In Angola en Kenia liggen de presidentsverkiezingen achter de rug. Dachten we. Maar in Kenia heeft een verrassende uitspraak van het Hooggerechtshof roet in het eten gegooid. Vanwege onregelmatigheden in hoofde van de kiescommissie, waarop het Hof niet in detail ingaat, moeten de Kenianen opnieuw naar de stembus. Op 12 oktober gebeurt dat. In Angola ruimt José Eduardo dos Santos na 38 jaar plaats als president. In dat land is er sprake van fraude – het Zuid-Afrikaanse Institute for Security Studies maakt daarvan gewag – maar dat heeft de kiescommissie uiteindelijk niet belet om haar fiat te geven.
Dos Santos weg! Of toch niet?
We kenden de uitslag al langer maar hij is nu officieel. De MPLA [Volksbeweging voor de Bevrijding van Angola] behaalt met 61,07% van de stemmen een ruime meerderheid in het Angolese parlement, Joao Lourenço volgt Dos Santos op 25 september op. De eerste keer na de onafhankelijkheid dat het land aan de top een wissel van de macht beleeft. Dos Santos heeft immers het ambt bekleed sinds het overlijden van de legendarische Agostinho Neto in 1979. Toen ik in 1978 onder zijn bewind voor het eerst in de straten van de hoofdstad Luanda rondliep, was “arm maar eerlijk” de indruk die overheerste. Dat is dezer dagen wel anders.
Angola komt door die geweldloze overgang in de rij van toonaangevende Afrikaanse landen, waar het gebruik om zonder machtsgreep om de zoveel jaar van president te veranderen geleidelijk aan tot een traditie uitgegroeid is. Nigeria, Senegal, Tanzania en Zuid-Afrika zijn voorbeelden. Dos Santos sluit vrijwillig een belangrijk hoofdstuk in de geschiedenis van Angola af. Dat is niet vanzelfsprekend. Toen hij, jaren geleden, uit liet schijnen dat hij ermee op wou houden en Lourenço aangaf dat hij in het gat wou duiken, zette de president hem voor een jaar of negen op non-actief. Om maar te zeggen dat Dos Santos lang geen dauphin geduld heeft.
Je kunt stellen dat Lourenço in de voetsporen van Dos Santos treedt. Hij is een generaal, minister van Defensie, met een verleden in de burgeroorlog die van voor de onafhankelijkheid in 1975 tot diep in de jaren negentig gewoed heeft en daarom gewaardeerd door het politiek-militaire establishment dat in Angola de lakens uitdeelt. Zijn opleiding heeft hij in de Sovjet-Unie gekregen, in zijn kantoor ligt er naar verluidt een gouden Kalasjnikov. Kortom, een man van de oude stempel. Een breuk met het verleden zou onmogelijk geweest zijn. Maar toch, het zijn verkiezingen die volgens een ongewoon patroon verlopen zijn.
Lourenço’s erfenis is niet min. De Angolese economie zit in een reuzedip, nu de olieprijzen de dieperik ingegaan zijn, met nauwelijks nog groei, een inflatie van 45% en 70% van de bevolking onder de armoededrempel. De familie Dos Santos is de spil van een allesomvattend raderwerk, dat ze in staat stelt om de economie in haar greep te houden en haar aanzienlijke fortuin veilig te stellen en aan te dikken. Corruptie is overal. Lourenço heeft weliswaar de reputatie van een sobere levensstijl en heeft van de strijd tegen de corruptie een strijdpunt gemaakt maar zelfs als hij dat meent, zal dat niet van een leien dakje lopen. ’t Is zelfs de vraag of Dos Santos achter de schermen niet zoveel touwtjes in handen houdt dat grondige veranderingen uitgesloten zijn.
Zo blijft de aftredende president voorzitter van de MPLA. En ook al is de partij van een communistische verzetsbeweging omgeturnd tot een machtsapparaat dat de beginselen van een ongebreideld marktsysteem aan zijn boezem drukt, de MPLA is en blijft beslissingsorgaan nummer één. Bovendien heeft Dos Santos op het einde van zijn ambtstermijn een wet goed laten keuren, die inhoudt dat wie hij aan het hoofd van het leger, de politie en het veiligheidsapparaat benoemd heeft acht jaar op die post blijft. Die posities zijn onwrikbaar ingenomen, de nieuwe president kan daaraan geen moer veranderen.
Van minstens even grote betekenis natuurlijk is hoe Dos Santos en de zijnen meer dan een hand in de pap houden bij het reilen en zeilen van de Angolese economie. Zijn oudste dochter, Isabel, is de spin van dat netwerk. “De rijkste vrouw van Afrika”, lees je wel eens. Isabel staat aan het hoofd van de oliemaatschappij Petrangol – olie smeert alle radertjes van de Angolese maatschappij – , controleert de uitvoer van diamanten en heeft haar tentakels in banken, de telecommunicatiesector, televisiestations, supermarkten en cementbedrijven. Ook Dos Santos’ echtgenote en zijn andere kinderen hebben aanzienlijke zakenbelangen.
Het is uitkijken hoe Angola onder zijn nieuwe president de gang van zaken in buurland Congo bekijkt. De verkiezingen in dat land volgen er een bijzonder ongewoon patroon, ze vinden er eenvoudig niet plaats. Nu weet Joseph Kabila als geen een dat noch hij noch zijn vader het zonder Angolese steun ooit gered zouden hebben. Dat was zo bij hun aantreden en dat is nog altijd zo. Hebben we aanwijzingen hoe ze tegenwoordig in Angola op de politieke manoeuvres in Congo neerkijken? Nou en of. Sinds enkele maanden schuwt Sindika Dokolo geen kritische uitspraak over Kabila. Dokolo is Dos Santos’ schoonzoon, getrouwd met Isabel. Hij is Congolees van oorsprong en schaart zich met enthousiasme aan de zijde van Moïse Katumbi, de voormalige gouverneur van Kinshasa die in onmin geraakt is met Kabila en in afwachting van de presidentsverkiezingen, na een veroordeling in een schijnproces, in ballingschap leeft. Katumbi is in de ogen van de Angolese elite de gedoodverfde opvolger van Kabila, dat staat wel vast.
Om het hoofdstuk Angola af te ronden: het is bijzonder dat Dos Santos afscheid neemt als president maar er blijft ontzettend veel bij het oude.
Kenyatta herkozen? Oeps, foutje!
Ook in Kenia leek er veel bij het oude te blijven. Uhuru Kenyatta kwam als winnaar uit de stembusslag en op de plekken waar zijn uitdager, Raila Odinga, sterk staat, enkele woonwijken in Nairobi en de streek rond Kisumu, braken gewelddadige rellen uit. Het maakt herinneringen levendig aan tien jaar geleden toen Kenia enkele weken in brand stond nadat Odinga nipt verslagen was. Alsof de geschiedenis zich om de zoveel jaar noodzakelijkerwijze hoeft te herhalen en de protagonisten in het politieke spel noodzakelijkerwijze dezelfden moeten blijven. Overigens, voor zijn aandeel in het postelectorale geweld wou het Internationale Strafhof Uhuru vervolgen maar uiteindelijk liet het de aanklacht bij gebrek aan bewijzen vallen.
Maar het Hooggerechtshof kwam met een zet die het stereotiepe patroon van tafel veegde: annulering van de uitslag wegens onregelmatigheden. De moord op een van de toplui van de kiescommissie, prima op de hoogte van hoe het elektronische systeem functioneerde, had al veel wenkbrauwen doen fronsen. Maar de internationale waarnemers hadden in het verloop geen graten gezien. Dat geeft overigens te denken over het nut van zulke missies.
Voor het eerst in Afrika heeft een dergelijk Hof op die manier een pas verkozen president voor schut gezet. Bovendien aanvaardde Kenyatta het vonnis. Nooit meegemaakt. Kenia schrijft geschiedenis, we moeten het woord alweer gebruiken. Helemaal juist is dat niet, laat een Oegandese kennis weten. In zijn land heeft in 1972 onder Idi Amin Dada de opperrechter een klager gelijk gegeven die opkwam tegen Amins beslissing om Oegandezen van Aziatische afkomst uit te wijzen. Maar goed, het ging niet over verkiezingen en die rechter is later spoorloos verdwenen. Niet echt een goed voorbeeld.
Onder de machtsstrijd Kenyatta-Odinga zitten verscheidene lagen. Vaak zie je de etnische factor beklemtoond: Kenyatta als boegbeeld van de dominante Kikuyu vs. Odinga, de voorman van de ondergeschikte Luo, een volk dat traditioneel van nomadische veeteelt leefde. Tussen haakjes, Barack Obama’s vader was een Luo, wat niet belet heeft dat alle Kenianen het bezoek van de Amerikaanse president aan hun land als een soort van thuiskomst vierden. Onder die etnische factor zie je meteen een andere tegenstelling te voorschijn komen, met name het gevecht om het gebruik van de door de demografische explosie schaars wordende grond tussen aan de ene kant rondtrekkende veetelers en aan de andere kant gewassen en groenten telende boeren.
De tweestrijd Kenyatta-Odinga heeft ook wortels in de aanloop naar en de beginjaren van de onafhankelijkheid. Uhuru’s vader, Jomo, leider van de Mau Mau-rebellen in de jaren vijftig, was Kenia’s eerste president. Raila’s vader, Oginga, was twee jaar lang zijn vice-president, tot hun meningsverschillen hem naar de oppositie loodsten. Want, wou Kenyatta van zijn land een liberale markteconomie maken, Oginga Odinga stond voor overheidsinterventie en flirtte met de groten in het toenmalige socialistische blok, de Sovjet-Unie en China. Stuurde Kenyatta zijn zoon Uhuru naar de Verenigde Staten om er te studeren, Raila trok naar Leipzig, Magdeburg en Oost-Berlijn. Na zijn terugkeer moest hij voor zijn betrokkenheid bij een poging tot militaire staatsgreep acht jaar de cel in. Om maar te zeggen dat het duel dat de zoons in 2017 op het scherp van de snee uitvechten een uitvloeisel is van oude politieke tegenstellingen en haaks op elkaar staande economische opvattingen, die het gebruik van tomeloos geweld niet schuwen.
Zijn de gebeurtenissen in Kenia een waarschuwing voor Joseph Kabila? Ik hoor het van een Congolees. Wishful thinking, me dunkt. Toen drie jaar geleden straatprotest in Ouagadougou tot de afzetting van de president van Burkina Faso, Blaise Compaoré, leidde, hoorde je dat ook: “Kabila zal met argusogen toekijken en zijn conclusies trekken”. Quod non. Alle druk die de voorbije jaren op hem uitgeoefend is, heeft telkens weer tot gevolg gehad dat hij zich in zijn egelstelling opgesloten heeft. Bovendien heeft het Grondwettelijk Hof in Congo voor hem de rode loper uitgerold, door haar uitspraak dat hij president mag blijven, zo lang er geen verkiezingen gehouden zijn. De Keniaanse opperrechters hebben meer haar op hun tanden!
Om het hoofdstuk Kenia af te ronden: het is bijzonder dat het Hooggerechtshof verkiezingen ongeldig verklaart maar er is weinig nieuws onder de zon.
Een toemaatje
Er heeft de voorbije weken nog een presidentsverkiezing plaatsgevonden in de regio, in Rwanda. Zittend president Kagame heeft 98,79% van de stemmen behaald. Niets ongewoons dus, geen scheuren in het stereotiepe patroon. Echte oppositie is onbestaande. Wie er toch tegen Kagame in het geweer komt, riskeert lijf en leden. De verkiezingsuitslag geeft aan dat het politieke model in Rwanda meer op het Oost-Europese van de Koude Oorlog lijkt dan dat in Angola en Kenia, waar politieke zwaargewichten hun scholing achter het IJzeren Gordijn gekregen hebben.