Sinds 1 januari van dit jaar neemt België het voorzitterschap waar van de OVSE (Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa). De krachtlijnen van het Belgische voorzitterschap staan in een beleidsnota van de regering. Enkele organisaties, die hun krachten hebben gebundeld om het voorzitterschap kritisch te volgen, reageren met gemengde gevoelens op deze nota.
De beleidsnota opent optimistisch met “het feit dat de doelstellingen van Helsinki van 1975 (waar de Slotakte is opgesteld, nvdr.) grotendeels gehaald zijn. De coëxistentie heeft plaats geruimd voor politieke samenwerking”. Het klopt dat Europa sinds begin jaren negentig drastisch is veranderd, maar de NGO Coalitie vindt de bewering van de regering nogal voorbarig. Helsinki gaat over meer dan het wegwerken van de grote militaire dreigingen. De NGO’s brengen een passage van de slotakte van Helsinki in herinnering die spreekt over een “algemene en volledige ontwapening onder een strikte en effectieve internationale controle die zou moeten leiden tot een versterking van de vrede en veiligheid in de wereld”. De groei van de bewapening en de sterke stijging van de militaire budgetten in verschillende OVSE-staten zijn duidelijk niet in overeenstemming met dit engagement uit de Slotakte. Afgaande op de beleidsnota vormt de bewapening binnen OVSE-zone blijkbaar geen groot probleem. De regering betreurt weliswaar de “verontrustende proliferatie” van nucleaire wapens buiten de OVSE-zone, maar rept met geen woord over de modernisering van deze wapens en de daarbij horende strategische keuzes die de inzetbaarheid ervan moeten vergemakkelijken.
De beleidsnota van de regering pleit voor een hechtere samenwerking met andere ‘Europese’ organisaties zoals de Europese Unie, de NAVO en de Raad van Europa. Het betrekken van andere multilaterale instellingen vinden de NGO’s op zich een goede zaak. Samenwerking met de NAVO, een militaire verdragsorganisatie die nog stamt uit het Koude Oorlogstijdperk, is minder vanzelfsprekend. Niet alleen brengt dit de OVSE in gevaarlijk militair vaarwater. Volgens de NGO Coalitie dreigt dit de toch al verzuurde OVSE-relaties met Rusland verder te verslechteren.
In haar beleidsnota schuift de Belgische regering vier prioriteiten voor de termijn van het voorzitterschap naar voor. Het gaat om (1) de institutionele hervorming van de OVSE, (2) de versterking van de economische dimensie met accent op transport dat de economische integratie bevordert, maar ook met risico’s te maken heeft (terrorisme, illegale migratie, mensenhandel, drugshandel,…), (3) de strijd tegen de internationale criminaliteit en de promotie van de rechtsstaat en tenslotte, (4) het aanpakken van de zogenaamde ‘bevroren conflicten’. Het valt op dat het deels om een vrij typische ‘Westerse’ agenda gaat, die de bestaande vernieuwde breuk tussen Oost en West eerder zou kunnen versterken dan afzwakken. ‘Ten oosten van Wenen’ loopt men al behoorlijk zenuwachtig over de voortdurende terechtwijzingen van mensenrechtenschendingen, hoewel er op dat vlak ook wel wat te vertellen valt aan de andere kant (cfr. de folteringen in de Amerikaanse buitenlandse gevangenissen). De NGO Coalitie zegt in haar reactie dat “elke manifestatie van ‘twee-maten twee-gewichten’ in strijd is met de geest zelf van een organisatie die gebaseerd is op samenwerking en consensus”.
Terrorisme krijgt in dit post-11 septembertijdperk veel aandacht van de Belgische voorzitter. “Terrorisme wordt erkend als één van de belangrijkste nieuwe dreigingen” aldus de nota. De OVSE heeft al in 2001 een eigen actieplan tegen het terrorisme ontworpen. “Het Belgisch voorzitterschap wil al deze verwezenlijkingen binnen de OVSE met kracht voortzetten”. Onlangs heeft een onderzoek van de Universiteit Gent onder leiding van Rik Coolsaet de terrorismedreiging sterk genuanceerd. “Er is een grote kloof tussen perceptie en realiteit” voor wat het internationaal terrorisme betreft, aldus de onderzoekers. Hun conclusie: het is moeilijk om de visie te handhaven dat de internationale terreur een belangrijke existentiële bedreiging vormt”. Terrorisme is vooral het probleem van één regio, namelijk het Midden-Oosten waar veruit het grootst aantal slachtoffers valt (Irak!). De NGO Coalitie stelt daarenboven dat veiligheidsaspecten niet ten koste mogen gaan van mensenrechten. Zonder concrete maatregelen is de passage uit de beleidsnota dat “de strijd tegen het terrorisme geen schade” mag berokkenen aan de rechtsstaat, een holle frase.
Legt onze regering verkeerde prioriteiten? In elk geval gaapt er een kloof tussen de beleidsnota en de ondertoon in de slotakte van Helsinki, die toch een brede en evenwichtige kijk op het veiligheidsbeleid trachtte te formuleren.
(Uitpers, nr. 73, 7de jg., maart 2006)
De website van de NGO Coalitie is bereikbaar via: http://www.osce-ngo.be/