Het gaat slecht in de bezette Palestijnse gebieden. Veiligheidsdiensten van Fatah en Hamas zijn onderling slaags en er was een poging om zowel de Minister van Buitenlandse Zaken, Zahar, als premier Haniye te vermoorden. Beiden zijn Hamas.
Alles begon met de verkiezingsoverwinning van Hamas in januari 2006. Een complete verassing voor iedereen. Niet alleen voor Hamas zelf, maar vooral voor Fatah, Israël en de VS, de drie pionnen in het ‘vredsproces’.
Israël reageerde als eerste. Het grendelde de bezette gebieden af. Voedseltransporten mochten niet binnen. Vooral Gaza, waar Hamas een overdonderend stemmenaantal verkreeg werd uitgehongerd. Dan besliste de joodse staat om niet langer de belastingen door te storten naar de Palestijnse Autoriteit. Vergeet niet de Palestijnen hebben nog geen land, enkel een autoriteit die bevoegd is voor personen in wat wij in België persoonsgebonden materies noemen. Tijdens een massaal militair offensief in de zomer en de herfst werd alle regeringsinfrastructuur, vooral dan de ministeries door Israël plat gebombardeerd en een rits Palestijnse ministers gevangen gezet. Echt, wat je de volle lading kan noemen.
Israël kreeg bijval eerst van de VS, daarna ook van Europa die niet langer financiële hulp leverden. Daarna ging ook Fatah de regering boycotten. Faroek Qaddoemi verweet, geciteerd in The Jerusalem Post van 19/11/06, president Abbas van geld achter te houden en moedwillig, als strafmaatregel de ambtenaren die nu voor de Hamas-regering werkten, niet uit te betalen. Faroek Qaddoemi is niet zomaar iemand, maar de voormalige minister van Buitenlandse zaken van de PLO en de enige overlevende stichter van Fatah, de partij van Abbas.
Wat werd Hamas verweten? Dat ze de democratische verkiezingen hadden gewonnen. En wat werd de Palestijnse bevolking verweten? Dat ze de massale corruptie en het overweldigende machtsmisbruik van Fatah hadden afgestraft door op de oppositie te stemmen.
Hoe kon het zo ver komen? Alles begon met het ‘vredsproces’ dat in 1993 in Oslo op gang werd gebracht. Wat leverde het Israël op? Dat het rustig verder kon koloniseren en land onteigenen. De krant Haaretz schrijft nu, 23 december dat in de streek rond Jeruzalem nog maar eens 64.000 doenam (6.400ha), een gebied van 15 km op 10km, door Israël achter zijn ‘Veiligheidsmuur’ wordt geannexeerd. Dat het nog altijd de grond, het water en de economie van de Palestijnen controleert. En wat heeft het de Palestijnen opgebracht? Economische ondergang, massale repressie door het Israëlisch leger, torenhoge werkloosheid en ondervoeding. Geen staat, zoals beloofd in Oslo, maar wel een Palestijnse Autoriteit die nog corrupter is dan de andere Arabische regimes, met evenveel machtsmisbruik.
Het ‘Vredesproces’ heeft een Palestijnse politieke klasse opgeleverd, geleid door Fatah die voor haar overleving volledig afhankelijk is van het voortduren van dit pseudo-vredesproces, met daaronder een administratie die in dezelfde situatie verkeert, en een zakenwereld die rijk wordt door het achteroverdrukken van de internationale hulp. Zelfs de NGO’s zijn afhankelijk van die internationale financiering. Kortom er is een natie ontstaan van bedelaars, met een corrupte bovenlaag. Daarom dat Hamas de verkiezingen won. Niet omwille van hun fundamentalistisch ideeëngoed. Maar zij zijn de enigen die dwars liggen en nog opkomen voor de Palestijnse nationale eisen.
Mahmoed Abbas reageerde nu hierop met het uitroepen van nieuwe verkiezingen. Een bevoegdheid die hij niet heeft – die ligt bij het parlement, gedomineerd door Hamas- Hij hoopt die te winnen en daarvoor heeft hij twee redenen: gezien de hoge werkloosheid (60%) is de meerderheid van de bevolking rechtstreeks of onrechtstreeks afhankelijk van de lonen die ze trekken via de P.A. Zij zijn dus afhankelijk van het continueren van het ‘vredesproces’. Abbas hoopt dus effectief stemmen te kunnen “kopen”. En tweedens weet hij zich internationaal gesteund. Olmert wil hem dringend ontmoeten, en zelfs enkele van de talloze Israëlische wegblokkades op de Westoever sluiten, om zijn prestige op te vijzelen. Blair noemt hem een boegbeeld van democratie, en Condoleeza Rice kwam met 42 miljoen dollar steun voor Abbas over de brug, ondermeer om zijn privé-lijfwacht tot de tanden toe te bewapenen.
En zo belanden we bij nog een factor: de veiligheids- en inlichtingsdiensten. Aan de kant van Fatah wordt er al sinds 1993 met de Israëlische veiligheidsdiensten samengewerkt. De man die hierdoor groot is geworden en een geweldig machtsapparaat heeft uitgebouwd is Mohammed Dahlan, de vroeger veiligheidsminister van Fatah. Al in 2001 stelde Ariël Sharon dat hij de man was waarmee Israël wou praten, niet met Yasser Arafat. Dahlan is familie van president Abbas. Zijn diensten worden er nu van verdacht de hand te hebben in de mislukte aanslagen tegen de Buitenlandminister en tegen premier Haniyeh.
Aan de kant van Hamas geldt vooral terughoudendheid. Sinds een jaar voor hun verkiezingsoverwinning, dus nu al bijna twee jaar, houden zij een wapenbestand (hudna) met Israël in acht. Er zijn omzeggens geen zelfmoordaanslagen meer geweest, met een of twee uitzonderingen, ondermeer een paar weken geleden de vrouw van 61 jaar. Zij hebben hun troepen goed in handen. Ook Dahlan heeft zijn troepen tamelijk in handen, maar hij heeft een andere agenda, die past in wat de Amerikaanse neoconservatieven “creative chaos in the Middle East” noemen.
Niet iedereen is daarmee gediend. Saoedi-Arabië (een niet onbelangrijke geldschieter van Fatah), buurland Syrië, Egypte (de eeuwige bemiddelaar tussen de Palestijnen en Israël) en de Jordaanse koning hebben Abbas al terug gefloten. En sinds enkele dagen praat hij dan ook minder over zijn coup van vervroegde verkiezingen, maar weer over een regering van nationale eenheid. Laten we de vingers kruisen.
Waarom reageren de Arabische landen zo? Iedereen kijkt nu naar wat er in Palestina gebeurt. Vooral de islamistische partijen ‘van de derde generatie’. Wat zijn dat? Wat onze media gewoon zijn om fundamentalistische partijen te noemen vallen eigenlijk in drie erg verschillende categorieën uiteen: De religieuze fundamentalisten die de maatschappij willen her-, of corrector verislamiseren door hoofdzakelijk basiswerking. De terreurzaaiende jihadisten à la Al Qaida, en nieuw, partijen die zich meer en meer gaan spiegelen aan de conservatieve Christen-Democraten, zoals de Beierse CSU of de Poolse regeringspartij. In Libanon is Hizbullah al, sedert hun verkiezings- en regeringsdeelname in die richting opgeschoven, zie hun samenwerking met de christenen van Michel Aoun. Hamas gaat in die richting, door meer nadruk te leggen op nationale eisen, dan op islamisering. In Egypte bestaat effectief al zo’n partij, de Wasat, centrumpartij. In Marokko ook, de PJD (Parti Justice et Dévellopment), die volgens de meeste waarnemers de komende verkiezingen in 2007 zal winnen. Zij kijken verbijsterd toe. De Amerikanen brengen zogezegd ‘democratie’ naar de moslim wereld (Afghanistan, Irak), maar een partij die in Palestina democratisch de verkiezingen wint krijgt te maken met een politieke en economische boycot en een dreiging met een ‘legale coup’. Een reden voor hen om eventueel hun strategie naar democratische verkiezingen en regeringsverantwoordelijkheid te herzien. Een stap achteruit en een stap naar nog meer geweld?
(Uitpers, nr. 82, 8ste jg., januari 2007)