Radicaal linkse partijen hebben het op enkele zeldzame uitzonderingen na, waaronder België, echt niet goed gedaan in de Europarlementsverkiezingen. In Duitsland, Frankrijk, Nederland, Spanje krijgen ze klappen, in een oud bolwerk als Italië waren ze nauwelijks te bespeuren. In Oost-Europa en de Balkan al evenmin. In Griekenland verloor regerend Syriza de match met de rechtse Nieuwe Democratie. Er zijn weinig lichtpunten.
Dalend
Het Portugese Linkse Blok en het Belgische PVDA-PTB redden de eer. In Portugal haalt het Bloco Esquerda bijna 10 %, de communisten 7 %. Beide partijen steunen van buitenaf de socialistische minderheidsregering. De socialistische partij zelf haalt net een derde van de stemmen. Voor het EU-parlement haalt PVDA-PTB 8,4 %, een winst van 5 %.
Daar tegenover staat een reeks ontgoochelende uitslagen.
In Nederland zakt de SP zowaar tot 3,4 %, een absoluut dieptepunt dat niet alleen kan verklaard worden door het onverwachte succes van de PvdA. De SP zit al een tijd in de risicozone, de tijd – niet zo lang geleden – dat ze de hegemonie over links binnen bereik had, lijkt zeer ver weg. SP is zeker geen goede inspiratiebron meer voor de Belgische PVDA.
Het Spaanse Podemos komt evenzeer ernstig verzwakt uit de stembus. Nu nog 10 %, alweer 4 % onder het percentage van de onlangs gehouden Spaanse parlementsverkiezingen. Bij de gemeenteraadsverkiezingen hebben zowel burgemeester Ada Colau in Barcelona als Manuela Carmena in Madrid het niet zo goed gedaan, zij riskeren beide door de nu gekozen raden niet te worden herverkozen. In Barcelona haalt de Franse ex-premier Manuel Valls gelukkig slechts 13 %.
In Duitsland ziet het er niet beter uit voor uiterst-links. Die Linke haalt slechts 5,5 %, een erg teleurstellend resultaat. Bij de Bondsdagverkiezingen van 2017 haalde Die Linke nog 9,2 %. Het ‘avontuur’ vorig jaar van Sahra Wagenknecht en haar beweging ‘Aufstehen’, heeft Die Linke duidelijk geen deugd gedaan. Wagenknecht kondigde in maart aan op te stappen als fractievoorzitter.
Beteuterd
Het vergaat La France insoumise (LFI) van Jean-Luc Mélenchon al niet veel beter. Deze formatie mikte op 11 %, het percentage dat ze haalde bij de parlementsverkiezingen van twee jaar geleden. Maar ze kijkt beteuterd aan op een povere 6,3 %. Maandag werd al druk gespeculeerd over de opvolging van Mélenchon aan het hoofd van LFI. Maar l’insoumise is erg intens verbonden met zijn figuur en hijzelf leidt de beweging bijzonder autoritair, allesbehalve transparant. Er staan wel enkele talenten te dringen om zijn rol over te nemen, desnoods met een nieuwe beweging die dan LFI zou ‘overstijgen’.
Mélenchon kan het aan de media wijten – waarmee hij permanent overhoop ligt. Want die media hadden het bijna uitsluitend over het duel Macron-Le Pen, alsof de rest niet meedeed. Maar LFI heeft het ook aan zichzelf te wijten, onder meer aan het sectarisme tegenover de rest van links. Alhoewel, LFI bedient zich niet van “links” maar van “het volk”.
De rest van links, dat is de lijst PS-Place Publique die met 6,2 % net de meubels redt. Wat niet kan gezegd worden van Benoit Hamon, oud-kandidaat van de PS voor de presidentsverkiezingen, die met zijn ‘Génération.s’ 3,27 % haalt en daarmee ver beneden de kiesdrempel (5%) blijft. Hij trekt zich voor een tijdje terug.
De communistische PCF voerde een goede campagne met een verrassende kandidaat, Ian Brossat, maar met slechts 2,5 % van de stemmen, haalt ze dus ook – voor de eerste keer – geen gekozene in het Europarlement. Lutte Ouvrière tenslotte haalt 0,78 %.
In Italië raakt de coalitie La Sinistra slechts aan 1,7 %, dus ook vandaar geen gekozene voor het Europarlement.
In Ierland haalt Sinn Fein 13 %.
Regerend Syriza is ruim gevloerd door rechts: 33,3 voor Nieuwe Democratie, 23,7 voor de partij van premier Tsipras. Die prompt de verkiezingen enkele maanden heeft vervroegd. De communistische KKE haalt 5,5 %. Het was maandag nog niet duidelijk of MeRa de kiesdrempel van 3 % haalde. Die partij maakt deel uit van DIEM25, de Europese beweging van Yanis Varoufakis, gewezen minister van Financiën van Tsipras die weigerde in te stemmen met het soberheidbeleid dat de ‘troika’ opdrong.
De fractie van uiterst-links in het Europarlement had in het uittredend parlement 52 zetels. Volgens voorlopige berekeningen worden er dat hooguit 39. Een ernstgige teleurstelling. En een ernstige waarschuwing.