Bijna twaalf jaar lang wist Vladimir Poetin, achtereenvolgens als president en premier van de Russische Federatie, een meerderheid van de bevolking in te palmen met een politiek van “orde op zaken”. Na de jaren van junglekapitalisme onder Boris Jeltsin, gaf Poetin veel Russen het gevoel dat hun land weer op het goede spoor zat. De parlementsverkiezingen van 4 december 2011 waren voor hem een ontnuchtering, het vertrouwen is zoek. Poetin dacht dat hij de presidentsverkiezingen van 4 maart alweer met vlag en wimpel zou winnen. Maar dat lijkt ineens verre van zeker.
Aan middelen ontbreekt het Poetin niet. Hij controleert volledig het staatsapparaat, op regionaal vlak zorgen de door hem benoemde gouverneurs ervoor dat alles verloopt zoals gewenst. Het overgrote deel van de media zingt zijn lof. De Russisch-Orthodoxe kerk is een trouwe partner. Hij maakte min of meer een einde aan de oorlog in het opstandige Tsjetsjenië, ook al is het resultaat dat hij het gebied overleverde aan de maffieuze clan van Ramzan Kadyrov die er een islamistische orde invoerde. En tot voor kort kon Poetin bogen op de economische successen, al waren die vooral gebaseerd op de uitvoer van olie en gas.
Tevens wekte Poetin de indruk dat hij de gehate oligarchen onder de duim wist te houden. Dat was niet meer dan een indruk. Poetin had begin 2000 een akkoord gesloten met de oligarchen dat ze hun verder hun gang konden gaan, dat ze verder konden genieten van de plunderingen uit de jaren 1990. In ruil moesten ze zich onthouden van politieke activiteiten en moesten ze dulden dat de omgeving van Poetin, vooral personen uit de veiligheidsdiensten, een graantje konden meepikken. Michail Chodorkovsky wou zich aan die afspraak onttrekken en belandde in de gevangenis voor fraude – iets waaraan alle oligarchen schuldig zijn.
Corruptie
Na de parlementsverkiezingen van 4 december kwamen Russen massaal op straat om tegen verkiezingsfraude te protesteren. Dat was nog een grotere ontnuchtering voor Poetin, zoveel mensen die de durf hadden op straat te komen. Het leek er zelfs op dat de angst van kamp verwisselde, dat repressie de mensen koud liet. Op internet en in theaters is Poetin bovendien het voorwerp van massale spot geworden. De koning staat in zijn blootje.
De koning aarzelt tussen repressie en dialoog. Ik wil wel dialogeren, maar met wie, die opposanten zijn een bonte verzameling van mensen die allemaal iets anders willen, zei Poetin in een gematigde bui. Helemaal ongelijk heeft de kandidaat-president niet, bij de betogers zitten rechtse nationalisten, rechtse liberalen, nationaal-bolsjevieken, communisten en vooral verontwaardigde burgers die de corruptie van het regime beu zijn. Ze zijn slechts verenigd rond één punt: Poetin en zijn corrupte bewind moeten zo snel mogelijk weg.
Corruptie staat bovenaan het lijstje van hun aanklachten tegen het regime. Poetin is zijn aureool vooral kwijtgeraakt omdat de Russen vaststellen hoe corruptie alle geledingen van de machtsapparaten doordrenkte. Ze zien vooral de Partij “Eén Rusland” van Poetin als de belichaming van die corruptie.
Daarom wellicht dat Poetin nu campagne voert zonder naar die partij te verwijzen, hij wil als een goede huisvader boven de partijen staan. Maar de betovering is gebroken. Poetin weet dat hij het vooral moet hebben van de zwakte van de tegenstand.
“Tegenstand”
Een deel van die tegenstand is in feite “imbedded” oppositie, partijen en politici die zich neerleggen bij een tweederangs rol in ruil voor wat bescheiden invloedruimte. Dat geldt voor nagenoeg alle andere kandidaten en hun partijen: de communisten van Gennadi Zjoeganov, nu weer kandidaat, de uiterst-rechtse Liberaal-Democratische Partij van Vladimir Zjirinovski, de liberale Jabloko van Grigory Javlinsky, de ‘sociaaldemocratische’ Rechtvaardig Rusland van Sergej Mironov. En ook de “onafhaneklijke” oligarch Michail Prochorov, die ogenschijnlijk het pact van 2000 schendt, is in veler ogen slechts een stroman van Poetin om zo de indruk te versterken dat het om open eerlijke verkiezingen gaat.
De kiezers hebben dus niet echt een ruime keuze. Echte opposanten zijn er niet, er heerst ondanks de grote betogingen van december een zeker fatalisme, Poetin wordt het toch weer, het zal erop aankomen op het elan van die betogingen verder te gaan. Maar zonder goed te weten wat in de plaats te stellen.
Ook al is de concurrentie zwak, niets garandeert dat er op 4 maart minder wordt gefraudeerd dan op 4 december, want men weet toch nooit. Met een zwak deelnemersveld en wat fraude maakt Poetin kans voor een nieuwe ambtstermijn. Maar het wordt er een met zeer veel valkuilen.
(Uitpers nr. 139, 13de jg., februari 2012)