De Turks-Cyprioten hebben, na meer dan twintig jaar, een nieuwe president : Mehmet Ali Talat,52, dus bijna dertig jaar jonger dan zijn voorganger, Rauf Denktash (81). De charismatische Denktash, de vader des vaderlands, had ervoor gekozen -officieel wegens zijn hoge leeftijd en zijn zwakke gezondheid- om geen kandidaat meer te zijn.
De overwinning van Talat was voorspeld. Hij haalde het op 24 april j.l. met 55,6 procent van de stemmen. Er waren acht tegenkandidaten. De belangrijkste daarvan was een andere voormalige premier – en vertrouweling van Denktash : Dervis Eroglu. Hij haalde maar 22,7procent.
Talat was al premier van Noord-Cyprus sinds februari 2004. Toen had hij zijn overwinning te danken aan de halsstarrige afwijzing door president Denktash van het herenigingsplan voor Cyprus van VN-secretaris-generaal Koffi Annan.
Zoals algemeen bekend, is Cyprus sinds de zomer van 1974 verdeeld in een Grieks Zuiden en een Turks Noorden. Rauf Denktash maakte van dat Noorden in 1983 een onafhankelijke republiek. Maar die werd alleen erkend door Turkije. De hele internationale gemeenschap bleef aansturen op een hereniging.
De meest ambitieuze poging daartoe kwam van Koffi Annan. Die stelde voor een heel nieuw Cyprus op te richten, waarin de twee gemeenschappen elk bevoegd zouden zijn voor hun eigen zaken, met een vrijwel machteloze centrale regering.
In april vorig jaar moest dat plan aan de twee gemeenschappen worden voorgelegd in een referendum. Amper een week later moest de Europese Unie beslissen of Cyprus al dan niet werd aanvaard als één van tien nieuwe leden.
Ook de uitslag van die referenda was voorspelbaar. De Grieks-Cyprioten stemden tégen. Aangezien de EU van de hereniging geen voorwaarde had gemaakt voor de toetreding, was voor hen de buit binnen. Op 1 mei 2004 werd (Grieks-) Cyprus dan ook officieel lid van de uitgebreide Unie.
De Turks-Cyprioten hadden massaal voor het plan Annan gestemd, ondanks het verzet van hun toenmalige president Denktash. Want die wou nog verder gaan dan het plan Annan. Denktash wou dat er twéé republieken kwamen, die dan misschien later een nog lossere confederatie zouden vormen dan Annan had voorzien.
De meeste Turks-Cyprioten pikten dat niet. Ook zij wilden genieten vazn de voordelen van het lidmaatschap. Hun voorman was Mehmet Ali Talat. Die werd dan ook eerst premier (in een moeizame cohabitation met de ouder wordende Denktash), en nu dus ook president.
Vanzelfsprekend belooft Talat nu dat hij zijn politiek voor hereniging zal voortzetten en opdrijven. Hij blijft achter het plan Annan staan, zegt hij, en hij steekt de hand uit naar de Grieks-Cyprioten. Laten wij opnieuw aan tafel gaan zitten, stelt hij voor.
Maar waarover ? Over het plan Annan ? Dat ligt moeilijk, want de Grieks-Cyprische bevolking heeft dat al afgewezen, met de volledige steun van hun president, Tassos Papadopoulos. Die is trouwens maaraan de macht kunnen komen omdat hij ex-president Denktash zo’n onuitstaanbare, onverzoenlijke rekel vond.
Een betere oplossing ? Daar hebben noch Talat, noch Papadopoulos al iets over losgelaten. De druk zal dus weer moeten komen van de zogeheten internationale gemeenschap : bijvoorbeeld van de NAVO en de Verenigde Staten, die het allang beu zijn dat twee bondgenoten -Turkije en Griekenland- mekaar voortdurend in de haren vliegen omwille van Cyprus.
Of misschien kan de Europese Unie nog eens een kans wagen. Ten slotte heeft Europa zichzelf in nesten gewerkt door enerzijds te ijveren voor een herenigd Cyprus, maar anderzijds een verdeeld Cyprus als lid te aanvaarden.Op Talat en zijn Turkse achterban kunnen zij druk uitoefenen, aangezien Ankara zo graag lid wil worden van de club. Maar of Brussel sinds de toetreding ook nog iets te zeggen heeft aan Nicosia, dat is nog maar de vraag…
(Uitpers, nr 64, 6de jg, mei 2005)