Een steeds terugkerend twistpunt binnen de pro-Palestijnse beweging in Europa en elders heeft betrekking op het model van de finale oplossing voor het conflict in Palestina. De formule die vooral in het Westen vaak gepredikt wordt is de twee-staten oplossing. Dit wordt geponeerd als een rechtvaardige formule gebaseerd op de VN-resoluties en gesteund door de internationale gemeenschap. Maar is dit wel zo?
Waarom verwerpen de Arabieren in Palestina en elders en masse dit initiatief, uitgezonderd een aantal regimes (inclusief de PLO) wier representativiteit in Palestina en de Arabische Wereld van nul en generlei waarde is? Om dit te begrijpen moeten we meer licht werpen op de essentie van het conflict om het weerzinwekkende van het twee staten model bloot te leggen.
Het zionistisch project dat streeft naar een joods nationaal huis op Arabisch grondgebied is gegrondvest op de driepoot; etnische zuivering, nederzettingenpolitiek en permanente militaire agressie. Een mensonterende ideologie als het zionisme kan met haar fascistische verschijningsvormen op géén enkele morele grond legitimiteit genieten, laat staan dat het deel kan uitmaken van een definitieve regeling dat de opdeling van Palestina handhaaft. Het opdelen van Palestina komt overeen met het verhaal van de inbreker die een huis volledig inpalmt en de eigenaars buitenzet. Wanneer de zaak voor de rechtbank verschijnt vonnist de rechter dat de inbreker alle verdiepingen kan behouden en het slachtoffer tevreden mag zijn met de garage en de kelder. Dit is precies het idee dat de verdedigers van de twee staten-oplossing aanhangen. Hiermee willen we aantonen dat er geen sprake kan zijn van het opdelen van een grondgebied in een conflict waar er sprake is van een bezettende onderdrukker en een gekoloniseerde onderdrukte. Een twee staten-oplossing zou van toepassing kunnen zijn voor een falend federaal systeem als het Belgische of voor een onafhankelijk Baskenland op delen van Frankrijk en Spanje. Hier gaat het om staten die bestaan uit verschillende bevolkingsgroepen en niet om een grondgebied waarbij de autochtonen op basis van een koloniale ideologie zijn verdreven om op hun grondgebied een zuivere joodse kolonistenstaat te stichten.
Het doel van het zionisme is om zo veel mogelijk joodse kolonisten permanent in Palestina te vestigen door zo veel mogelijk Arabieren te onteigenen en te verdrijven. Het dekolonisatieproces of bevrijding van Palestina kan dus enkel volledig zijn als de kolonistenstaat “Israël” door alle vormen van verzet op haar knieën wordt gedwongen met een ontmanteling als finale resultaat. Dit betekent overigens dat de joodse kolonisten die sinds 1882 de ruggengraat vormen van het zionistisch project moeten worden verdreven in het kader van de bevrijding van Palestina. Dit geldt eveneens voor collaborateurs die in het Israëlisch leger of andere veiligheidsdiensten dienen en alle anderen die in welke mate dan ook met de kolonisator hebben samengewerkt. Zij moeten plaats maken voor de legitieme bezitters van Palestina die met miljoenen als vluchtelingen hun recht op terugkeer naar hun steden en dorpen blijven claimen.
Het verdrijven van de kolonisten en collaborateurs heeft te maken met een zuiver beginsel van de dekolonisering. Joden die aan de kant van de gekoloniseerden staan kunnen in een post-koloniale toestand rekenen op een verblijf in Palestina als volwaardige burgers. In dit opzicht kunnen we refereren naar sommige voorbeeld figuren zoals de anti-zionistische rabbijn Moshe Hirsch die de minister van Joodse Zaken van de Palestijnse Autoriteit was in 1994 of de joods-Marokkaanse activist Sion Assidon, die zich volledig schaart achter het recht van terugkeer en het gewapend verzet. Maar in een fase waar de bevrijdingsstrijd gevoerd wordt moet het verdrijven van de kolonisator en zijn handlangers de belangrijkste drijfveer zijn van het verzet. Net als de pieds-noirs en de harki’s in Algerije hebben de joodse kolonisten en de collaborateurs in Palestina twee keuzes: La valise ou le cerceuil !
De pan-Arabische beweging beschouwt het bevrijden van Palestina als een centraal en onveranderlijk principe om het onrecht dat Palestina is aangedaan recht te zetten. Toch moeten we duidelijkheid scheppen met betrekking tot dit punt: het creëren van een staat geniet geen prioriteit omdat we Palestina niet als een staat zien maar als grondgebied dat deel uitmaakt van een groter Arabisch geheel. Palestina was geen staat voor de creatie van de kolonistenstaat “Israel”, en er moet ook geen artificiële staat gecreëerd worden in haar plaats. Met andere woorden, het elimineren van het zionistisch project staat voor ons centraal en niet het construeren van een Palestijnse staat. Wat met Palestina en de overige Arabische staten dan? Moeten ze samen in één geheel worden opgenomen? Het antwoord is ondubbelzinnig ja. Die Arabische staten zijn het resultaat van het Frans-Britse verdelingsplan voor de Arabische Mashrek, dat bekend staat als het Sykes-Picot akkoord. Dit had als doel de onderwerping van de regio aan de Westerse invloedssfeer. Politiestaten die hun bestaan te danken hebben aan Sykes-Picot worden immers door het Westen gebruikt om de nationale veiligheid van “Israël” te garanderen en de status-quo te handhaven. We mogen daarbij de miljoenen dollars niet vergeten die de Amerikanen in zulke landen investeren om het leger ,de veiligheidsdiensten en anti-verzetsmilities uit te rusten met de meest gesofisticeerde wapens om elke vorm van sociaal protest, politieke oppositie of verzet tegen “Israël”onder de duim te drukken.
Het bevrijden van Palestina moet dus noodzakelijkerwijs parallel lopen met een Arabisch hervormingsproject. Een eerste fase in zulk project is de verlossing van de Arabische frontstaten uit de wurggreep van de dictatoriale regimes. Zo’n project kan allicht gedragen worden door politieke krachten in de Arabische wereld die enerzijds verzet voeren tegen het zionisme en anderzijds hervorming, regionale integratie en ontwikkeling nastreven. Verzetsgroepen in Palestina en Libanon zijn er zich van bewust dat de strijd in Palestina een Arabische dimensie bevat en dat succesvolle samenwerking enkel kan gebeuren wanneer religieuze of ideologische breuklijnen worden overstegen. Dit moet uiteraard leiden naar een verschuiving van de bestaande machtsverhoudingen. Maar de vraag blijft natuurlijk of deze politieke krachten wel voor een doorbraak kunnen zorgen door ook werkelijk samen te werken. Een geslaagd hervormingsproject kan enkel plaatsvinden als de bovenvermelde krachten buiten de lijnen durven kleuren die Sykes en Picot in 1916 hebben getekend.
We zien dat de bevrijding van Palestina nauw samenhangt met de bevrijding van de Arabische wereld van de regimes die door het Westen in het zadel worden gehouden. Een programma voor de bevrijding van Palestina kan geen vruchten afwerpen wanneer het de historische en geopolitieke dimensie van het conflict niet in beschouwing neemt. Jeruzalem bevrijden kan enkel plaatsvinden wanneer Caïro, Amman en de andere Arabische hoofdsteden worden bevrijd van dictatuur, repressie en achterstelling. Het conflict in Palestina gaat dus niet om grenzen of opdeling, maar om een koloniale erfenis die in heel de regio ongedaan moet worden gemaakt.
(Uitpers nr. 121, 11de jg., juni 2010)