Surinaams herinneringserfgoed
Er zijn verschillende invalshoeken om vanuit het heden in de geschiedenis te duiken. De Nederlander Eric Kastelein die goed thuis is in de Surinaamse hoofdstad Paramaribo probeert daar in door te dringen via verhalen over herinneringserfgoed. Hij benadert ‘de witte stad’ Paramaribo aan de Surinamerivier die in 2002 werd opgenomen als Werelderfgoed van Unesco, niet in zijn geheel, maar hij gaat in de stad op zoek naar twee- en driedimensionale gedenktekens (standbeelden, borstbeelden, plaquettes, gedenkzuilen, beeldengroepen, gebouwen, stenen zitbanken, klokkentorens, medaillons tot zelfs bomen) die aan een gebeurtenis of aan een persoon/personen herinneren. Zijn inventaris die hij afsluit in 2018 levert hem 111 gedenktekens op die allemaal in beeld worden gebracht waardoor ‘Oog in oog met Paramaribo’ ook een kijkboek wordt. Ieder gedenkteken heeft een eigen verhaal en om dat kort te beschrijven heeft hij bij elke foto een verklarend historisch document gevoegd – meestal een krantenartikel – waardoor de tijdgeest tot leven wordt geroepen.
In het boek is een duidelijke structuur aangebracht: het herinneringserfgoed is verdeeld over elf thematische hoofdstukken: koloniale overheid en koningshuis, religie, immigratie, economie, slavernij, oorlog en strijd, cultuur, wetenschap en sport, politiek en vakbond, onafhankelijkheid, samenleving en buitenland.
Eric Kastelein heeft met deze inventaris van herinneringserfgoed monnikenwerk verricht waarbij zeker heel veel archiefwerk te pas zal gekomen zijn. Te meer omdat er zeker in Suriname niet altijd even zorgzaam met dat erfgoed is omgesprongen. Zo vertelt de auteur terloops dat in het depot van het Surinaams museum op de houten vloer tussen twee kartonnen dozen een borstbeeld koningin Wilhelmina ‘gestockeerd’ was. Is dat majesteitsschennis of gewoon verwaarlozing? Het is zeker zijn grote verdienste geweest om een systematische inventaris te maken van al dat erfgoed. De vele voetnoten naar bronnenmateriaal tonen aan met welke zorgvuldigheid dit werk gedaan werd. ‘Oog in oog met Paramaribo’ is zeker een verrijking voor het Surinaams herinneringserfgoed.
Dynamiek van de herinnering
‘Wandelen langs het herinneringserfgoed in Paramaribo is wandelen door de geschiedenis in hink-stap-sprongen,’ schrijft de auteur (p. 17) Dat is helemaal waar. Ik vind alleen dat hij wat te grote hinkstapsprongen gebruikt, waardoor het geheel te veel een bijeenschrapen is geworden van losse weetjes. Een ruimere historische context ontbreekt, zeker dan voor lezers die geen of weinig voorkennis hebben van de Surinaamse geschiedenis. Bovendien is er rond herinneringserfgoed de voorbije decennia door historici heel wat werk verricht dat misschien inspiratie had kunnen bezorgen aan de auteur van dit boek.
Het herinneringserfgoed is geen statisch gebeuren, maar, naargelang van de maatschappelijke context, voortdurend onderhevig aan andere interpretaties. Deze dynamiek van de herinnering is een proces van voortdurende verandering in interpretatie en betekenisgeving, waarbij telkens andere aspecten en gebeurtenissen naar voren worden gehaald en het beeld van de geschiedenis in musea, romans, films, herdenkingsrituelen en erfgoedsites opnieuw wordt vormgegeven.
Lieux de mémoire
Historisch onderzoek naar de ‘dynamiek van de herinnering’ is al enkele decennia aan de gang en daarvan was de Franse historicus Pierre Nora de grondlegger met zijn begrip en onderzoek rond des lieux de mémoire. Volgens Pierre Nora zijn lieux de mémoire geen herinneringen, maar knooppunten waaromheen hele waaiers van herinneringen zijn gekristalliseerd, die betekenis geven aan een plaats. Betekenissen veranderen wanneer het aanzicht van een plaats wijzigt. Een dergelijke dynamiek typeert elke plaats. Verschillende mensen of groepen denken op eenzelfde moment anders over een bepaalde locatie, maar de inhoud van die gedachten wisselt ook in de loop van de tijd. Nooit is de constructie van een plaats ‘af’, letterlijk noch figuurlijk. In Duitsland, maar ook in Nederland – zie de vier delen ‘Plaatsen van herinnering die er tussen 2005 en 2007 verschenen – en in België – zie de twee delen uit 2008 onder de titel ‘Een parcours van herinnering, plaatsen van geschiedenis en expansie’ – zijn mooie en diepgaande voorbeelden van hoe met lieux de mémoire kan worden omgesprongen.
De dubbele lezing
Misschien zonder zich ervan bewust te zijn is Eric Kastelein voor een stukje in de voetsporen van Pierre Nora en andere historici getreden door bij sommige van zijn voorbeelden die dynamiek van herinnering, en de verschuivingen daarin, in beeld te brengen. Een duidelijk voorbeeld daarvan zijn de plaquettes uit 2000 aan de Heiligenweg voor Kodjo, Mentor en Present, drie slaven die de verwoestende stadsbrand in het Paramaribo van 1832 zouden veroorzaakt hebben. De tot slaaf gemaakten, Codjo, Mentor en Present, staan op 26 januari 1833 – 187 jaar geleden – op de brandstapel. De constructie aan de Heiligenweg is 1 meter hoog en 3 bij 3 meter. Ze zijn ieder met voetbeugels en buikbanden aan een paal geboeid en hebben een in terpentijn gewassen broek aan. De drie sterven in het vuur.
Volgens het Hof van Justitie waren ze schuldig aan de brand die in de nacht van 3 op 4 september 1832 de binnenstad verwoestte.
Maar de historische werkelijkheid is anders, schrijft de auteur, en door een recente lezing van de historische feiten te geven sluit hij aan bij de insteek die Pierre Nora in zijn werk gebruikt. ‘De mannen zijn verzetsstrijders die met hun daad in opstand kwamen tegen de slavernij, tegen de martelingen, tegen de moorden. Op de Heiligenweg – het vuur begon ook daar – staan twee gedenktekens die deze helden eren. Het gebied staat ook bekend als het Codjo-,Mentor-, en Presentpren (plein).
De brandstichters worden nu in het postkoloniale tijdperk verzetsstrijders genoemd en dat wordt in 2018 op de nieuwe plaquette, geplaatste onder de regering-Bouterse, nogmaals uitdrukkelijk bevestigd: ‘Met deze gruwelijke straf wilde het koloniale bestuur afrekenen met het verzet van moedige slaven die een daad wilde stellen tegen het onrecht van de slavernij’.
Door deze dubbele lezing geeft de auteur met het voorbeeld van Codjo, Mentor en Present de dynamiek van de herinnering aan en zo kun je uit een boek dat in de eerste plaats een uitstekende inventaris is nog een tweede en misschien rijkere bodem aantreffen.