Peter Edel. De schaduw van de ster. Zionisme en antizionisme. Uitg. EPO, Berchem, 2002. 327 blz.
Is het zionisme een vorm van racisme zoals de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties ooit besliste? Volgens de Verenigde Staten en Europa, die met succes (en vooral veel geld en chantage) de strijd aanbonden om die resolutie te schrappen, niet. Hadden alle anderen dan ongelijk? Een antwoord op die vragen zal men niet vinden in het boek van Peter Edel. Het is immers, ondanks bepaalde (soms te uitvoerige religieuze) achtergronden ervan, geen geschiedenis van het zionisme in zijn verschillende vormen. Het gros ervan is gewijd aan de praktijk van het zionisme, maar men kan moeilijk de conclusie ontlopen dat op zijn minst die praktijk racistisch is.
Meer dan genoeg redenen voor de auteur om te pleiten voor een "definitief afscheid van het zionisme". Dat klinkt redelijk genoeg, want het zionisme is een mislukking als men ervan uitgaat dat een joodse staat niet de oplossing is voor het geweld tegen joden zoals de zionisten dachten. Paradoxaal genoeg hebben zij, terwijl het antisemitisme overal in de wereld goeddeels verdwenen is en de joden geen gevaar meer lopen, honderdduizenden joden samengebracht in een supergetto, waar zij elke dag worden belaagd.
Maar zo simpel is het niet. Het zionisme van Theodor Herzl en zijn volgelingen was er op gericht een "joodse staat" op de wereldkaart te krijgen. Ten koste van alles. Ook van de joden die niet in het project waren geïnteresseerd. En van alle mogelijke morele principes. Samenwerking met het nazisme was, op de revisionisten na, voor de meeste zionisten geen probleem. Evenmin als met dictatoriale en bloedige regimes, zolang zij het "project" maar hielpen bevorderen al was het maar door aankopen van Israëlische wapens. De staat is een nieuwe god. Een doel op zich. De visie van een "Israël zonder zionisme" lijkt dan ook een utopie, ook al neemt het aantal atheïstische joden en niet-joden via de immigratie uit Rusland en via de gastarbeid toe in Israël.
Hoop doet echter leven. De-zionisering zou inderdaad een einde maken aan praktijken die in een moderne wereld om onduidelijke redenen enkel in Israël worden getolereerd. Israël is voor velen nog steeds boven elke kritiek verheven. Dat blijkt ook uit het voorwoord van de schrijver Karel Glastra van Galen, die toegeeft zeer te hebben geaarzeld om op het verzoek in te gaan omdat hij weet dat kritiek op Israël zeer "gevoelig" ligt.
Het boek zou zeker op de lectuurlijst moeten komen van auteurs, zoals Oriana Fallaci, en commentatoren, zoals die van De Morgen en De Standaard, voor wie het "de bon ton" is geworden uit te varen tegen de islam (en van daaruit tegen de Arabieren). Zij vergeten – waarschijnlijk weten ze het niet eens – dat bv. de vrouwonvriendelijkheid van de islam terug te vinden is in het jodendom. Ze is er eigenlijk op gebaseerd. Maar die perscoryfeeën zullen zich er wel voor hoeden uitvallen te doen tegen het jodendom of te spreken van "kut-joodjes", want zij weten best dat dit racisme is. Van "bondgenoten" mag er niets dan goeds worden verteld. Het "recht op kritiek" geldt enkel voor "vijanden" en "achterlijke" moslims. Dat zou geen racisme zijn.
Tot zover deze parenthese. Peter Edel heeft een verdienstelijk werkstuk afgeleverd dat misschien kan bijdragen aan het op gang komen, vooral in Nederland, van een discussie over Israël en (de praktijk van) het zionisme. Maar toch blijft de indruk bestaan dat de auteur, wat het Midden Oosten betreft, nog niet tot volle rijpheid is gekomen. Het is een complexe problematiek, die veel studie en lectuur vergt. Het niveau van een Lucas Catherine haalt hij nog lang niet. Zo kunnen er vraagtekens worden gezet bij zijn interpretatie van de invloed van Israël in Afrika en in de Verenigde Staten.
Het is zeer de vraag of wijlen de Congolese dictator Mobutu ooit van de Protocollen van de Ouderen van Zion zou hebben gehoord, laat staan er door beïnvloed zou zijn in de zin dat er volgens die Protocollen een te duchten joodse macht zou bestaan. Maar hij wist wel goed dat hij via Israël moest gaan om Amerikaanse én Europese steun te krijgen. Amerikanen en Europeanen hebben hun financiële macht gebruikt om de Afrikaanse landen, die na 1967 de relaties hadden verbroken met Israël, te verplichten de banden te herstellen. Dit was een voorafgaandelijke voorwaarde. Mobutu was lang niet de enige Afrikaanse leider die dat – met succes – deed om de kassa te doen rinkelen.
Wat de VS betreft meent Peter Edel dat Israël (evenals Egypte, Jordanië, Turkije en Saoedi-Arabië) "in vrijwel alle opzichten naar de pijpen van de VS (danst) en niet andersom". Dit lijkt wel een grove onderschatting van de Israëlische invloed op de Amerikaanse politiek. Zo kan Israël zowel in het Huis als in de Senaat zonder probleem om het even welke resolutie met een tweederde meerderheid doen goedkeuren. En de joodse stem en het joodse geld zijn van enorm belang. Politici die een kritische stem tegenover Israël laten horen zijn de voorbije jaren systematisch het doelwit geweest van de joodse lobby en hebben hun zetel ten gevolge van financiële steun aan hun tegenstander verloren.
In de Congresverkiezingen van november is dit niet anders. Zo zullen de zwarte activiste Cynthia McKinney, in Georgia, en Earl Hilliard, in Alabama, beide na vijf termijnen in het Huis daar niet terugkeren wegens hun kritiek op Israël. De joodse lobby heeft met succes massaal geld gespendeerd aan kandidaten die bereid zijn Israël onvoorwaardelijk te steunen. Het is alvast een waarschuwing voor nog enkele zeldzame Congresleden die niet in de Israëlische pas lopen hun houding te herzien.
Paul Vanden Bavière
(Uitpers, nr. 35, 4de jg., november 2002)