Recep Tayyip Erdogan, de leider van de islamistische Partij voor Vooruitgang en Ontwikkeling (AKP) en sedert maart 2003 eerste minister van Turkije, kampt met groeiend verzet tegen zijn conservatief-islamiserend bewind. Dat verzet heeft momenteel een ander conflict, dat met de Koerden, dat Erdogan al in 2005 beloofde op te lossen, naar de achtergrond verdrongen, ondanks het feit dat de jongste ontwikkelingen erin bepalend zullen zijn voor de vraag of het conflict vreedzaam kan worden opgelost. Een interview hierover met Derwich M. Ferho, directeur van het Koerdisch Instituut te Brussel.
Op 21 maart kondigde Abdullah Öcalan, de leider van de Koerdische Arbeiderspartij (PKK), die sedert 1999 een levenslange gevangenisstraf uitzit op het gevangeniseiland Imrali, in het kader van onderhandelingen met de Turkse autoriteiten, een bestand af in de gewapende strijd, die in 1984 begon. Vanaf 8 mei zouden de Koerdische guerrillero’s Turkije verlaten en zich terugtrekken in hun basissen in Irak. Hoe verloopt dat?
De verklaringen en beloften van Öcalan worden volledig gevolgd door de Koerdische achterban. Van Koerdische kant is er geen enkel probleem. Er is echter geen wederkerigheid van Turkse kant. Eerder deze week nog vielen Turkse grenstroepen met helikopters en grondtroepen Koerdische guerrillastrijders aan. De Turkse autoriteiten hebben nog geen concrete stappen genomen voor het beëindigen van het conflict.
Is er inmiddels al iets bekend over wat de onderhandelingen totnogtoe hebben opgeleverd?
Er is nog niets bekend over de resultaten, want er is nog niets bereikt. Wel heeft Turkije een “groep van wijzen” opgericht die bestaat uit kunstenaars, professoren, journalisten, schrijvers…. Die groep is echter alleen maar een adviesorgaan zonder veel betekenis. De leden bezoeken verschillende regio’s van Turkije, leggen hun oor te luisteren. In Koerdisch gebied worden ze overal met bloemen ontvangen, maar in het Turkse gedeelte van Turkije worden ze uitgejouwd. Op veel plaatsen mogen ze zelfs niet met de bevolking praten. Dat is het verschil: de Koerden zijn voor het vredesproces maar de Turkse bevolking is er bang voor.
Er zijn nog geen concrete stappen gezet wat betreft de drie eisen van de Koerden:
-Onderwijs in het Koerdisch
-Een nieuwe Turkse grondwet
-Dat het Turkse parlement zich officieel achter de procedure stelt en dat het parlement het laatste woord heeft
Er is dus nog altijd heel wat verzet van de Turken tegen een oplossing voor de Koerden?
Die situatie is niet de schuld van de massa van de bevolking, maar van het feit dat de regering niets doet om klaarheid te scheppen, om de twijfels weg te nemen.
Is er dan eigenlijk wel een kans op een oplossing?
Ik stel die vraag altijd aan de gewone Koerd op straat, aan jong en oud. Ik krijg altijd één antwoord: wij geloven niet in de Turkse staat, we hebben geen vertrouwen. Maar er is wel geloof in de eigen beweging, die strijd heeft gevoerd via een guerrilla, via Koerdische partijen en organisaties. Uiteindelijk gelooft men dat die strijd tot goede resultaten kan leiden..
Heeft Turkije nog geen teken van goede wil gegeven?
Nauwelijks, want alle processen tegen Koerden gaan gewoon door. Op 21 maart maakten enkele leden van de [pro-Koerdische] Partij voor Vrede en Democratie (BDP) de brief van Öcalan over het geloof in het vredesproces en over de terugtrekking openbaar. De dag nadien liet men in de namiddag een 12-tal mensen van de Unie van Koerdische Gemeenschappen (KCK, een koepel van alle Koerdische organisaties) vrij, maar ‘s avonds stopten de veiligheidstroepen 72 mensen in de gevangenis. Af en toe worden mensen vrijgelaten, maar tegelijk worden en tientallen politici, journalisten, schrijvers… opgepakt. Momenteel zijn er juridische procedures aan de gang tegen 11.500 mensen, van wie er 8.000 in voorhechtenis zitten. Er zitten bijna 100 journalisten in de gevangenis, onder wie 70 Koerden. Hoe kunnen we dan denken dat het de Turkse staat ernst is?
Kunnen de huidige gebeurtenissen, de manifestaties tegen Erdogan, een negatieve Invloed hebben op de onderhandelingen?
Dat vreest men. Er is immers verzet tegen onderhandelingen van verschillende kanten. De grote massa heeft die nu protesteert heeft kemalistische, unitaristische overtuigingen en ideeën. De BDP en vele ngo’s hebben dit gevaar gezien en hebben het aan hun achterban uitgelegd: velen onder de demonstranten zijn tegen de Koerden. Daardoor kan het huidige onderhandelingsproces worden bemoeilijkt. De helft van de achterban van de AKP is voor de helft nationalistisch en voor de helft islamistisch. En er is een nationalistische oppositie tegen Erdogan, die evenals vele communistische, linkse en rechtse groepen unitaristisch is.
Jihadisten naar Syrisch Koerdistan
Waarom stuurde Turkije jihadisten over de grens naar Syrisch-Koerdistan?
Erdogan noemde destijds de Syrische president Bashar al-Assad bij een bezoek aan Damascus zijn “ broer”. Dat gebeurde om een akkoord te krijgen tegen eventueel Koerdisch gevaar voor Turkije vanuit Syrië. Maar Erdogan maakte een verkeerde berekening toen hij uit de val van de regimes in Tunesië, Egypte en Libië de conclusie trok dat het ook in Syrië snel zou gaan en dat Syrisch Koerdistan niet de weg zou opgaan van Iraaks Koerdistan [waar de Koerden een feitelijke onafhankelijkheid hebben bereikt, nvdr]. Hij zocht contacten met de oppositie, met het Vrije Syrische Leger en met de politieke oppositie van de Syrische Nationale Coalitie, en verklaarde zich solidair met hen.
Hij zat fout omdat de Syrische Nationale Coalitie altijd verdeeld was, met groepen gesteund door landen als Saoedi-Arabië en Qatar. Ook het Vrije Syrische Leger bestaat uit vele groepen, waarvan sommige sterke banden hebben met Al Qaeda. Dat wijst erop dat de Nationale Coalitie en het Vrije Syrische Leger niet veel van democratie en vrijheid begrijpen, ook niet van respect voor mensenrechten.
Erdogan hoopte Syrië snel onder controle te krijgen, er een islamitische staat van te maken en te verhinderen dat er democratie zou komen en ook voorkomen dat de Koerden er in hun gebied iets zouden kunnen realiseren. Daarom stuurde hij jihadisten naar Syrisch Koerdistan.
Hij vergat echter dat dit ook voor problemen in Turkije zelf zou kunnen zorgen zoals bv. bleek uit de reacties in de provincie in Hatay tegen de Syrische rebellen na de bomaanslag van 11 mei te Reyhanli, waarbij een 50-tal doden vielen.
Erdogan heeft geen controle over de groepen die de ene dag ja zeggen, de volgende nee. De Koerden spraken wel klare taal met de Nationale Coalitie en met het Vrije Syrische Leger. Ze spraken hun bereidheid uit samen te werken op voorwaarde dat er geen wapens zouden worden gebruikt tegen burgers, en ook niet tegen het Syrische leger, behalve in geval van repressie. Verder werd de Nationale Coalitie gevraagd de Koerden als volk te erkennen, maar de Coalitie antwoordde dat ze voor één islamitisch Syrië was. In ruil voor samenwerking vroegen de Koerden ten slotte dat er in een nieuwe grondwet garanties voor de Koerden zouden worden opgenomen en dat het Vrije Syrische Leger het Koerdisch gebied zou verlaten omdat de Koerden zelf over genoeg manschappen beschikten om hun gebied te beveiligen. Eerder hadden de Koerden al aan het Syrische leger gevraagd zijn basissen te ontruimen, wat op de meeste plaatsen gebeurde. Verder hebben de Syrische Koerden front gevormd met de christenen, de Armeniërs en ook met de Arabieren zodat het gebied veilig is. Dat alles is niet naar de zin is van het Vrije Syrische Leger dat in de voorbije dagen vanuit Turkije de strijd aanbond met de Koerden in de grensstad Afrin, bij Aleppo.
Hoe zit het met de samenwerking tussen het Vrije Syrische Le
ger en de jihadisten?
De grote meerderheid van de groeperingen in het Vrije Syrische Leger zijn islamistisch en de jihadisten zijn in grote meerderheid dezelfden als de islamisten. De islamistisch gerichte groeperingen worden gesteund door de Turkse overheid. In Afrin gebruikt met zelfs tanks en andere zware wapens die uit Turkije komen.
Zal de steun voor islamisten wegvallen als premier Erdogan verder onder druk komt in Turkije?
Ik geloof niet dat de linkse en republikeinse groepen de overwinning gaan boeken in Turkije. De oppositionele Republikeinse Volkspartij (CHP) is verdeeld. Een deel wil een oplossing voor de Koerden, vrede in Turkije en wil afzien van het islamisme maar dat deel heeft niet genoeg middelen om de partij in die richting te duwen: bij de CHP blijven de kemalisten aan de macht. Bij de Partij van de Nationale Beweging (MHP), die als programma punten heeft als één land, één godsdienst, is hetzelfde het geval. De rest van de politieke groeperingen, zowel links als rechts, zijn klein en marginaal. De enige goed georganiseerde partij die met één stem spreekt is de Koerdische BDP. Dus geloof ik niet dat de Turkse regering in gevaar kan worden gebracht.