Als de 21ste oktober vlak voor middernacht de uitslag van de parlementsverkiezingen in Polen bekend raakt, slaken ze in heel wat Europese hoofdsteden een zucht van opluchting. Het rijk van eerste minister, Jaroslaw Kaczynski, is n.l. ten einde. Met zijn tweelingbroer, Lech, moet Europa daarentegen nog een jaar of drie leven. Zo lang nog loopt zijn ambtstermijn als president.
Maar de partij van de Kaczynski’s, PiS, Recht en Gerechtigheid, moet de regeringsscepter overdragen aan PO, Platforma Obywatelska, het ultraliberale Burgerplatform van de toekomstige premier, Donald Tusk. PO zit met 41,51 % van de stemmen, goed voor 209 van 460 zetels, dicht bij de absolute meerderheid in de Sejm, het Poolse parlement.
Achter de haat-liefdeverhouding tussen de Europese Unie en Polen van de voorbije twee jaar, waarin vooral de klemtoon lag op het eerste zelfstandige naamwoord, hebben de verkiezingen een punt gezet. Voorbij is de tijd dat de Europese leiders met klamme handen naar een topconferentie trekken in de wetenschap dat alweer Polen bij monde van een van de Kaczynski’s dwarsligt, is het niet over het Europese verdrag als zodanig, dan toch over de zetelverdeling in het Europese parlement, de meerderheid nodig om in de Raad beslissingen te nemen of het vetorecht. Voorbij is de tijd dat Poolse afgevaardigden in het Europese parlement hun zetel dreigen te verliezen omdat ze weigeren zich te onderwerpen aan een onderzoek naar hun activiteiten tijdens het communisme, wat in hun ogen hun vrijheid van handelen aan banden legt. Voorbij is de tijd dat Polen het imago van de EU bezoedelt met homofobe uitspraken, maatregelen die het recht op abortus ondermijnen of de weigering om de Europese dag tegen de doodstraf te respecteren. Voorbij is de tijd dat de Duitse kanselier Merkel zich als voorzitter van de Raad een onheuse behandeling, schofterige uitspraken over de Holocaust incluis, moet laten welgevallen om de Polen niet te vervreemden van de rest van Europa. Voorbij is misschien ook de tijd dat de scherpe Poolse reactie op het Russische verbod op de invoer van Pools vlees de betrekkingen tussen de EU en de Russische president Poetin maandenlang hypothekeert.
Twee jaar zijn ze aan de macht geweest, de Kaczynski’s en hun aanhangers van PiS, met hun typisch Poolse mengeling van extreem nationalisme, wat in Polen zelf zedig patriottisme heet, en oerconservatief katholicisme, het geheel gekruid met een flinke dosis populisme. PiS mag dan een specifiek Pools fenomeen lijken, de partij schrijft zich tegelijk in een tendens in, die in aardig wat andere Europese landen opgeld maakt : gespierd rechts gekoppeld aan populisme en toegespitst op de inbreng van maatschappijvreemde invloeden en het behoud van de eigen identiteit. In het Europese parlement zitten PiS haar afgevaardigden in dezelfde fractie als de Italiaanse Lega Nord, de Ierse Fianna Fail en de Deense Volkspartij.
De aanpak van de Franse president, Sarkozy, is het meest geslaagde voorbeeld van die radicaal rechtse trend maar ook het gezonde verstand van Jean-Marie de Decker in België, Geert Wilders en de trots op Nederland zijnde Rita Verdonk en de SVP, de Volkspartij van minister Blocher, die diezelfde 21e oktober de verkiezingen in Zwitserland gewonnen heeft, zijn exponenten van een politieke richting, die volop in opgang is. Voor het merendeel teren dergelijke formaties op de onvrede die bij een deel van de bevolking ontstaan is n.a.v. de groeiende aanwezigheid van migranten, asielzoekers e.a. vreemdelingen in hun land. Maar in Polen is het de weerstand tegen de hedendaagse interpretatie van de normen en waarden van de Verlichting, het als nieuwlichterij aangevoelde West-Europese denken, die PiS als manna in de schoot gevallen is, gefundenes Fressen voor katholieken die zijn blijven hangen in het ultramontaanse gedachtegoed van de negentiende eeuw.
Vanzelfsprekend was de voorzitter van de Europese Commissie, Barroso, als de kippen erbij om Tusk te feliciteren met zijn overwinning. Het Burgerplatform is met zijn neoliberale programma een gedroomd troetelkind voor wie er in de Europese Unie het liberalisme koestert. En dat zijn er veel, gezien Europa hoe langer hoe meer een dwingend liberaal project is, dat stroom, gas, brievenpost en treinverkeer uit handen van de staat haalt en wat graag de zorg voor het sociale overlaat aan budgettair amechtige nationale overheden.
Wie waagt het in de oude lidstaten nog om naar de stembus te trekken met voorstellen als een sterk verlaagd fiscaal eenheidstarief? Als bewonderaar van Ronald Reagan en Margaret Thatcher doet Tusk dat voor de tweede keer en nu is zijn campagne op een monsterscore uitgemond. Als spruit van Solidarnosc weet hij dat hij in Polen geen militant vakbondsoptreden meer hoeft te vrezen. Na de opruiming van het communisme is de eerste vrije vakbond uit het voormalige Oostblok op zijn lauweren gaan rusten. Vier dagen voor de verkiezingen van de 21ste oktober heeft de regering-Kaczynski de scheepswerf van Gdansk, waar de wieg van Solidarnosc gestaan heeft, aan een onderneming uit Oekraïne verkocht. Opgeruimd staat netjes, het lijkt wel symbolisch. Ook Polen heeft nood aan een actie als “Red de Solidariteit”.
Is het zo zeker dat Polen na drie en een half jaar lidmaatschap van de EU onder Tusks Burgerplatform uitgroeit tot een partner die keurig zijn plaats in de rij inneemt? Absoluut niet. Een wezenskenmerk van de Poolse politiek sinds de eerste (half)democratische verkiezingen van 1989 is haar instabiliteit. Nooit heeft een politieke partij haar overwinning en haar verwezenlijkingen tijdens de regeerperiode die erop volgt, kunnen verzilveren bij de volgende stembusslag.
Vier jaar na de overweldigende zege van vakbondsleider Walesa’s kandidaten in 1989, die toen de communisten letterlijk van de politieke kaart veegden, verdreven de opvolgers van die vermaledijde marionetten van de Sovjets, opgestaan uit de dood alsof ze Lazarus waren, de vakbonders weer van de macht. Sindsdien is het elke verkiezing van dattum. De smadelijkste vernedering ondergaat AWS, de kiesvereniging van Solidarnosc, in 2001. Na vier jaar regeerwerk haalt ze niet eens meer de kiesdrempel en verdwijnt ze uit het parlement.
De Kaczynski’s vergaat het de 21e oktober beter. Ze verliezen weliswaar het pleit en moeten baan ruimen voor het Burgerplatform. Maar PiS breekt gedeeltelijk met de voorspelbare afloop dat regeringsverantwoordelijkheid de voorbode voor een verpletterende nederlaag bij de volgende verkiezingen is. Met 32,11% blijft ze de tweede partij. Meer nog, ze trekt meer kiezers aan dan twee jaar geleden. Zowel in procenten – in 2005 behaalde ze 26,99% – als in absolute cijfers – 5.183.477 stemmen tegenover 3.185.714 in 2005, 2 miljoen meer ! – gaat PiS fors erop vooruit. Ze trekt met 166 volksvertegenwoordigers de nieuwe Sejm binnen, elf meer dan twee jaar geleden.
Hoe dat kan? PiS heeft haar gewezen coalitiepartners tot figuranten op het politieke toneel teruggebracht. Dat is het lot van zowel de oerconservatieve Liga der Poolse Families als de zich als een militie gedragende boerenpartij Samoobrona, Zelfverdediging. Allebei, de Liga met haar xenofobe en antisemitische uitschuivers – die in het Europese parlement zitting heeft in de fractie waarin ook de Britse Onafhankelijkheidspartij en het Franse Mouvement pour la France van De Villiers een plaats gevonden hebben – als Samoobrona – in het Europese parlement in geen enkele fractie ingeschreven – eindigen ruim onder de kiesdrempel. Ze blijven zonder parlementszetels achter.
Op de keper beschouwd hebben de Kaczynski’s bijna het huzarenstukje herhaald, waarmee Sarkozy zich afgelopen lente tot president van Frankrijk gekroond heeft: je de thema’s van de extreme rechterzijde eigen maken, ze ontdoen van hun meest ranzige kantjes en hun oorspronkelijke pleitbezorgers naar de marge van de politiek verwijzen. PiS heeft zich op enkele jaren tijd opgeworpen als dé incarnatie van het conservatieve nationalisme in Polen. De partij heeft aan die kant van het spectrum geen concurrentie meer. Het is en blijft een te duchten macht voor evengoed zijn liberale als zijn progressieve tegenstanders.
En toch verliest PIS de verkiezingen? De belangrijkste verklaring is dat het Tusks Burgerplatform deze keer, in tegenstelling tot twee jaar geleden, wel gelukt is om het moderne segment van de Poolse samenleving – de stedelingen en de jongeren die het liberale Europa omarmd hebben – ertoe te bewegen om zich naar de stembus te begeven. I.p.v. een opkomst van 40,57%, het belachelijk lage cijfer van 2005, hebben we de 21ste oktober ruim 55% genoteerd, een voor Polen ongewoon hoog percentage. Op de parlementsverkiezingen van 1993 na hebben er sinds de val van het communisme nooit zoveel stemgerechtigden hun stem daadwerkelijk uitgebracht.
Een bijkomende verklaring voor zijn overwinning is dat Tusk – een geluk bij een ongeluk – na de verkiezingen van 2005 naast een akkoord met PiS gegrepen heeft voor een coalitie, die iedereen voordien in de sterren geschreven zag staan. Het zou zijn Burgerplatform zo goed als zeker, de Poolse traditie kennende, bij de volgende verkiezingen, nu dus, een opdoffer van belang bezorgd hebben. Als opposant lag de weg naar een daverend succes voor hem open.
Wat ook opvalt in de verkiezingsresultaten is het debacle van links. Eindelijk, achttien jaar na het wegstemmen van de communisten, komen hun opvolgers, de sociaaldemocraten, onder dezelfde vlag op als de progressieve vleugel van Solidarnosc. De grote verzoening heeft niet tot een doorbraak geleid, integendeel, hoewel de goede uitslag van Links en de Democraten bij de gemeenteraadsverkiezingen verleden jaar, toen de kersverse alliantie voor het eerst gezamenlijke lijsten indiende, het beste had laten verhopen. Dat oud-president Alexander Kwasniewski tegenwoordig in dezelfde politieke beweging militeert als boegbeelden van Solidarnosc zoals de vroegere Minister van Buitenlandse Zaken, Bronislaw Geremek, en de internationaal gewaardeerde christendemocratische vakbondsman, Jan Kulakowski – die in het Europese parlement overigens allebei deel uitmaken van de liberale fractie -, heeft de Polen niet kunnen overtuigen Het elan van het liberale Burgerplatform – dat dan weer lid is van de Europese Volkspartij van christendemocraten en conservatieven – was niet te stuiten.
Staat de Poolse kiezer straks voor verrassingen? Dan kan best. Tusk is even goed als de Kaczynski’s tegen een liberalisering van de abortuswetgeving. Net als zij wil hij desnoods een heksenjacht organiseren om de restanten van het communisme uit het openbare leven bannen. Dat geeft nog vuurwerk, daarop kun je donder zeggen.
Wat het Burgerplatform het meest parten kan spelen, zijn de plannen voor de hervorming van de belastingen. Als het zijn belofte houdt om de flat tax in te voeren leidt dat onvermijdelijk tot een forse verlaging van de overheidsinkomsten en grootscheepse besparingen in de sociale e.a. uitgaven. Er zullen op dat moment veel Polen op de Kaczynski’s roepen.
De onnavolgbare mengeling van ingrediënten die in het programma van PiS samenkomt, bevat n.l. ook een scheut Rerum Novarum i.v.v. aandacht voor de zwaksten uit de samenleving. De Kaczynski’s zijn naar de kiezer getrokken met beloftes als extra geld voor crèches en dat is geen luxe in een land waar maar één kind op vijftig daar opvang vindt. Ook een fiscale aftrek voor kinderlast staat er in het programma ingeschreven, een vervolg op regeringsmaatregelen van verleden jaar als de verhoging van het kindergeld en de invoering van een geboortepremie. Die sociale dimensie vinden we bij het Burgerplatform niet terug.
Zoals wel vaker in Polen zijn ook deze parlementsverkiezingen gekleurd door randfenomenen. In 1990 heeft een obscuur migrant uit Canada, Tyminski, Walesa het knap lastig gemaakt om het tot president te schoppen. Bij latere verkiezingen heeft de Partij van het Bier de zwakke plek van menig mannelijk kiezer bespeeld om een zetel in de wacht te slepen. De 21ste oktober heeft de Vrouwenpartij met naaktfoto’s van haar aantrekkelijkste leden de kiezer proberen te verleiden. Als Tusk zijn liberale en conservatieve ideeën in de praktijk omzet en van zijn land het voorspelbare sociale kerkhof maakt, zullen nog meer Polen zich de kleren van het lijf rukken. En deze keer zal het geen zicht zijn.
(Uitpers, nr 91, 9de jg., november 2007)