Het Hooggerechtshof van de VS heeft de staat Ohio gelijk gegeven: de Republikeinse bestuurders van die staat mogen duchtig snoeien in de kiezerslijsten. Ohio is wat men een “sleutelstaat” noemt, een staat die vaak de doorslag geeft in de presidentsverkiezingen. De kiespersonen van Ohio zijn dikwijls beslissend in het nationaal kiescollegevaak. Obama en Trump weten dat maar al te goed.
Het democratisch principe van één man één stem, naargelang de landen uitgebreid tot één persoon één stem (in België pas in 1948), is verre van heilig. Donald Trump kreeg een pak minder stemmen dan Hillary Clinton, maar haalde het in het kiescollege. Weinig landen hebben een evenredig stelsel waarbij elke stem telt – Nederland is een zeldzame uitzondering. Kiesdrempels en systemen zoals het Britse, beletten dat minderheden vertegenwoordigd zijn. In de VS zorgt gerrymandering, het verknippen van de grenzen van kiesdistricten, er dikwijls voor dat stemmen uit armere wijken minder doorwegen.
De voorbije jaren gaan steeds meer VS-staten, vooral die met een Republikeinse meerderheid, knoeien met de kieslijsten. Op die manier weren ze bij voorbeeld Afro-Amerikanen en Latino’s uit de lijsten met allerlei dubieuze criteria. De staat Ohio heeft al een trieste reputatie met kieslijsten waarop tienduizenden geregistreerde kiezers ontbreken. De Republikeinse meerderheid wil de kieslijsten verder “uitmesten” door “onregelmatige kiezers” eruit te gooien, wat tot een klacht bij het Hooggerechtshof leidde. Dat besliste met 5 tegen 4 dat Ohio zijn gang kan gaan. De 5 door Republikeinse presidenten benoemde rechters stemden voor, de 4 door Democraten benoemde tegen.
Die uitspraak zet de deur open voor andere staten van de VS die hun kieslijsten willen ontdoen van kiezers die geneigd zijn Democraat te stemmen. Op die manier wordt al gewerkt aan de herverkiezing van Trump in 2020.