Isabel Natividad Díaz Ayuso (wikipedia)
Dat Isabel Ayuso van de rechts conservatieve Partido Popular in Madrid terrein won bij de recente deelstaatverkiezingen in en rond de hoofdstad is geen zuiver links-rechts verhaal, maar vooral het resultaat van een hele goede rechtse ‘neus voor de gevoeligheden’ van een belangrijke groep ‘afvalligen’. Een tendens die zich wellicht zal herhalen bij de volgende nationale verkiezingen. Het toont ook aan, dat als de politieke agenda geen tandem kan vormen met regionaal nationalisme – zoals in Catalonië -, stemgedrag een communicerend vat wordt en noch politici noch analytici een houvast hebben aan ‘traditioneel linkse’ buurten die bij bosjes gevallen zijn voor de charme en het resolute offensief van Ayuso. De stemoverslag naar rechts kwam er onverwijld snel door Covid 19, die eigenlijk de hele wereld in een stroomversnelling heeft gezet, maar de ‘ontrouw’ van traditioneel links heeft – mijns inziens – een oorzaak die veel dieper zit dan het mooie en arrogante snoetje van mevrouw Ayuso of de zwartgemaakte kop van jut Pablo Iglesias (Unidas Podemos), die overigens beiden getrakteerd werden op een enveloppe kogels tijdens de kiesstrijd.
Vrijdagavond 7 mei zei de liberale econoom Marc De Grauwe in de Afspraak op Vrijdag (VRT) over de algehele loonsopslag: ‘dit is toch niet meer van deze tijden’. Ik denk dat Ayuso, die ik verder niet zal verdedigen, heel goed aanvoelt dat een ruim deel bevolking zo schoon genoeg heeft van de last Mohicans uit de vorige eeuw. Ze hebben er geen boodschap aan, of ze begrijpen de boodschap niet. Straffer nog, ideologisch denken behoort gewoon niet tot de orde van de dag. Niet het linkse, en niet het rechtse. Daarmee bedoel ik niet dat er onder de Madrilenen – en bij uitbreiding de rest van Spanje – geen gevoel van sociale rechtvaardigheid of zelfbewustzijn meer zou bestaan, maar wel van sociale cohesie. Covid19 heeft een tijd lang de illusie kunnen vasthouden dat we ‘allen samen streden’, maar in de zomer van 2020 – met hele lage coronacijfers – spatte het gezondheidspatriottisme uiteen. Madrid bleef ‘open’. Er werd door de andere deelstaten verontwaardigd gereageerd op het Franse fiesta-toerisme in de weekends en op de hoge ziekenhuisopnames, maar el pan es el pan. Giet daar wat Madrileense trots over – ze staken de Catalanen voorbije als voornaamste economie van het land – en dan krijg je het gerecht waar een deel van de stedelingen hongerig op zat te wachten: een perspectief kort op de bal. Dat de besparingen en economische politiek van de laatste PP-legislaturen miljoenen Spanjaarden op de rand van de armoede heeft gedreven – zélfs als ze werken – , dat Spanje systematisch aan de Europese staart hangt, dat de jeugdwerkloosheid zo beschamend hoog is dat jongeren tot boven hun 30ste aan moeders rok blijven hangen, dat jeugdig en wetenschappelijk talent naar het buitenland trekt, dat de Spaanse middenklasse -op de ambtenaren na – uitgehold wordt, dat jongeren hun studies massaal opgeven, … dat alles werd Ayuso niet aangerekend. De reden is dat perspectief niet samengaat met ambitie. Of niet genoeg en zeker niet voldoende breed gedragen om de Spaanse samenleving op te tillen naar het niveau dat het verdient. Toch moet je daar eerst een ruime, diverse en enthousiaste meerderheid toe kunnen overtuigen. Het goedbedoelde paternalisme van progressief Spanje valt, naar mijn mening, niet in het goede keelgat van de miljoenen Spanjaarden wiens struggle hun dag aan dag survival is en de escapadewaaier el bar, el fútbol, los amigos y la tele. Er heerst bij deze groep, die al lang geen arbeidersklasse meer is (nauwelijks 16% van de Spanjaarden werkt in de industrie, en in Madrid slechts 10%), en niet meer de trots heeft van de generatie stadsimmigranten uit de jaren ‘60 en ’70, wellicht gekrenkte hoop, maar ook vooral veel onverschilligheid. Resignarse, het er zich bij neerleggen, is de tegenpool van strijdvaardigheid. Beide maken deel uit van de Spaanse manier van zijn, en dat maakt het moeilijk het land te begrijpen, als het zichzelf al wil begrijpen, en makkelijk te bespelen. Ayuso, en het succes van de hele rechtervleugel, inclusief extreem-rechts, zijn symptomatisch voor die onverschilligheid, voortkomend uit onwetendheid en de overgebleven trots van pan y patria die de bovenhand heeft op de “rebellen”. Hier ligt in de toekomst zeker een kans voor links progressief Spanje, ten minste, als ze de ‘afvalligen’ weer aan boord krijgt. Niet makkelijk, wel uitdagend.