Mitt Romney behaalde op 24 april ruime meerderheden bij de Republikeinse voorverkiezingen in vijf noordoostelijke staten. Daarmee heeft hij bijna de nominatie voor de Republikeinse conventie in handen. Hij blijft echter een van de zwakste kandidaten ooit voor de Republikeinen. Toch is dat geen geruststelling voor president Obama.
De exacte cijfers zijn op het ogenblik dat ik dit artikel schrijf (woensdag 25 april) nog niet binnen, maar Romney haalt in ieder geval ruime meerderheden gaande van 57 tot 67 procent van de Republikeinse stemmen in Connecticut, Delaware, New York, Pennsylvania en Rhode Island. Alleen Delaware kent zijn 17 kiesafgevaardigden voor de Republikeinse conventie volledig toe aan de winnaar. De andere vier doen dat echter (in mindere of meerder mate) proportioneel. Connecticut is goed voor 28 afgevaardigden, New York voor 95, Pennsylvania 62 en Rhode Island 19. De juiste zetelwinst voor Romney moet dus in de komende dagen nog berekend worden.
Romney blijft daarmee met ongeveer 850 zetels nog steeds onder de vereiste helft van 1144. Hij zal die wel natuurlijk wel halen. Het duurt in ieder geval nog tergend lang voor het zover is.
Rick Santorum heeft eerder al opgegeven, onder andere om een nederlaag in zijn thuisstaat Pennsylvania te vermijden (zie Lees Ook). Romney heeft daar nu ongeveer 58 procent gehaald. Newt Gingrich doet officieel nog mee maar heeft zo goed als opgegeven. Hij had nog wat ingezet op de meest zuidelijke van de vijf staten waarvan sprake, Delaware, de kleine staat net boven Washington, DC. Het werd echter ook daar een afgang.
Ron Paul heeft nauwelijks campagne gevoerd in deze vijf staten. Hij is er zelfs niet naar toe gegaan en heeft alles aan zijn plaatselijke campagneteams overgelaten. Ondanks een quasi volledige afwezigheid in de advertenties op tv en in andere media behaalde hij opnieuw redelijke goede resultaten, met uitzondering van het piepkleine Rhode Island, waar de Republikeinen historisch altijd al klein waren.
Paul is alles aan het inzetten op de voorverkiezingen in zijn thuisstaat Texas op 29 mei. Hij is ook vast van plan om door te gaan en deel te nemen aan alle veertien nog te houden voorverkiezingen tussen 8 mei en 26 juni. Zeven van de betrokken staten verdelen hun delegatie voor de Republikeinse conventie proportioneel, daar vallen dus ook voor hem nog zetels te behalen. Romney is nu al zeker van de kiesvertegenwoordigers in de zeven staten waar de sterkste kandidaat alle zitjes krijgt. Daar hoort ook Californië bij dat zijn 172 zetels volledig aan de winnaar toekent.
Texas daarentegen verdeelt zijn 155 zetels proportioneel. Het is ook Paul’s thuisbasis. Ron Paul wil tijdens de Republikeinse conventie van 27 tot 30 augustus in Tampa, Florida op het politiek platform van Romney wegen. Hij maakt geen schijn van kans om genomineerd te worden voor het vice-presidentschap maar kan wel politiek zijn gewicht in de schaal werpen om zijn libertaire standpunten door te drukken. Zijn nationaal kiespotentieel wordt immers geschat op 5-6 procent van de Amerikaanse bevolking. Dat is genoeg om de Republikeinse partij bloednerveus te maken. Als Ron Paul openlijk Romney zou afvallen, of erger nog, als hij als onafhankelijk kandidaat zou doorgaan, kan dat voor de Republikeinse kandidaat de nederlaag betekenen.
Romney zelf blijft zich ondertussen lustig in de eigen voet schieten. Hij sprak recent een noordoostelijk publiek toe met de mededeling dat hij meer overheidssubsidies voor studenten wil – iets wat hij nauwelijks enkele weken eerder net omgekeerd had gezegd.
(In het vrijemarktonderwijs van de VS beginnen duizenden studenten hun beroepsloopbaan met de afbetaling van de peperdure leningen voor hun studies).
Nu hij echter de man wordt die Obama moet verslagen gaat de Democratische campagne dit niet meer laten liggen. Obama onthield zich tot nu eerder van commentaar – kwestie van het imago van de wijze staatsman hoog te houden – maar heeft recent op zowel de uitlatingen van Romney zelf als van zijn vrouw gereageerd met bijtend sarcastische commentaar.
Het zal buitenlanders bizar lijken dat de Republikeinse partij niet meer moeite heeft gedaan om sterkere kandidaten naar voren te schuiven. Namen als Chris Christie, Jeb Bush (broer van George W.), Mitch Daniels, Mike Huckabee, John Thune, Marco Rubio en Donald Trump zeggen de gemiddelde Europeaan niets maar het zijn stuk voor stuk betere redenaars en sluwere debaters die de kunst om de mensen naar de mond te praten veel beter beheersen dan Romney.
Ze hebben echter eieren voor hun geld gekozen en wachten de verkiezingen van 2016 af, wanneer er terug verkiezingen zullen zijn zonder een zetelende president als tegenkandidaat. Iedereen gaat er immers van uit dat de huidige vice-president Joseph Biden noch de capaciteit noch de ambitie heeft om dan zelf nog kandidaat te zijn. De strijd zal binnen vier jaar terug open zijn. Romney daarentegen is net iemand die enkel kans maakt om genomineerd te worden op ogenblikken als deze, wanneer de echt grote namen afhaken. Voor hem is het nu of nooit.
Niets dan goed nieuws voor Obama dus? Helemaal niet. Obama heeft uiteraard het voordeel van het ambt. Hij moet er enkel voor zorgen geen al te grote stommiteiten te begaan en hopen op een relatief rustig verder kabbelen van de huidige economische problemen.
In de buitenlandse berichtgeving wordt er fel gespeculeerd over een eventuele nieuwe oorlog in Iran als domper op de campagne van Obama. Dat is onterecht. Eerst en vooral stemmen de Amerikanen (net als de rest van de wereld) op basis van binnenlandse politieke overwegingen, maar bovendien kan de Republikein Romney nooit tegen een eventuele aanval op Iran zijn.
Obama heeft echter niets behouden van het geestdriftig elan van 2008. Over hem wordt door zowat al zijn toenmalige medestanders gesproken in termen van ontgoocheling. In feite zal zijn campagne in grote lijnen hier op neerkomen: “Ik ben dan wel geen fantastisch kandidaat maar die andere kerel is gewoon nog slechter.” Als er niets speciaals gebeurt dan is Obama zeker van de zege. Dat is echter maar de vraag: er kan inderdaad nog vanalles gebeuren!
De Europese massamedia zullen hun ‘paste and copy’ bovenhalen. Obama wordt hun kandidaat. Zijn verdiensten zullen in de verf worden gezet en de Republikeinse tegenkandidaat zal worden neergebliksemd met behulp van alle terechte en onterechte clichés die over de VS de ronde doen.
Ondertussen krijgt de bevolking van het machtigste land ter wereld andermaal de keuze tussen aan de ene kant een ‘gewone’ kandidaat van het imperium onder leiding van een elitaire minderheid en aan de andere kant ‘hetzelfde maar iets openlijker en nog iets erger’.
Wie zich hier ontmoedigd door voelt, moet zich echter realiseren dat democratie veel meer is dan om de zoveel jaar een stembrief in te vullen. De grootste stappen voorwaarts in de Amerikaanse geschiedenis – de New Deal van Franklin Roosevelt in de jaren ’30 en de New Society van Lyndon Johnson in de jaren ’60 – zijn er gekomen tegen de wil van het politieke establishment in. Jarenlange strijd is daar aan voorafgegaan.
De grote massamedia zijn een onlosmakelijk onderdeel van dit politiek systeem (ook in Europa). Dat de grote media zoveel aandacht besteden aan oppervlakkige shows zoals deze verkiezingen gebeurt ondermeer omdat zij ons willen doen geloven dat ‘passief ondergaan’de enige mogelijkheid is. Dat is niet zo.
Politieke strijd heeft wel degelijk zin. De geschiedenis bewijst dat.
(Uitpers nr. 142, 13de jg., mei 2012)
Lode Vanoost
25 april 2012