Op 18 maart 1962 ondertekenden de Franse regering en het Algerijnse FLN (Front de Libération Nationale) in Evian een akkoord tot enkele maanden later tot de onafhankelijkheid van Algerije leidde. De vijftigste verjaardag van die ondertekening had voor Parijs de gelegenheid kunnen zijn om met dat Algerijnse verleden in het reine te komen. Maar in deze aanloop tot de presidentsverkiezingen, verkoos president Nicolas Sarkozy te vissen naar de stemmen van de “pieds noirs” en hun nazaten – de Fransen die door het einde van de koloniale oorlog massaal uit Algerije naar Frankrijk keerden.
Officieel Parijs weigert schuld te bekennen voor een van de gruwelijkste oorlogsperiodes uit zijn geschiedenis. Tussen het begin van de opstand in 1954 en de akkoorden van Evian sneuvelden volgens historici honderdduizenden Algerijnen. Historicus Benjamin Stora berekende dat van de ca 9 miljoen Algerijnen er 400.000 omkwamen – naast 30.000 Fransen soldaten. Parijs stuurde in die zes jaar anderhalf miljoen militairen naar zijn “overzeese departementen” in Noord-Afrika.
Tijdens die zes jaar werd een groot deel van de bevolking, twee miljoen mensen, gedeporteerd in de hoop ze zo aan de invloed van het FLN te onttrekken. Het was een periode van ongelooflijke brutaliteiten met folteringen, verkrachtingen, executies en dorpen bestoken met napalm. In Parijs werden op 17 oktober 1961 meer dan honderd vreedzame betogers door de politie afgemaakt.
Het was een compleet idiote oorlog, de onafhankelijkheid van Algerije was onvermijdelijk. Maar de Franse regeringen blonken in die dagen niet uit in luciditeit, ook niet als de premier een socialist was. Het was in diezelfde megalomane optiek dat Fransen en Britten in 1956 het Suez-kanaal bezetten maar door Washington werden teruggefloten. Het Franse kolonialisme had de les niet getrokken uit zijn nederlaag tegen de Vietnamezen in Dien Bien Phu. Ze wilden de illusie ophouden dat Algerije iets anders was dan Marokko en Tunesië, dat waren maar “protectoraten”, maar Algerije was een stuk Frankrijk. Het was een idee, l’Algérie Française, dat ook door socialisten van toen werd verdedigd. Een van de grootste architecten van een niets ontziende repressie was een jonge minister van Justitie, François Mitterrand,later 14 jaar president.
Maar voor het Parijs van Sarkozy kan er geen schuldbekentenis af. Er zijn van weerskanten misdaden gepleegd, klinkt het, waarmee kolonisator en gekoloniseerde, dader en slachtoffer, op dezelfde voet worden geplaatst. Het heeft trouwens tot 1999 geduurd eer Frankrijk onder premier Lionel Jospin de term “oorlog” gebruikte voor wat tot dan toe “de evenementen” werden genoemd.
Sarkozy heeft het koloniale verleden niet begraven, dat bleek enkele jaren geleden al met zijn beruchte paternalistische rede in Dakar. De socialistische kandidaat François Hollande belooft het verleden bloot te leggen en er lessen uit te trekken. Afwachten.
(Uitpers nr. 141, 13de jg., april 2012)