Sedert 1997, toen de als hervormer bestempelde Mohammad Khatami (president van 1997 tot 2005), onverwachts de presidentsverkiezingen won, werd steevast met spanning uitgekeken naar de presidentsverkiezingen in Iran. In 2009 leidden ze tot beschuldigingen van grootscheepse fraude en tot een “groene beweging” die, zij het vergeefs, manifesteerde tegen het klerikale regime. Deze keer, op vrijdag 14 juni, niets van dit alles. Alle maatregelen werden genomen om onrust te voorkomen.
Khatami won wel een tweede ambtstermijn – in Iran kan men maar twee op elkaar volgende termijnen president zijn – maar bleek toen al een groot deel van zijn aanhang te hebben kwijtgespeeld. Niet onlogisch, want Khatami had gebrek aan karakter – en maakte ten slotte ook deel uit van het in 1979 door de Iraanse revolutie van ayatollah Khomeini aan de macht gekomen islamitische klerikale establishment – om zijn jeugdige volgelingen meer vrijheid te kunnen bezorgen.
Electorale fraude?
In 2005 veroverde Mahmoed Ahmadinejad, het hoogste ambt – maar niet de hoogste autoriteit, die in handen blijft van een geestelijke leider. Sedert de dood van Ruholah Musavi Khomeini in 1989 is dit Ali Khamenei, die daartoe eigenlijk niet de vereiste religieuze kwalificaties had maar al snel tot ayatollah werd bevorderd. Ahmadinejad is zoals de meeste Iraanse leiders religieus en conservatief. Van die leiders onderscheidde hij zich wel door een economisch links programma, dat veelal als populistisch wordt bestempeld, en hem populariteit opleverde bij de lagere klassen. Hij liet zich ook kennen door het feit dat hij geen blad voor de mond nam en felle verbale uitvallen, zoals tegen Israël, niet schuwde.
In 2009 werd Ahmadinejad herkozen. Volgens de oppositie vooral door electorale fraude op grote schaal, en kon hij president blijven omdat Ali Khamenei hem de hand boven het hoofd hield en de protesterende “groene beweging” wist uit te schakelen. Bij die versie kan men wel enige vraagtekens plaatsen. Ahmadinejad bleef populair bij de havelozen en lagere klassen, voor wie hij effectief iets deed. Desnoods door de behoeftigen cash geld te geven. Iets dat niet werd geapprecieerd door de rijkere klassen en geestelijken die vinden dat privé-bezit en individuele rijkdom onaantastbaar zijn.
De twaalfde imam
In 2011 kwam het echter tot een breuk tussen Ahmadinejad en Khamenei naar aanleiding van een religieus dispuut. Ahmadinejad sloot zich aan bij een strekking die van mening is dat het einde van de wereld nabij is. Leiders, zoals Khomeini destijds bv., meenden en/of menen dat dit iets voor de heel verre toekomst is. Het einde van de wereld zal worden aangekondigd door de terugkeer uit de verborgenheid van de 12de iman, Mohammad al-Mahdi, die in 869 werd geboren en in 874, op de leeftijd van vijf jaar tot iman (in de betekenis van de leider van de sjiieten) werd uitgeroepen. Nog in hetzelfde jaar verdween hij of, zoals de sjiieten geloven, ging hij “in de verborgenheid”. Sedertdien wordt er gespeculeerd over zijn terugkeer, eventueel zelfs samen met Jezus, en over de gevolgen voor de wereld.
In die kwestie van de twaalfde imam stond Ahmadinejad onder sterke invloed van ene Esfandiar Rahim Mashaie, wiens dochter gehuwd is met de zoon van Ahmadinejad. Beide mannen leerden elkaar kennen in Iraans Koerdistan begin de jaren 1980 toen ze de repressie leidden tegen de Koerden die vergeefs hoopten dat het revolutionaire Iran van Khomeini hen autonomie zou toestaan. In 2009 probeerde Ahmadinejad Mashaie tot vice-president te benoemen, maar stuitte hij op een veto van Khamenei. Ahmadinejad stelde hem dan aan tot zijn kabinetschef.
Mashaie ligt slecht bij de clerus omdat hij niet veel op heeft met de invloed en de macht van die clerus en een mystieke relatie van elke individuele sjiiet met God bepleit. Ook is hij een uitgesproken Iraanse nationalist met grote bewondering voor de grote pre-islamitische rijken. Ahmadinejad zag hem als zijn opvolger als president. Maar de “Raad van Hoeders van de Grondwet”, die de kandidaturen moet goedkeuren, vond Mashaie ongeschikt. Daarmee lijkt de rol van Ahmadinejad in de Iraanse politiek uitgespeeld. Tenzij hij binnen vier alsnog zou proberen een derde ambtstermijn binnen te halen, maar dan moet zijn kandidatuur door de Raad van Hoeders goedgekeurd worden. Wat, als de omstandigheden zijn zoals nu, uitgesloten lijkt.
Rafsanjani
De Raad hield grote kuis onder de vele kandidaat-presidenten. Hij hield er acht over, van wie zes regime-gezind zijn en de twee overige iets progressiever zouden zijn. Eén van de gebuisden was de 78-jarige Akbar Hashemi Rafsanjani, die president was van 1989 tot 1997. Rafsanjani is een conservatief clericus, maar vooral een goed zakenman, die gebruik maakte van zijn nauwe banden met ayatollah Khomeini om het monopolie van de verkoop van pistachenoten in handen te krijgen. Dat handeltje maakte hem tot dollarmiljardair. Als zakenman kwam hij altijd op voor betere relaties met de Verenigde Staten, maar als politicus klikte het veel minder met Washington. Hij was/is nu eenmaal één van de groten van het islamitische establishment.
In 2005 probeerde Rafsanjani, met steun van de uittredende Khatami, opnieuw president te worden. Hij wierp zich plots op als “hervormer” in de hoop de stemmen te krijgen van de aanhangers van Khatami. Maar de poging mislukte en dit jaar mag hij het zelfs niet meer proberen;
Saeed Jalili
De grote kanshebber van de stembusslag van vrijdag 14 juni – op 21 juni is er een tweede ronde als geen enkele kandidaat de helft van de stemmen haalt – is Saeed Jalili, de man die de onderhandelingen met de “P5-plus1” (de vijf permanente leden van de Veiligheidsraad plus Duitsland) leidt over het Iraanse atoomprogramma, onderhandelingen die op de laatste besprekingen in Kazakhstan in april jl. in de impasse geraakten.
Voor Iran is er nog altijd geen sprake van het programma voor verrijking van uranium op te geven. Volgens het Westen heeft dit programma tot doel een kernwapen te maken – iets waarvoor nog altijd geen bewijs is geleverd ondanks de vele inspecties ter plekke – terwijl Teheran volhoudt dat het gaat om vreedzaam gebruik van atoomenergie en dat het volgens de regels van het Internationaal Agentschap voor Atoomenergie het recht heeft uranium te verrijken. De niet meer te tellen sancties die uitgevaardigd zijn tegen Iran hebben het bewind in Teheran nog altijd niet op de knieën gekregen. In Iran is er nog altijd een consensus over de voortzetting van het atoomprogramma. Geen enkele presidentskandidaat denkt er anders over.
Jalili, 47, is een man van de harde lijn van wie geen toegevingen te verwachten zijn. En hij lijkt daarvoor de steun te hebben van geestelijke leider Khamenei. Van sancties trekt hij zich niets aan. Godsdienst is voor hem belangrijker dan de economie. Met hem als president is het uitkijken naar de reacties van het Westen, dat al lang met aanvallen op Iraanse nucleaire doelwitten dreigt. Vraag is of een nieuwe oorlog in het Midden-Oosten, die zo’n aanvallen waarschijnlijk zullen uitlokken, het Westen niet afschrikt nu het na de fiasco’s in Afghanistan en Irak ook tot over zijn oren in de problemen zit in Syrië, waar het bewind van president Bashar al-Assad de laatste tijd de gewapende oppositie rake klappen toebrengt.