Georgië, gewezen Sovjetrepubliek, krijgt in de meeste westerse media de vermelding mee dat het in 2008, net als Oekraïne in 2022, door Rusland is aangevallen. En dat Rusland nog altijd 20 % van het Georgische grondgebied bezet. Soms ook dat de pro-westerse ex-president Michail Saakasjvili als politiek gevangene opgesloten zit omdat de Georgische regeerders hun vriend Vladimir Poetin, president van Rusland, een plezier willen doen.
Wat een verdraaiing van de gebeurtenissen. Georgië was een van de eerste Sovjetrepublieken die niet wachtte op de ontbinding van de Sovjet-Unie (eind 1991) om de onafhankelijkheid uit te roepen. Georgisch zelfbewustzijn was ook ten tijde van de Sovjet-Unie sterk. De Georgiërs hadden zich met succes afgezet tegen pogingen tot russificatie, er waren ook nooit veel etnische Russen in Georgië geweest.
Maar op “Zwarte zondag”, 9 april 1989, was het hekken van de dam. Op die dag vielen speciale Sovjet-eenheden in Tbilisi vreedzame hongerstakers aan, balans 20 doden.
Abchazen
De protestactie in Tbilisi ging over Abchazië. Abchazië was een van de autonome gebieden binnen Georgië. Wel tegen de zin van de Abchazen, een Turks volk. Die hadden een eeuw geleden gehoopt op een eigen republiek of toch autonomie binnen de Russische Federatie. Stalin besliste in 1931 dat ze vrede moesten nemen met Georgië, dat prompt het Georgisch karakter van de regio versterkte door Abchazische scholen te sluiten en etnische Georgiërs aan te porren zich in Abchazië te vestigen.
Het Abchazisch Volksfront riep in 1988, in Sovjettijd dus, de afscheiding van Georgië uit. Het kwam in de zomer van 1989 tot zware botsingen, met 16 doden. Na “zwarte zondag” waren de Georgiërs nagenoeg eensgezind om de complete onafhankelijkheid uit te roepen, met Abchazië bij Georgië. Het liep anders omdat die Abchazen dat niet wilden en op Russische steun konden rekenen.
Osseten
En ook met Zuid-Ossetië lukte het de Georgiërs niet. De Abchazen liepen in meerderheid niet hoog op met Georgiërs, de Osseten (een Perzisch volk) hadden in meerderheid een grondige afkeer van Georgiërs. Ze hadden nooit bij Georgië gewild, ze hadden net als de Osseten van Noord-Ossetië liever bij de Russische Federatie gezeten.
De poppen gingen aan het dansen eind 1990. De nationalisten van Zviad Gamsachoerdia hadden glansrijk de Georgische parlementsverkiezingen gewonnen, waarop de winnaar onmiddellijk de autonomie van Zuid-Ossetië ophief. In mei 1991 werd hij met 86% tot president verkozen en toen was er geen houden meer aan: gedaan met elke autonome regio, wat de breuk alleen maar dieper maakte.
Gamsachoerdia probeerde in de winter van 1990-1991 Tschinvali, de kleine hoofdstad van Zuid-Ossetië, uit te hongeren. Bij aanvallen kwamen (westerse bron) rond 300 Ossetische burgers om. Tienduizenden Osseten vluchtten in die tijd naar Noord-Ossetië. De Osseten waren uiteraard opgetogen dat Sovjettroepen zich als ‘arbiter’ opwierpen om erger te voorkomen.
Gamsachoerdia werd eind dat jaar door een staatsgreep – een coalitie van opposanten en maffiagroepen – afgezet. Kort daarop, 1992, werd Edward Sjevardnadze, daarvoor nog nummer drie van het Politburo van de Sovjet-CP, president. Hij was al erg corrupt in de Sovjetperiode en werd dat als Georgisch leider, tot 2003, nog meer.
2008
Georgië kreeg in 2003, een jaar eerder dan Oekraïne, een “Rozenrevolutie”, een door o.m. VS-kringen aangewakkerde campagne tegen corruptie. Michael Saakasjvili werd de nieuwe president en zou dat blijven tot 2013. Hij had campagne gevoerd tegen corruptie en vriendjespolitiek, maar alles bleef bij het oude. Ook inzake repressie en censuur. Protesten tegen zijn beleid werden in 2007 zwaar onderdrukt, de media werd het zwijgen opgelegd.
In 2008 vond Saakasjivili het ogenblik rijp om op het terrein de eenheid en soevereiniteit van Georgië te bevestigen. Om te beginnen met wat de zwakste schakel leek: Zuid-Ossetië.
Begin augustus 2008 waren er aan de grens van Zuid-Ossetië dagelijks schermutselingen tussen Zuid-Ossetische milities en Georgische militairen. Later zouden de verdedigers van Saakasjvili dat uitleggen als provocaties om een aanval uit te lokken. Hoe dan ook, op 8 augustus vielen Georgische troepen de regio binnen. Er kwamen 12 Russische militairen om, en volgens Russische bron 162 Ossetische burgers. Enkele dagen later waren er volgens die bron al 1600 burgerdoden gevallen.
De Russische president Dmitri Medvedev beval de tegenaanval “om Russische burgers te beschermen” – de meeste Osseten hebben een Russisch paspoort. In vier dagen tijd rukten de Russische troepen op tot in de buurt van Tbilisi, waarop Moskou bevel gaf te stoppen. Men keerde terug naar de toestand van 1992, maar enkele dagen daarop erkende Moskou officieel de onafhankelijke staten Abchazië en Zuid-Ossetië. Zonder daarin door anderen te worden gevolgd.
(Saakasjvili is intussen in 2013 voor lang vanhet Georgisch toneel verdwneen, hij dook op in Oekraïne waar hij zowaar gouverneur van Odessa werd. In oktober 2021 keerde hij terug naar Georgië waar hij werd opgepakt om een gevangenisstraf – voor zijn daden in 2007 – uit te zitten. )
Tot slot
Veel westerse media blijven dus maar herhalen dat Georgië al lang vóór Oekraïne slachtoffer werd van Russische agressie. En dat Rusland van Abchazië en Zuid-Ossetië vazalstaatjes heeft gemaakt.
Om te resumeren: Abchazie en Zuid-Ossetie zijn geen door Rusland bezette gebieden, het zijn gebieden waar de bevolking in grote meerderheid achter de afscheiding van Georgi stond en staat¨, en de voorkeur geeft aan een Russisch paspoort. Binnen Georgië waren ze slachtoffer van discriminatie. De gevechten van 2008 waren geen Russische agressie tegen Georgië, maar een antwoord op een Georgische aanval op Zuid-Ossetië. Dat is makkelijk na te gaan en te onthouden.
Zie ook: