Binnen een jaar, vanaf 1 januari 2011, verliest De Post haar monopolie in België en kunnen er privé-spelers op de markt komen. Met ongelooflijke voordelen: pas binnen twee jaar moeten ze slechts tweemaal per week post bedelen en pas binnen vijf jaar zouden ze 80 % van het Belgische grondgebied moeten bestrijken. Snelle en algemene dienst elke dag zit er niet in. Ook niet in landen waar er al privé-postdiensten actief zijn. Eén voorbeeld: Argentinië.
In dit Latijns-Amerikaanse land opereren er naast de staatspostdient Correo Argentino, waar niemand problemen mee heeft, nog een vijftal private postdiensten. Eén van de argumenten voor privatisering van openbare diensten is dat privé-bedrijven efficiënter en goedkoper kunnen werken. Is dat zo?
Een proef tijdens een bezoek aan Argentinië bewijst het tegendeel. In het nationaal park van Iguazú, met zijn wereldberoemde watervallen, op de grens met Brazilië, lijkt de privé-postdienst Andreani een monopolie te hebben als je kaartjes ter plekke wil op de bus doen – geen concurrentie dus. Daarvan maakt Andreani gebruik om voor het versturen van een toeristisch zichtkaartje 13 peso (zowat 2,5 euro!) te vragen, terwijl het tarief voor Europa bij Correo Argentino minder dan de helft bedraagt, nl. 6 peso of ongeveer 1,2 euro. Ter vergelijking: in België, met een veel hogere levensstandaard en loonkost, kost een priorverzending buiten Europa 0,90 euro. Van de drie in Iguazú eind oktober verzonden kaartjes is er maar één aangekomen.
Nog veel bruiner bakt het de Duitse firma DHL, hier vooral bekend voor zijn koeriersdiensten en lawaaihinder in Zaventem. In Ushuaia, de meest zuidelijke stad ter wereld op Vuurland, werden nogmaals drie kaartjes verstuurd, dit keer via deze privé-firma, tegen de democratischer prijs van 5 peso (1 euro). Ruim anderhalve maand later is er geen enkel gearriveerd in België. Toeval? Nee, want een van een andere reiziger vernam ik dat hij in Ushuaia tien kaartjes via DHL verstuurde – zonder dat er ook maar één ter bestemming kwam.
Beweren dat de privé-firma’s beter en goedkoper werken is dus een grove leugen. Dat bewijzen ook de talrijke privatiseringen die in Europa onder impuls van neoliberale politici en van de Europese Unie al zijn doorgevoerd. Een prachtvoorbeeld zijn de geprivatiseerde spoorwegen in Groot-Brittannië. Een privatisering die aan tientallen mensen het leven koste, want de rigoureuze inspecties van British Rail werden afgeschaft omdat ze geld kostten. Met een reeks zware ongevallen tot gevolg, die de Britse regering noopte tot hernationalisering van het onderhoud.
Officieel heette het dat de privatisering het spoorverkeer goedkoper zou maken. Niets is minder waar. Zoals de Londense Times schreef was in Groot-Brittannië een spoorkaartje nog nooit zo duur als nu. En wat de service betreft, zijn er niet anders dan klachten. Het toppunt is dan nog dat de privé-spoorwegmaatschappijen genieten van zeer royale regeringssubsidies. Zodanig zelfs dat de spoorwegen de staat veel meer kosten dan toen hij eigenaar van de spoorwegen was!
(Uitpers nr. 116, 11de jg., januari 2010)