, moet er meer geld worden uitgegeven aan armoedebestrijding en sociale projecten.
Naast economische, wil Correa ook verregaande grondwettelijke hervormingen doorvoeren. De president ging de verkiezingen in zonder kandidaten voor het Congres (die tegelijkertijd met de president werden gekozen) omdat hij voornemens is het Congres in zijn geheel te laten ontbinden. Correa is van mening dat de Ecuadoraanse politiek dermate corrupt en instabiel is, dat de enige manier om het land weer bestuurbaar te maken is de grondwet te herschrijven. Waarschijnlijk heeft Correa voor deze maatregel zijn inspiratie gevonden bij zijn Boliviaanse ambtgenoot Morales die in Bolivia eenzelfde constitutioneel proces in gang heeft gezet.
Slag om een referendum
Februari en maart werden hete maanden in Ecuador. Op 13 februari 2007 stemde het Congres in met het voorstel van president Rafael Correa om op 15 april een referendum te houden over een grondwetswijziging. In het referendum konden de Ecuadoranen zich uitspreken over de vraag of er een Grondwetgevende Assemblee moet worden opgericht, die zich gaat buigen over een hervorming van de grondwet. Als de kiezers zich uitspreken vóór de instelling van een Grondwetgevende Vergadering, krijgt dat nieuwe orgaan van 130 burgers en parlementariërs naar verwachting 180 dagen de tijd om een nieuwe constitutie op te stellen – met een mogelijke verlenging van dertig dagen. Na weken van moeizame onderhandelingen stemden 57 van de 100 parlementsleden vóór het plan. Tientallen oppositieleden van PRIAN, PSC, PSP en UDC liepen tijdens de stemming boos weg en gaven zich niet zo snel gewonnen. Zij vrezen dat het Congres door een gekozen Asamblea Constituyente buiten spel zal worden gezet. Correa wil namelijk dat de leden van deze grondwetgevende vergadering uit de civiele maatschappij worden verkozen, want de gewone Ecuadoraan is de corruptie en de vele schandalen in het Congres al lang beu. De parlementsleden van de oppositie verklaarden dat het referendum in strijd was met de grondwet en zij tekenden een petitie waarin ze het ontslag eisten van de voorzitter én van de leden van de Kiesraad. De Kiesraad, gesteund door Correa, reageerde door de protesterende parlementariërs te ontslaan. Daardoor ontstond er een onwerkbare situatie, want er was geen quorum meer om wettelijk te kunnen vergaderen. In de loop van de maand maart deden er zich om en rond het congresgebouw in Quito surrealistische taferelen voor. De 57 afgezette parlementsleden “bestormden” in maatpak het parlementsgebouw, maar zij werden teruggedreven door een politiekordon en door aanhangers van Correa. Daarbij vielen er rake klappen. De politici vluchtten weg en vergaderden noodgedwongen in verschillende hotels van het centrum van de hoofdstad. Na enkele weken geraakte men dan toch uit de impasse door de afgezette parlementsleden te vervangen door hun plaatsvervangers, waardoor het Congres weer kon vergaderen. De datum van het referendum – zondag 15 april – bleef echter recht overeind.
“Het gevecht begint nu pas”, zei Correa in een recente verklaring. Hij riep zijn landgenoten op bij het referendum “hun rol in de geschiedenis te vervullen, en via de stembus de politieke maffia’s te verpletteren”. Het referendum verliep gunstig voor Correa want ruim tachtig procent van de Ecuadoranen stemden ‘ja’ voor een grondwetsherziening. “Het referendum is een overwinning niet van één persoon, maar van heel het land,” zei de president na het bekendmaken van de uitslag in de havenstad Guayaquil. Binnen zes maanden moeten de Ecuadoranen nu opnieuw naar de stembus om de 130 leden van de grondwetgevende vergadering te kiezen. Deze leden krijgen als huiswerk een nieuwe grondwet op te stellen waarvan de tekst in 2008 door een nieuw referendum zal worden bekrachtigd.
Drie C’s: Chávez, Castro, Correa
Correa heeft dus een nieuwe politieke overwinning op zak, maar toch zal hij het, ondanks de steun van Chávez, Castro en Morales, in zijn land niet gemakkelijk hebben. Er moeten nog heel hindernissen genomen geworden. Ecuador is meer dan ooit een verdeeld land waar de bedreigde oligarquía en de rechtse politici zich met alle middelen staande proberen te houden tegen het arme Ecuador dat Correa achter zich geeft. Even na haar aanstelling verloor Guadelupe Larriva, de eerste vrouwelijke minister van Defensie, het leven bij een helikoptercrash niet ver van de luchtmachtbasis van Manta. Ongeval of opzettelijk? Het ongeluk roept in elk geval herinneringen op aan de vliegtuigcrash waarbij de linkse president Jaime Roldós in 1981 om het leven kwam.
De lijn die Correa uitzet, laat aan duidelijkheid niet te wensen over: “Wij zijn geen volgelingen van Chávez, noch van Bachelet, noch van Kirchner. Maar wij maken wel deel uit van het socialisme van de 21ste eeuw, dat op zoek is naar sociale rechtvaardigheid, nationale soevereiniteit, verdediging van de eigen natuurlijke rijkdommen en een regionale integratie die steunt op coördinatie, coöperatie en complementariteit. ” Dat zei Correa al in juni 2006. Met die algemene bewoordingen leunt hij heel sterk aan bij de ALBA, het Bolivariaanse alternatief voor de Amerika’s, dat gedragen wordt door zijn kompanen Chávez, Morales en Castro.
De politieke transformatie in Latijns-Amerika gaat snel. De eerstvolgende jaren zullen, zoals in Ecuador, cruciaal worden voor het nieuwe politieke en economische aangezicht van het continent.
(Uitpers, nr 86, 8ste jg., mei 2007)