De Israëlische gevangenissen zitten vol met Palestijnse gevangenen. Palestijnen van de Westelijke Jordaanoever en uit Gaza, enkelen met een Israëlisch paspoort uit Israël. Onder deze gevangenen is er een groep van 120 vrouwelijke politieke gevangenen, een groep waar men weinig van hoort, ondanks het feit dat hun situatie schrijnend is.
Op 7 maart werd er een informatie avond georganiseerd in Haifa door “The women’s organization for political prisoners” de WOFPP. Dit is een organizatie joodse en Palestijnse vrouwen in Israël die opkomen voor de rechten van vrouwelijke politieke gevangenen in Israëlische gevangenissen.
De avond werd georganiseerd in het kader van Internationale vrouwendag. Sprekers waren:
Arig’ Shahbari – zij is twee maanden geleden vrijgekomen na 5 jaar vastgezeten te hebben
Tali Fahima – een joodse vrouw die net vrijgekomen is na een verblijf in de gevangenis van anderhalf jaar.
Familieleden van vrouwelijke politieke gevangenen
De advocate Taghried Jahshan –lid van de WOFPP en advocate van de vrouwelijke politieke gevangenen.
Ik was erg geroerd door de verhalen die er die avond verteld werden, en vind het daarom ook nodig dat er meer bekend wordt over deze vrouwen.
De inleiding werd gedaan door Taghried. Zij gaf achergrond informatie over de gevangenen.
Op het moment zijn er 10.000 palestijnse gevangenen in de Israëlische gevangenissen van wie 120 vrouwen. De vrouwen zitten verspreid over meerdere gevangenissen. 105 vrouwen zitten in de Hasharon gevangenis, ook wel bekend als Tel Mond, de rest zit in de vrouwengevangenis Neve Tirza (Ramle) in het Kishon detentiecentrum en andere detentie centra verspreid over het hele land.
Sommige vrouwen hebben hun babies bij zich, of omdat ze bevallen zijn in de gevangenis, of omdat ze een baby hadden op het moment dat ze gearesteerd werden. Het is toegestaan om de kinderen bij zich te houden totdat ze de leeftijd van 2 jaar bereiken, dan moeten ze naar familie buiten de gevangenis. Binnen de gevangenissen zijn geen voorzieningen voor kinderen, de kinderen zitten bij de moeders in een overvolle cel, en mogen samen met de moeder een uur per dag naar buiten.
De vrouwen komen uit verschillende delen van het land, sommigen van de Westelijke Jordaanoever, sommigen uit Gaza en een paar uit Israël.
De tweede spreekster was Arig Shabahri uit Nazareth en zij vertelde over haar ervaringen tijdens vijf jaar detentie. Arig is een jonge vrouw van 25 jaar. Zij werd gearesteerd in 2002. Ze is twee maanden geleden vrijgekomen. Arig heeft meer dan een uur gesproken , je kon een speld horen vallen terwijl zij aan het praten was.
Hier is haar verhaal.
Ze werd vijf jaar geleden midden in de nacht gearesteerd, en werd in haar pyama meegenomen. De eerste weken zijn het moeilijkste. Je bent al de tijd geboeid, mag niet naar buiten. Je weet zelfs niet waar je bent, want dat vertellen je ondervragers je niet. Je heb geen contact met eventuele medegevangenen. Je bent al die tijd alleen, en men vertelt je niet waarvoor je opgepakt bent. Pas na enkele keren overgebracht te zijn naar andere detentiecentra, zonder enig benul te hebben waar ze was, werd Arig overgebracht naar de Hasharon gevangenis, en zag ze medegevangenen, die haar vertelden waar ze zich bevond.
Ze werd veroordeeld tot vijf jaar gevangenisstraf.
Arig vertelde over de dagelijkse moeilijkheden. De cellen zijn berekend op zes personen, maar in iedere cel zaten vaak meer dan tien personen. Er waren altijd wel gevangenen die op de grond sliepen. Het eten was slecht, vaak vond men allerlei insecten in het eten. Ondanks dit at men het toch op, daar men het voedsel nodig heeft om sterk te blijven. De afdeling voor de Palestijnse gevangenen is naast die van de Israëlische joodse gevangenen. Dit zijn de criminele gevangenen. Dagelijks werden ze beschimpt, aangevallen, beledigd door deze vrouwen, maar als men terugschold werden de Palestijnse vrouwen daarvoor bestraft. Deze straffen varieerden van het ontzeggen voor een bepaalde tijd van familiebezoek, tot het betalen van geldboetes. De gevangenen moeten hun dagelijkse benodigdheden kopen in de gevangenis. Dit zijn zaken zoals tandpasta, maandverband, zeep, en voedsel. De families moeten maandelijks een bedrag op een rekening storten, zodat de gevangenen over geld kunnen beschikken. Maar veel families uit de bezette gebieden hebben zelf geen inkomsten meer, dus veel wordt er niet overgemaakt. Als een gevangene een overtreding begaat, dan word er geld van haar rekening afgehaald. Na de overwining van Hamas hebben de Israëlische gevangenisautoriteiten zelfs de rekeningen van diegenen uit bezet gebied geblokkeerd, zodat ze helemaal geen geld meer kunnen ontvangen en daardoor ook niet de dagelijkse benodigdigheden kunnen kopen.
De cellen worden regelmatig overvallen door de bewakers. Dit gebeurt onder het mom van een ‘veiligheidsonderzoek” . Er komen vijf tot zes bewakers binnen, soms midden in de nacht, soms overdag, en de hele cel wordt onder het traangas gezet, alles wordt overhoop gehaald, kapot gemaakt, en de vrouwen worden geslagen als ze hiertegen protesteren. Radio’s worden kapotgeslagen, kleren worden in beslag genomen etc.
De winters kunnen hier erg koud zijn, zeker als je in een bedompte cel zit, waar geen verwarming is. Men krijgt niet genoeg dekens om onder te slapen.
Arig vertelde over de periodes dat ze in hongerstaking gingen. Over de pesterijen die men
over zich heen kreeg. Lachend vertelde ze dat het eten altijd van een zeer slechte kwaliteit was, maar tijdens deze hongerstakingen zetten de bewakers de barbecues met vlees voor de cellen, om op zo’n manier de vrouwen over te halen om te gaaan eten.
Maar, zei Arig, ondanks alle ellende, heeft ze ook veel goede dingen meegemaakt. De kameraadschap tussen de vrouwen was geweldig. Dit komt ook omdat je het je niet kan veroorloven om ruzie te maken. Je bent afhankelijk van je celgenoten. Zij zorgen voor je als je ziek bent, zij praten met je als je depressief bent.
De volgende spreekster was Tal Fahima. Tali is een joodse vrouw van 30 jaar. Ze werd op 9 augustus 2004 gearesteerd, toen ze op weg was naar Jenin.
Op 5 december 2004 werd ze onder administratieve detentie geplaatst. Dit houd in dat er geen aanklacht is, maar dat men iemand net zo lang vast kan houden als men wil. Deze periode heeft ze doorgebracht in een isolatiecel. Op 22 december 2004 werd ze door de rechtbank veroordeeld tot drie jaar gevangenisstraf. In january 2007 is ze vervroegd vrijgekomen wegens goed gedrag. Dit gebeurt nooit met de Palestijnse gevangenen, voor hen bestaat er geen vervroegde vrijlating.
Tali vertelde dat, ondanks dat ze een zeer moeilijke tijd heeft gehad in de gevangenis, het voor haar duidelijk was dat men het de Palestijnse gevangenen veel moeilijker maakt. Zelfs in de gevangenissen is er discriminatie.Volgens haar waren de ondervragers en bewakers bang voor haar, en hield men terdege rekening met het feit dat ze joods is.
Ook voor haar was de eerste periode, de ondervragingsperiode, het moeilijkst. Ze werd bedreigd, uitgescholden, mocht geen gebruik maken van het toilet, zat dagen vastgebonden, en al die tijd zat ze opgesloten in een smerige cel.
Haar hele verhaal is te lezen op
http://www.freetalifahima.org/eng.php?lang=en
Daarna kwamen de familieleden aan de beurt.
De dochters van de familie Sa’adi uit Sakhnin, Taghried en Bohaysa, werden in 2002 midden in de nacht opgepakt. De zusters zijn nooit politiek geengageerd geweest, maar ze hadden met de verkeerde vriendjes (uit de westelijke Jordaanoever) gechat via internet. Hun namen werden gevonden in de verkeerde computer, van iemand die verdacht werd door Israël.
Bohaysa, de jonste, werd veroordeeld tot een jaar, en is nu vrij, en Taghried kreeg zes jaar en komt hopelijk half 2008 vrij.
De ouders van de meiden zijn sinds deze gebeurtenis met hun dochters fervente politieke activisten geworden. De vader van Taghried las een brief voor die hij net die dag van haar ontvangen had. De brief refereerde aan Internationale Vrouwendag en ze hoopte dat men hen niet zou vergeten. De vader werd er erg emotioneel door. Hij vertelde hoe trots hij was op zijn dochter, en dat niemand zich hoeft te schamen als er zoiets met je dochters of zonen gebeurt.
De laatste spreker was Im Su’ad, de moeder van Su’ad uit Nazareth. Ongeveer hetzelfde verhaal als de meiden uit Sakhnin. Haar naam stond in de verkeerde computer.
Su’ad komt over twee maanden vrij. Ook Im Su’ad vertelde ons dat ze erg trots was op haar dochter. Door de arrestatie van Su’ad en alles wat daarna gebeurd is, is zij zich erg bewust geworden van vele dingen. Voor de arrestatie leefde ze in de veronderstelling dat ze in een democratische staat leefde. Maar, zei ze, als het erop aankomt, worden we hier ongelooflijk onderdrukt en hebben we weinig rechten. Ze zei: “Su’ad heeft ons bewust gemaakt van heel veel dingen en daar zal ik haar altijd dankbaar voor blijven”.
We hebben haar beloofd dat we haar komen bezoeken als Su’ad thuis is.
Ik was erg onder de indruk van de kracht van alle sprekers. De kracht van de advocate Taghried, die vaak de gevangenis niet binnenkomt als ze haar clienten wil bezoeken. De kracht van Tali en Arig, ondanks alle ellende die ze achter de rug hebben, kijken ze terug op een moeilijke maar leerzame periode. De kracht van de familieleden, de vader en moeder van de meiden uit Sakhnin en van Im Su’ad uit Nazareth.
Regelmatig worden er Palestijnse vrouwen gearresteerd, velen zitten vast onder administratieve detentie, dat wil zeggen zonder dat er ook maar enige aanklacht tegen ze is. Deze administratieve detentie kan ieder half jaar verlengd worden.
Vele gevangenen hebben geen bezoekrecht, dus hun families krijgen ze voor een lange tijd niet te zien, als de familie al toestemming krijgt om ze vanuit gaza of de Westelijke Jordaanoever te bezoeken. Want meestal krijgt men daar geen vergunning voor. Veel vrouwen zijn moeder, en jaren krijgen ze hun kinderen niet te zien.
Ook worden bezoeken erg moeilijk gemaakt . Im Su’ad vertelde hoe vaak ze naar de gevangenis is geweest om haar dochter te bezoeken en dat men haar dan vertelde dat haar dochter net naar een andere gevangenis was overgebracht. Waar, dat vertelde men dan weer niet.
Vrouwelijke gevangene worden regelmatig onderworpen aan vernederingen. Men dwingt ze om zich te ontkleden in het bijzijn van mannelijke bewakers, terwijl hun handen geboeid zijn.
Correspondentie met familieleden of vrienden is verboden.
Enkele vrouwen zijn gearesteerd op een zeer jonge leeftijd, sommigen nog geen 15 jaar oud. Ondanks dat ze officieel het recht hebben om in de gevangenis te studeren, werd dat om onbekende redenen toch weer niet toegelaten. Taghried uit Sakhnin studeert nu via de open universiteit, maar computers zijn verboden en boeken worden om onbekende redenen in beslag genomen.
De situatie van de politieke gevangenen in Israëlische gevangenissen is mensonterend, en voor de vrouwen is het allemaal nog moeilijker. Vaak zijn er geen aanklachten tegen ze, of worden ze opgepakt om de echtgenoten die ook vast zitten of gezocht worden onder druk te zetten om iets te bekennen of zich uit te leveren. Hier moet iets aan gedaan worden.
(Uitpers, nr 85, 8ste jg. , april 2007)
Voor meer informatie over de vrouwelijke gevangenen zie de website van de ‘Women organization for political prisoners http://www.wofpp.org/english/aboutus.html . Zij brengen een maandelijkse digitale nieuwsbrief uit in het engels, hebreeuws en arabisch.
Of de website van Addameer http://www.addameer.org/detention/women.html
Hier vind men ook meer achtergronden over alle politieke gevangenen in Israëlische gevangenissen.