“Zolang we mannen als jullie hebben, zijn we absoluut onoverwinnelijk”. Aldus de Russische president Vladimir Poetin woensdag bij een bezoek aan militairen die in Tsjetsjenië een opleiding volgen. Poetin is er op uitnodiging van zijn goede vriend Ramzan Kadyrov, president van deze republiek van de Russische Federatie.
Kadyrov beschrijft zichzelf vaak als een ‘voetsoldaat’ van Poetin. Hij zei dat Tsjetsjenië sinds het begin van de oorlog in Oekraïne al 47.000 soldaten naar het front stuurde, onder wie hijzelf en 19.000 vrijwilligers. Tsjetsjeense eenheden hebben zich volgens Oekraïense bronnen schuldig gemaakt aan talrijke wreedheden. Kadyrov zelf verscheen de eerste maanden an de oorlog zelf op het strijdtoneel.
Twee oorlogen
Poetins snelle opmars naar het Kremlin eind vorige eeuw had met Tsjetsjenië te maken. President Boris Jeltsin benoemde hem in 1999 tot premier, nadat Poetin hem als chef van de geheime dienst FSB uit handen van de justitie had gehouden. Daarop startte Poetin een tweede Tsjetsjeense oorlog tegen de separatisten die eerder (1994-1996) het Russisch leger hadden verslagen.
Deze tweede oorlog was al even wreed als de door het Westen toegejuichte eerste. Er vielen meer dan 50.000 doden en het al zwaar geteisterde Grozny lag volledig in puin. Maar deze keer vond Poetin ook collaborateurs bij de grote clan geleid door de familie Kadyrov. Bij de clan hoort ook een goed bewapende en getrainde militie.
Moskou keek niet op de centen. Grozny werd volledig heropgebouwd. De clan kreeg in deze Noord-Kaukasische republiek volmacht om “orde” te doen heersen, in dit geval ook een islamistische. Kadyrov legt sterke regels op en is een voorloper in de repressie tegen homo’s. In Grozny is de grootste moskee van Europa gebouwd.
Kadyrov leent ook hand en spandiensten aan Poetin. De moord in 2015 op de liberale opposant Boris Nemtsov in Moskou, was het werk van een Tsjetsjeens commando. En ook in Oekraïne kan Poetin dus ten volle op Kadyrov rekenen.