A.F.Th. Van der Heijden, De Movo Tapes, Homo Duplex 0, Amsterdam, Querido, 2003, 713 bladzijden, ISBN, 90 214 50127, prijs: 30,25 euro
A.F.Th Van der Heijden, Het schervengericht, een transatlantische tragedie Querido,Amsterdam, 2008, 1051 blz. ISBN 97890 214 3438, 12 euro
Van der Heijden (1951) is een schrijver met wel een zéér lange adem. Na een zevendelige romancyclus ‘De tandenloze tijd’ waarin de auteur schrijft over zijn jeugd en studentenjaren is hij nu onder zijn voorletters A.F.Th. begonnen aan een volgend megalomaan literair project waarvan intussen al twee forse delen verschenen zijn.
Voor “De Movo Tapes” kreeg hij in 2006 de Dirk Martens prijs en voor “Het schervengericht” ontving hij in 2007 de AKO Literatuurprijs. Walter Lotens kroop langdurig in zijn hangmat en las beide literaire kanjers van deze zorgzame en geduldige (op)bouwer van een volgend megalomaan schrijfproject over de menselijke gespletenheid. Een Tour de Force waaraan enkel de groten uit de negentiende eeuw zich hebben gewaagd.
Homo duplex
‘Homo duplex’ is een zevendelige cyclus met een deel nul en een supplement. De Movo Tapes of ‘Homo duplex O, een forse inleiding van 713 pagina’s, verscheen in 2003.
Dat is slechts een voorsmaakje van het nieuwe, grote literaire labyrint die A.F.Th. aan het construeren is. Van der Heijden is een maquettebouwer. “Een goede roman is voor mij een schaalmodel van op z’n minst een deel van de onderwereld”, zegt één van zijn hoofdfiguren in deze roman. “Ik ben pas uit ‘Homo duplex’ gaan publiceren toen ik het schema van het geheel rond had en hele reeksen hoofdstukken al klaar had”, zegt de auteur enkele jaren gelden in een interview met het weekblad Humo.
“Op mijn werkkamer ligt de hele cyclus al in archiefkasten, in alle mogelijke stadia van voltooidheid.” In de verantwoording bij het in 2006 afgeronde ‘het schervengericht” vermeldt hij dat hij al die afzonderlijke romans pas in een dwingende volgorde zal plaatsen na voltooiing en verschijning van de complete reeks. Eerst nog duizenden bladzijden schrijven en dan pas de volgorde. Als dát niet ambitieus is…
Het kernthema waaraan we ons in de cyclus ‘Homo Duplex’ kunnen verwachten is bekend. A.F.Th. opent De Movo Tapes met een mooi citaat uit Notes sur la vie van Alphonse Daudet: “Op mijn veertiende merkte ik voor het eerst dat ik met zijn tweeën was, bij de dood van mijn broer Henri, toen vader zo dramatisch uitriep: ‘Hij is dood! Hij is dood!’ Mijn eerste ik huilde en het tweede dacht: heel goed getroffen! Wat zou dat mooi zijn op het toneel!…” ‘Homo duplex’ staat voor de gespleten mens zoals uit het openingscitaat blijkt. De ondertitel van “De Movo Tapes” is niet toevallig ‘carrière als ander’
Movo Tapes
De actie in “De Movo Tapes” ligt in het verleden en de toekomst en beslaat de periode tussen 1973 en – jawel – 2024. De roman begint in dat jaar met het gesakker van een zekere QX-Q-8 die zijn werkelijke naam Apollo verpatst heeft aan de Amerikanen en als ruimtetuig zal fungeren. Hij is een onaardse verteller die zich onder de mensen begeeft, maar die niet gehinderd wordt door de sterfelijkheid van de menselijke conditie. “Ik hoef niet op een eeuw of wat te kijken, met mijn voorlopige ontheffing van sterfelijkheid” (p. 201) zegt de man, die zijn QX-Q-8, maar die verder over alle zienerscapaciteiten beschikt. “Vroeger, op het hoofdkwartier in Delphi, keek ik de vragensteller aam het loket altijd recht aan. Met gevoelens konden we hier geen rekening houden, Pythia en ik… er werd bewust op een hart hier, een zoom daar getrapt…” (p. 261)
A.F.TH introduceert met deze alomtegenwoordige QX-Q-8 – een truc die Simone De Beauvoir in haar roman “Niemand is onsterfelijk” ook toepast – de joker die in heel de cyclus zal opduiken. Deze QX-Q-8 beluistert 179 audiotapes, de zogenaamde movo tapes, die worden ingesproken door een zekere Tibbolt Satink die op 4 november 1973 tijdens een ongeval – nota bene tijdens een autoloze zondag – met moeilijke voeten geboren wordt uit een totaal verhakkelde vrouw die levend uit het wrak komt. Rond deze onmiskenbare moderne oedipusfiguur die door de schikgodinnen tot vadermoord wordt gedreven, wordt het thema van heel de cyclus uitgewerkt.
De 23-jarige Tibbolt Satink, een zachtaardige en getalenteerde gymnasiast, die Movo (Moeilijke Voeten) wil worden, een though guy, een gigolo, een hooligan. Dat gevecht om een ander te worden spreekt hij in terwijl hij tijdens de zomer van 1997 met zijn Festina Lente VA 25 over de Nederlandse autosnelwegen scheurt, ‘ijselijk paradijselijk’. “Het boek over mijn carrière als ander zal het actuele verslag van mijn metamorfose moeten bevatten.” (p. 223)
Om over zijn stervensangst heen te komen wil Tibbolt Satink een ander worden. “In mijn geval heeft de vrees voor de dood de aanzet gegeven tot de meest ambitieuze onder alle mogelijke carrières: een ander worden.” (p. 425) De titel van het boek van de uitgetikte tapes – dat nooit verscheen – was dan ook “Noen tot neoN”.
Naast die onophoudelijke worsteling om een ander te worden tussen Tibbolt en Movo worden we via de tweede verhaallijn van QX-Q-8 teruggevoerd naar 10 februari 1973, de dag waarop Zora en Ulbine, twee tienermeisjes en de 18-jarige aankomende voetbalster Tonnis Mombarg in het visuele pornocircuit van Rotterdam terechtkomen. Een Vlaamse regisseur maakt opnamen van Tiroler-porno tussen Zora (Zoortje) en Tonnis die tijdens het bedrijven van gefilmde sex patsboem verliefd op elkaar worden. Het hoogtepunt van “De Movo Tapes” is de metamorfose van Tibbolt-Movo die tijdens een telefoongesprek in zijn auto de veldslag bekrachtigt tussen de harde kern van Rotterdamse en Amsterdamse hooligans. Die veldslag zal plaats vinden in Zeeuws-Vlaanderen bij knooppunt Hellegat.
Dit is het einde van Homo Duplex 0 en aankondiging van een volgend deel van de Homo Duplex-cyclus waarin het moderne oedipusverhaal steeds scherpere contouren begint aan te nemen. Alle elementen liggen op tafel, maar de duivelskunstenaar A.F.Th. heeft nog enkele duizenden bladzijden nodig om de rest van zijn verhaal te vertellen.
Duivelskunstenaar
A.F.Th. is niet alleen een zorgzame en geduldige opbouwer van een megalomaan literair project, hij is in de eerste plaats een rasschrijver die via magistrale zinnen de werkelijkheid vervormt tot een meta niveau. Als de hoofdpersoon in een mannentoilet geconfronteerd wordt met iemand naast hem met rammelende piercings in zijn penis heet dat bij hem: “Indachtig de winkelsluitingswet borg mijn buurman zijn zilverwaren achter het rolluik van zijn gulp. Na een korte stilte brachten de urinoirs hem een collectief saluut.” (p. 588)
“De Movo Tapes” bulkt van de literaire hoogstandjes en het verbale vuurwerk, maar heeft ook een filosofische ondertoon waartegen iemand als Mulisch best ‘u’ mag tegen zeggen. Sommige uitbarstingen van Tibbolt-Movo doen denken aan de tirades van de Franse auteur Louis-Ferdinand Céline die in ‘Mort à crédit’ en “Voyage au bout de la nuit” doden uit hun graf laat opstaan. Er staan enkele soortgelijke passages in ‘De Movo tapes’, bijvoorbeeld als de moeder van Tibbolt een heel circus in de lucht ziet gaan. Er zijn ook verwijzingen naar Nietzsche (die hij voor een stuk volgt) en naar het existentialisme van Jean-Paul Sartre (dat hij eerder afwijst) aanwezig, maar uiteindelijk is “De Movo Tapes” geen filosofisch traktaat geworden, maar het eigenzinnige werk van een duivelskunstenaar die zowel uitblinkt in de constructie van een ambitieus geheel als in de constructie van elke zin uit dat geheel. Wie “De Movo Tapes” goed verteerd heeft, is klaar om de volgende deur van dit nieuwe literaire labyrint binnen te stappen.
Het schervengericht
En in 2006 werd met “Het schervengericht” een volgende deur in het A.F.Th-labyrint geopend. Deze kanjer van een kanjer situeert zich deze keer aan de andere kant van de oceaan. De roman speelt zich grotendeels af in de Californische staatsgevangenis Choreo en situeert zich tussen einde 1977 en begin 1978. Drie bizarre figuren zijn de dramatis personae uit dit boek. Op 19 december 1977 wordt een zekere Remo Woodehouse door zijn advocaat naar de State Penitentiary van Choreo gebracht waar hij een lichte gevangenisstraf moet uitzitten, waartoe hij wegens zedenfeiten met een meisje van dertien veroordeeld werd. De kleine man die ongemakkelijke hoge schoenen draagt, wil zijn werkelijke identiteit voor zijn medegevangenen verborgen houden en is ook vermomd met een zware baard en bril. Ongeveer gelijktijdig arriveert een andere man die overgeplaatst werd is uit een andere gevangenis. Deze ook kleine man laat zich Scott Maddox noemen. Hij is volledig onherkenbaar omdat zijn hoofd en bijna heel zijn lichaam omzwachteld zijn om van zeer lelijke brandwonden te genezen. Ook deze geheimzinnige, weinig smakelijke figuur heeft blijkbaar goede redenenen om zijn ware identiteit geheim te houden.
Ongeveer zeven weken ontmoeten deze twee mysterieuze heerschappen elkaar dagelijks in de gangen van Choreo waar zij samen instaan voor de schoonmaak van de stinkende gangen en toiletten. De twee kleine gevangenen doden hun straftijd door te trachten achterhalen wie de andere nu eigenlijk is. Het zal enkele honderden bladzijden vol schitterende dialogen duren vooraleer ze weten wie er achter de schuilnamen Remo Woodehouse en Scott Maddox schuil gaat. Het gaat met name om de Pools-Amerikaanse filmregisseur Roman Polanski en – jawel – Charles Manson.
Om even het geheugen op te frissen: in de nacht van de negende augustus 1969 vermoordden leden van de Charles Manson sekte de hoogzwangere actrice Sharon Tate, samen met een bevriend stel, haar kapper, een jongen die toevallig op de verkeerde plaats en ogenblik aanwezig was en een ouder koppel dat in de buurt van Polanski’s luxueuze villa woonde. De regisseur verbleef op dat ogenblik in Londen. Acht jaar later wordt hij voor seks met een minderjarige opgepakt. De gesprekken tussen de moordenaar en de echtgenoot van één van de slachtoffers wordt steeds bitser. De twee schoonmakers draaien om elkaar heen en proberen elkaars gedachten te verkennen. De ene agressie volgt op de andere en ten slotte wordt Woodehouse, na een mislukte poging om Maddox te vermoorden, opgesloten in een donkere isoleercel waar hij, zoals A.F.TH het noemt, ‘de eenzaamste twintig minuten uit de geschiedenis van de mensheid’ meemaakt. Het is een van de sterkste passages van het boek. Woodehouse beleeft de twintig minuten die zijn ongeboren zoon nog moet geleefd hebben nadat Sharon Tate vermoord werd.
A.F.Th. noemt “Het schervengericht” in de ondertitel een transatlantische tragedie en daarmee verwijst hij, zoals ook in ‘De Movo Tapes’, expliciet naar de grote Griekse tragedieschrijvers. Alleen al door de titel van het boek waarmee hij alludeert op het ostracisme, op het schervengericht dat elk jaar, wanneer het volk het nodig oordeelde, in het oude Athene werd gehouden. Iedere burger ontving dan een scherf waarop hij de naam moest schrijven van een persoon, die hij voor de veiligheid van de staat gevaarlijk achtte en dus verwijderd te zien. Wie op deze wijze zesduizend stemmen tegen zich had, werd voor tien jaar uit Athene verbannen. Indien de boeven uit Choreo waren te weten gekomen dat die twee schoonmakende en voortdurend ruziemakende dwergen respectievelijk een kinderverkrachter en een moordenaar waren, dan hadden zij geen scherven nodig gehad om ze allebei deskundig op te ruimen.
Het meest fascinerende personage in deze roman is echter de Griekse cipier Agraphiotis, die op het ogenblik dat Maddox en Woodehouse arriveren in Choreo begint te werken. Dat blijkt geen toeval te zijn, want in de loop van het boek blijkt dat hij op een geraffineerde manier die twee gevangenen bij elkaar heeft weten te brengen. Agraphiotis staat voor de Griekse god Apollo zoals in de Movo tapes waar QX-Q-8 zijn naam aan de Amerikanen verkocht heeft. Hij slaagt erin op om een zeer sluwe manier een aantal tragedies te organiseren. In “Het schervengericht” brengt Agraphiotis of Apollo niet alleen Charles Manson en Roman Polanski bij elkaar in dezelfde gevangenisgang, maar – schrik niet – slaagt hij er ook in een verband te leggen tussen de sekte van Charles Manson, Shakespeare en…John Lennon. A.F.Th. laat de manipulator Apollo aan John Lennon een tekst van William Shakespeare bezorgen, die hij verwerkt in het liedje ‘Hurly Burly’. En er is nog meer: Apollo zorgt ervoor dat Charles Manson de enige bestaande opname in handen krijgt. Daardoor wordt ‘Hurly Burly’ de ideologische inspiratie voor de Manson sekte om via een aantal gruwelijke moorden een rassenconflict tussen zwart en wit te ontketenen. Remember het woordje PIGS dat met bloed werd geschreven op de plaats van de moordpartij. A.F.Th. overgiet de werkelijke geschiedenis met zijn verbeeldingskracht waardoor het een Griekse transatlantische tragedie wordt.
“Het schervengericht’ is andermaal een subliem staaltje van het verbijsterend evocatievermogen en sterke zeggingskracht van een auteur – vrijwel heel het boek bestaat uit spetterende dialogen tussen de twee protagonisten – die goed op weg is één van de grootste literaire kroniekschrijver te worden van de laatste decennia van vorige eeuw. Zeker dan in het Nederlandstalige gebied maar ook ver daar buiten. Ik hoop dat A.F.Th. de energie zal weten te vinden om wat embryonaal reeds in zijn archiefkasten aanwezig is van de overige delen van de cyclus Homo Duplex tot leven te brengen.
(Uitpers, nr 104, 10de jg., december 2008)
A.F.Th. Van der Heijden, De Movo Tapes, Homo Duplex 0, Amsterdam, Querido, 2003, 713 bladzijden, ISBN, 90 214 50127, prijs: 30,25 euro
U kunt dit boek via de link hieronder rechtstreeks bestellen bij:
en wie via Uitpers bestelt, helpt Uitpers!
De link:
http://www.groenewaterman.be/anne/index.dll?webpage=index.htm&inpartcode=230919&refsource=uitpers
A.F.Th Van der Heijden, Het schervengericht, een transatlantische tragedie Querido,Amsterdam, 2008, 1051 blz. ISBN 97890 214 3438, 12 euro
U kunt dit boek via de link hieronder rechtstreeks bestellen bij:
en wie via Uitpers bestelt, helpt Uitpers!
De link:
http://www.groenewaterman.be/anne/index.dll?webpage=index.htm&inpartcode=780384&refsource=uitpers