Sinds 1992 woon ik, een Nederlandse vrouw, in het stadje Sakhnin, en ik ben er langzamerhand verliefd op geworden. Sakhnin is een klein Palestijns Arabisch stadje in het Noorden van Israël, in Galilea. Het heeft ongeveer 25 000 inwoners , die allen Israëlisch staatsburger zijn.
Sakhnin is een stadje waarvan de geschiedenis terug gaat tot 3500 jaar voor Christus.
Sakhnin is gebouwd op drie heuvels. Het ligt 200-250 meter boven de zee spiegel. In vroegere tijden was het een bekende handelsplaats. Het lag op een van de bekendste handelsroutes van het Midden Oosten. De buitenlandse handelaren kwamen het land binnen via Akko, een historische havenplaats 20 kilometer ten westen van Sakhnin, en vervolgens trok men via Sakhnin naar de rest van het Midden Oosten.
De geschiedenis van Sakhnin valt nog te zien aan de vele overblijfselen uit vroeger tijden. Veel oude huizen, grotten en graven. In het centrum van Sakhnin bevindt zich een graf. Dit is het graf van Sheik Ibrahim. Sheik Ibrahim was voor de lokale bevolking een heilige. Vroeger gingen de vrouwen van Sakhnin naar dit graf, men zette kaarsen op het graf en hing er stukjes stof aan, terwijl men zegeningen afsmeekte.
Een andere belangrijke plek, in de christelijke wijk, is genaamd de tombe van rabbi Yihushua Di Sakhnin, of , zoals de plaatselijke bevolking het noemt, het graf van Sadiki (onze vriend). In het verleden waren mensen soms bang om ‘s nachts langs dit graf te lopen, terwijl anderen, als men er langs liep, de tombe kusten en vroegen om hen te genezen of te behoeden van en voor allerlei ziektes. Men geloofde dat de rabbi een belangrijke heelmeester was.
Een ander overblijfsel is het schrijn van Sheik Obeid. Dit schrijn is opgedragen aan Sheik Abdallah Ibrahim Khalili. De vrouwen van het dorp gingen naar dit schrijn toe en smeekten daar om vervulling van hun wensen. Het laatste graf is het graf van Sheik Ismaël, een belangrijk persoon uit de Sakhninse geschiedenis. Zo zijn er nog vele plekken in Sakhnin die geschiedkundig zeer belangrijk zijn.
Nieuwe monumenten, Landdag
Maar sinds de oprichting van de staat Israël heeft Sakhnin er meer monumenten bij gekregen, en meer graven die herinneren aan gebeurtenissen die hier ooit plaatsvonden.
Zo hebben we hier het monument voor Yom Al Ard, oftewel de "Dag van het Land". Dit monument is opgericht ter nagedachtenis aan de 6 martelaren van 30 maart 1976. Naast dit monument zijn de graven van de 6 martelaren.
Sinds 1948, de oprichting van de Israëlische staat, heeft Sakhnin bijna al zijn landbouwgrond verloren aan de nieuwe Joodse staat. Sakhin was in die tijd een dorp, met 4000 inwoners. De mensen leefden van landbouw, en Sakhnin was een tamelijk rijk dorp, en had veel land.
In de jaren ‘70 begonnen de grote landonteigeningen, om daar vervolgens Joodse nederzettingen op te bouwen. Israël gebruikte allerlei manieren om aan dit land te komen. Men legde landmijnen om het dorp heen. Op deze manier heeft mijn zwager, als jochie van 12 jaar zijn beide benen verloren toen hij naar het land toe wilde om de geiten te laten grazen. Zoals hem zijn er veel mensen gewond geraakt, of gedood. Men schat dat er zo’n 30 mensen gedood zijn door deze onteigeningspolitiek.
In 1976 wilde de staat het laatste grote landbouwgebied van de dorpen Sakhnin, Arrabeh en Deir Hanna onteigenen. Dit was voor de Arabische bevolking van deze dorpen de druppel, en men ging spontaan de straat op om hier tegen te protesteren. Binnen een dag waren er zes doden te betreuren, allemaal doodgeschoten door de zogenaamde "grenspolitie". Velen werden gearresteerd, en op alle Landdagen die volgden werden er altijd veel mensen gearresteerd.
Dit landbouwgebied is toentertijd geconfisqueerd, maar in het begin van het Oslo "vredesproces" is een gedeelte terug gegeven.
De "Dag van het Land" is sindsdien ieder jaar gememoreerd met grote demonstraties waar vaak met veel geweld op werd gereageerd. In maart 2000, toen de bevolking weer de straat opging en protesteerde tegen alle nieuwe landconfiscaties, zijn er heftige rellen geweest. De grenspolitie heeft toen het hele dorp onder het traangas gezet, vele honderden werden er gearresteerd, en er is een oude vrouw gestorven, gestikt door het vele traangas dat op het dorp en tussen de demonstranten afgeschoten werd.
Er is een ander monument bijgekomen, het monument voor de martelaren van de Al Aqsa-Intifada. In Oktober 2000, na het bezoek van Sharon aan de Tempelberg, gingen ook binnen Israël Palestijnse jongeren de straat op om te protesteren tegen dit bezoek en tegen de reactie van het Israëlische leger bij de Al Aqsa-moskee in Jerusalem, wat op 1 oktober al 7 Palestijnse martelaren had opgeleverd.
Ook in Sakhnin ging men de straat op. Men demonstreerde, het was niet gewelddadig, Ik was erbij en zag het allemaal gebeuren. Totdat op zondag 2 maart , tussen half drie en drie uur, men twee jongen demonstranten doodde. De ene, Walid, had een kogel in zijn rug, de tweede jongen, een vriend van Walid, genaamd Aymad, had een kogel in zijn hoofd. Tezelfdertijd werde Aseel uit Arabeh vermoord, en nog 7 anderen uit Kofr Minda, Um Al Fahem, Yad en andere Palestijnse dorpen. De vrijdag daarop heeft men in Nazareth nog eens drie jongeren doodgeschoten.
Dit waren allemaal Israëlische burgers, Arabische Israëliers, zoals Israël ze noemt.
Bnei Sakhnin oftewel voetbal
Sakhnin is een mooi stadje, hoewel er meer en meer verpaupering is. Het voetbalteam van Sakhnin, met Arabische, Joodse en buitenlandse spelers heeft dit jaar de Israëlische voetbalbeker gewonnen. De eerste Palestijnse voetbalclub die ooit de Israëlische beker heeft gewonnen. Dit gebeuren werd met gemengde gevoelens ontvangen. De Palestijns-Arabische bevolking binnen Israël was trots, zeer trots. Het feit dat hun club, de club met het kleinste budget, de enige club binnen Israël die geen eigen stadion heeft, de Israëlische voetbalcup heeft gewonnen, heeft de Palestijns-Arabische bevolking iets gegeven om trots op te zijn.
Maar in Israëlische kranten stonden berichten die zeiden dat "het Israëlische voetbal nu dood is". Dit omdat een Arabische club Israël moet vertegenwoordigen in het buitenland. Bij de laatste wedstrijden werd er "dood aan de Arabieren" geroepen. Maar niettemin, Sakhnin is en blijft trots. En volgend jaar hopen ze hem weer te winnen.
Sakhnin vandaag de dag
Zoals ik al gezegd had, Sakhnin is een mooi stadje, gelegen in het prachtige Galilea. Ik heb ooit eens een boek gelezen, geschreven door James Michener, genaamd De Bron. Dit is een historisch verhaal over Israël/Palestina. Hierin spreekt James Michener over de "Blauwe Heuvels van Galilea". En dat klopt, ik woon tussen die ‘blauwe heuvels". Dat blauw komt van de kleur van de olijfbomen. Van een afstand lijkt het alsof er een blauw waas overheen ligt, het is prachtig.
Maar waren die heuvels ooit plekken waar de mensen van Sakhnin hun vee gingen hoeden, waar hele families zomers hun land bewerkten, nu is het allemaal verboden gebied voor de Sakhniners.
Sakhnin en de andere Arabische dorpen worden omgeven door de gemeente Misgav.
Misgav is een gemeente, uitsluitend voor de Joods-Israëlische bevolking, verboden voor Arabieren. Misgav breidt zich uit als een octopus, en wurgt zo alle Arabische dorpen, zie onderstaand kaartje.
Op het onderste kaartje ziet men hoe Misgav gelegen is binnen Israël. Deze groene vlek is de gemeente Misgav. Op het andere kaartje is duidelijk te zien hoe Misgav de Arabische dorpen omsingelt. Op dit kaartje, in de linker inham onder "Lotem" liggen de drie dorpen van links naar rechts Sakhnin, Arabah, Deir Hanna.
Het hele groene gebied, Misgav dus, heeft 16000 inwoners verdeeld over zo’n 35 nederzettingen, allemaal op de heuveltoppen. Dit is bij elkaar bijna 200 000 dunum (200 vierkante kilometer). In deze inham, waar de drie dorpen zijn, wonen zo’n 50 000 mensen.(Sakhnin 25 000, Arabah 18 000 en Deir Hanna 10 000). In de andere inhammen zijn allemaal Arabische dorpen zoals Sjaab, Kaukab etc.
Deze kaart geeft de politiek van de Israëlische staat duidelijk weer. De Arabische dorpen omsingelen en het land inpikken. Er is voor de Arabische dorpen geen mogelijkheid meer om uit te breiden.
Mensen hebben amper land meer om te verbouwen, men heeft nog enkele olijfbomen, voor eigen gebruik, maar de meesten werken als handarbeider, of zitten in de handel.
Er zijn binnen Galilea duizenden (alleen) Arabische huizen zonder bouwvergunning, met een vernietigingsorder erop. Ook ik woon in zo’n huis, een huis waar we onze ziel in gelegd hebben. We hebben het gebouwd, met eigen geld, op ons eigen land. Maar Misgav denkt dat men het recht heeft om voor de Arabieren te bepalen wat ze met hun land mogen doen, en dat is zeker er geen huizen op bouwen.
Ons huis staat in Sakhnin, op de grens van Sakhnin, maar Misgav heeft bepaald dat de grens tussen hen en ons precies door onze keuken moet lopen. En opeens, als ik in mijn woonkamer op de bank zit, bevindt ik mij in Misgav. Hoewel onze Sakhninse buren 3 meter van ons vandaan wonen.
We hebben dit huis in 1999 gebouwd, en sinds die tijd hebben we al heel wat boetes moeten betalen aan Misgav, en nog meer ellende meegemaakt.In oktober wil Misgav op nieuw naar de rechter stappen om te eisen dat ons huis vernietigd wordt. Om even aan te geven hoe ver het gaat. Wij kregen 5 jaar geleden onze vernietigingsorder, we woonden er net een paar dagen in, en in die order stond dat we het huis binnen 72 uur plat moesten gooien op eigen kosten, deden we dat niet, dan wilde Misgav het wel voor ons doen, maar dan moesten we zelf de kosten van de werkzaamheden (lees bulldozer) betalen. We hebben dit toen uit weten te stellen, en vele duizenden shekels aan boetes later dachten we dat we van ze af waren, maar helaas. Op 13 Oktober moeten we weer naar de rechtbank.
Maar er is een troost. Op de Westbank en in Gaza krijgen de mensen 10 minuten de tijd om hun bezittingen bij elkaar te pakken, voordat men het huis platgooit." Mijn troost" is dat we hier in een "democratische staat" wonen, waar ze in ieder geval naar de rechter stappen. Uiteindelijk weet ik wat de rechter gaat zeggen. Vernietigen van dat huis en nogmaals duizenden shekels boete betalen. Dat gebeurt hier dagelijks.
Ik hoop jullie een beetje op de hoogte te houden van het reilen en zeilen in ons stadje Sakhnin. Dit was een eerste kennismaking.
(Uitpers, nr. 57, 6de jg., oktober 2004)
Trees Zbidat-Kosterman woont met haar man en twee dochters in Sakhnin en werkt bij de Palestijns Arabische vrouwenorganizatie Al Zahraa.