Er komt misschien een proces in Phnom Penh tegen enkele bejaarde gewezen leiders van de Rode Khmers. De Verenigde Naties, verscheidene westerse regeringen en Japan dringen aan dat er een internationaal tribunaal komt, want de justitie van Cambodja zou niet in staat zijn een eerlijk proces te waarborgen. Maar die bekommernis om een eerlijk verloop van het proces is niet de enige reden waarom zoveel buitenstaanders een vinger in die rechtspraak eisen, zij willen tegelijk (of vooral) het verloop ervan kunnen controleren zodat ze zelf niet te erg in opspraak komen.
De voornaamste beklaagde is Ta Mok, 74 jaar, die in maart 1999 werd opgepakt. Ta Mok heeft de bijnaam "de slager" omdat hij verantwoordelijk was voor het folter- en moordcentrum Tuol Sleng, in Phnom Penh, waar de leiders van de Rode Khmers dissidenten, mogelijke dissidenten en hun families aan de tand voelden, maar dan letterlijk, met boortuigen. Dat was maar één onderdeel van de beruchte "killing fields".
De advocaat van Ta Mok, Benson Samay, is echter van plan om op een mogelijk proces te herinneren aan de Westerse prominenten die jarenlang de Rode Khmers diplomatiek, financieel, militair ondersteunden en ze zelfs te eten gaven. Advocaat Samay wil onder andere Boutros Boutros-Ghali, gewezen secretaris-generaal van de VN, de gewezen Amerikaanse presidenten Jimmy Carter, Ronald Reagan en George Bush en de gewezen Britse premier Margaret Thatcher als getuigen dagvaarden.
"Mijn cliënt zei me dat het toch logisch was die mensen uit te nodigen die ons jarenlang ondersteunden", merkt Samay op. Hij wil dat die prominenten op een proces komen vertellen waarom ze jarenlang de Rode Khmers steunden, goed wetende dat er Tuol Sleng was geweest. Dat vroegere foltercentrum is sinds 1979 ingericht als een "museum" over de weedheden van de Rode Khmers, ook Amerikanen zijn er toen al een kijkje gaan nemen. Toch heeft de steun aan de Rode Khmers tot het begin van de jaren ’90 geduurd.
Advocaat Samay wil in een later stadium ook andere prominenten uitnodigen. Hij heeft keuze zat. Zoals de tientallen Thailandse generaals en politici die zaken deden met de Rode Khmers, zoals smokkel in hout en in halfedelstenen die in Pailin worden gedolven, het stadje in het westen van Cambodja waar diverse andere leiders van de Rode Khmers (Khieu Samphan, Ieng Sary…) in peis en vrede leven.
De in 1979 door de Vietnamezen verdreven Khieu Samphan werd door de "internationale gemeenschap" als de rechtmatige vertegenwoordiger van "Democratisch Kampuchea" beschouwd. Dat "Democratisch Kampuchea", de benaming van de Rode Khmers voor Cambodja, bleef tot begin van de jaren ’90 door de VN erkend als het enige wettelijke regime.
De advocaat van Ta Mok zou ook de Chinese leiders kunnen dagvaarden die jarenlang via Thailand wapens leverden aan de Rode Khmers die in Thailand hun opleidingskampen hadden. Diverse VN-instanties waren erg actief in die regio om de gevluchte burgers te helpen. Maar het gros van wat de VN-instanties leverden ging naar de smokkelbenden van het KPNLF, een schimmige rechtse beweging die weinig anders deed dan roven en smokkelen, en naar de burgers die onder controle stonden van de Rode Khmers. VN-verantwoordelijken in die streek vertelden ons onomwonden en erg gefrustreerd dat die hulp (1) de Rode Khmers toeliet die burgers in hun greep te houden en (2) er zichzelf mee te bevoorraden. Advocaat Samay zou dus ook diverse gewezen VN-verantwoordelijken als getuige kunnen oproepen.
Thatcher zou als getuige bij voorbeeld veel kunnen vertellen over de uitgebreide militaire steun die Britse speciale diensten aan de Rode Khmers verleenden.
Britse kranten hebben eerder al uitvoerig bericht over de omvangrijke bijstand die de Britse ‘Special Air Service’ (SAS) tussen 1985 en 1990 de Rode Khmers gaf bij de opleiding van commando’s voor sabotagewerk en hinderlagen, dus niet om het even wat. De SAS leidde volgens Britse media ook specialisten op voor aanslagen met explosieven. In die periode werd de humanitaire hulp voor de vluchtelingen massaal afgeleid naar de guerrillakampen van de Rode Khmers.
De Belgische regering deed daar niet voor onder. Leo Tindemans was vooral als minister van Buitenlandse Zaken zeer druk in de weer om elk contact, laat staan elke erkenning van de regering in Phnom Penh te beletten.
Vreemd, want de Belgische diplomatie huldigde altijd het principe dat België geen regeringen maar staten erkent. De regering in Phnom Penh had onomstotelijk de controle over het land. Maar ten gunste van de Rode Khmers maakte Tindemans graag een uitzondering. Niet uit liefde voor Pol Pot, maar om de Amerikanen én de Chinezen ter wille te zijn. Zo werd ook onder Chinese druk jarenlang een project voor het herstel van de Vietnamese spoorwegen door Tindemans en compagnie gesaboteerd.
Sterker, Belgische diplomaten waren persoonlijk betrokken bij de bevoorrading van de Rode Khmers. Niet alleen voedsel, zij zagen zelfs toe op de levering van wapens. Nochtans wist de Belgische diplomatie toen ook wel dat er iets al "Killing Fields" was geweest. Van hypocrieten gesproken.
En die lieden willen nu dat het proces tegen twee Rode Khmers van lager niveau, dat van de uitvoerders, onder internationaal toezicht gebeurt.
Ten eerste omdat de Cambodjaanse justitie daartoe niet zou in staat zijn. Het apparaat van die justitie is nochtans gevormd onder toezicht van de VN die in de eerste helft van de jaren ’90 in Cambodja een van de duurste operaties uit haar geschiedenis opzette. Blijkbaar volstond dat toch niet om een goede rechtspraak uit te bouwen. Dat argument zou wel vaker kunnen gebruikt worden, zoals in ons land waar de rechtsgang in de zaak van de Bende van Nijvel toch ook wel een internationale tussenkomst zou kunnen rechtvaardigen.
Ten tweede omdat de huidige leiders niet helemaal te betrouwen zijn bij het beoordelen van de "slager". Want in het regime zit het vol met gewezen Rode Khmers. Dat is waar. Tienduizenden gewezen Rode Khmers zitten nu in het regeringsleger, de administratie, de politie enzovoort. Ze zitten zelfs op hoge posten. Niet om te infiltreren en vanuit die posities een nieuwe poging te doen om een nieuw Rode Khmer-regime in te stellen. Maar vooral om een graantje mee te pikken van het jungle- en casinokapitalisme in Cambodja. Waar gewezen Rode Khmers nu vooral de ambitie hebben om lid te worden van een exclusieve golfclub, 800.000 BEF per jaar lidgeld.
Die eis voor een "internationaal tribunaal" komt toch wel bijzonder ongeloofwaardig én arrogant over van kringen die jarenlang diezelfde Rode Khmers als enige rechtmatige vertegenwoordigers van Cambodja erkenden. De meesten van degenen die op een internationaal tribunaal aandringen, zullen wel een reeks uitvluchten hebben om de door advocaat Samay gesuggereerde getuigen niet op te roepen.
Waarom geen internationaal tribunaal over alle oorlogsmisdaden van de voorbije veertig jaar in Cambodja, met ook de massamoordende bombardementen die de Amerikaanse luchtmacht er jarenlang, zelfs tegen de Amerikaanse wetten in, uitvoerde? Met ook de misdaden van Norodom Sihanoek in de jaren ’60? Met de terreur van de Rode Khmers, maar met ook de Chinese en Thailandse medeplichtigen, en met de talrijke westerse politici die vanaf 1979 Pol Pots troepen eten, geld en wapens gaven?