Enkele bekende Pakistaanse verdedigers van mensenrechten verzochten premier Imran Khan om een wet tegen gedwongen bekeringen, maar zij vingen deze week bot. Zowel in de provincies Sindh als Punjaab worden vooral jonge vrouwen uit hindoe en christelijke families zwaar onder druk gezet om zich tot de islam te bekeren. Maar verscheidene ministers en een parlementaire commissie wees dat woensdag van de hand: dit is tegen de islam, tegen de sharia.
Tegen de islam
Het ministerie voor Mensenrechten had een wetsontwerp klaar om minderheden tegen gedwongen bekeringen te beschermen. Maar het ministerie voor Religieuze Zaken noemde dat ontwerp onaanvaardbaar, want gericht tegen de islam. Dit is niet het moment om dat onderwerp ter sprake te brengen, aldus minister Nooral Haq Qadri. “Een dergelijke wet zal de vrede in het land verstoren en veel problemen meebrengen voor de minderheden”. Ook het ministerie van Justitie wil van geen wet weten.
Een andere minister, Ali Muhammed Khan voor Parlementszaken, zei dat premier Imran Khan met de zaak is begaan. “Maar we moeten geen wet gaan maken alleen om buitenlandse ngo’s en internationale instanties te behagen”, aldus de minister. Hij voegde eraan toe dat een dergelijke wet hoe dan ook tegen de islam ingaat en daarom onaanvaardbaar is. Religieuze autoriteiten hadden eerder gezegd dat de plannen voor een wet alleen waren bedoeld om het Westen een plezier te doen.
Deur open
Vertegenwoordigers van religieuze minderheden vrezen dat het afwijzen van een dergelijke wet de moslim activisten de vrije hand geeft. Volgens de oppositie is het verzet tegen de wet vooral ingegeven door enkele lokale machthebbers die systematisch bekeringen van meisjes uit hindoe en christelijke milieus organiseren.
Vooral op het platteland in de provincie Sindh worden meisjes gekidnapt en tot bekering tot de islam gedwongen. Een opposant beschreef in een parlementaire commissie hoe jonge vrouwen met geld en een goed huwelijk worden gelokt waarna ze onder druk worden gezet om moslim te worden.
In het afgewezen wetsvoorstel stond onder meer dat een bekering aan een rechter moeten worden gemeld en dat die rechter onderzoekt in hoeverre die op vrijwillige basis gebeurt. Pas na onderzoek en een bezinningsperiode zou de bekeerling een bewijs van bekering tot de islam krijgen. Personen die iemand onder druk willen bekeren, zouden drie tot vijf jaar gevangenis kunnen krijgen. Maar zo ver komt het dus niet.
Pakistan heeft ook een strenge wet op blasfemie. Deze eeuw zijn er al rond 2000 mensen ter dood veroordeeld wegens godslastering, maar de straffen werden niet uitgevoerd. We zijn tientallen beschuldigden door opgezweepte radicale moslims gelyncht.
India
In India voeren hindoenationalisten dan weer fel campagne tegen de “love jihad”: jonge moslims zouden hindoemeisjes verleiden om ze tot de islam te bekeren. Radicale media blazen de bekeringen onder dwang in Pakistan op, om de eigen campagne tegen de zogenaamde jihad lovers geloofwaardiger te maken.
zie ook: