INTERNATIONALE POLITIEK

Over de grenzen heen

Réginald Moreels en Rik Pinxten, De grote transitie, Gesprekken tussen een gelovig arts en een antropoloog zonder God, Lannoo, Tielt, 2007, 144 blz. ISBN978 90 209 73044

Het procédé is niet nieuw: zet twee bekende figuren met verschillende opvattingen aan één tafel, plaats er een journalist en een taperecorder tussen en je hebt de basis voor een publicatie. Dat deed Anna Luyten met Réginald Moreels en Rik Pinxten onlangs. “De grote transitie” kreeg als ondertitel “Gesprekken tussen een gelovig arts en een antropoloog zonder God”.

In Gesprekken in Jeruzalem (1996) zaten priester en politicus Staf Nimmegeers en DM-hoofdredacteur Yves Desmet al aan zo’n tafel en in Trialoog, Hoopvolle stemmen voor een angstige tijd (2005) werden Hendrik HoetAharon MalinskyJamal Maftouhi en Jan De Volder bij elkaar gezet. De grote transitie gaat echter over veel meer dan geloof en ongeloof. Het is een poging om, over de grenzen van een al dan niet bestaande geloofsovertuiging heen, na te denken over waarden en levens- en denkpatronen die in deze overgangsperiode op losse schroeven komen te staan.

De thema’s van de ambitieuze onderwerpen – de twee gesprekspartners gaan de grote thema’s van deze tijd niet uit de weg – worden opgedeeld in tien hoofdstukjes: spiritualiteit en God, Zingeving en antiklerikalisme, Democratie versus theocratie, Op zoek naar een landingsplaats, De democratie en de burger, Burgerzin, De bewuste burger en het geweld, De ethiek beweegt, Menselijke kennis en waardigheid in een grotere wereld en het afsluitende ‘Utopia: naar positieve voorstellen’.

Antropoloog zonder God

Beide debaters krijgen alle ruimte om hun denken aan elkaar te toetsen. Pinxten profileert zich, zoals bekend uit vorige publicaties waaronder vooral “De strepen van de zebra”, als de pleiter voor de feilbare mens. Hij zet zich als ‘antroloog zonder God’ scherp af tegen de boekgodsdiensten van de Middellandse Zee (islam, jodendom en christendom), die een koppeling maken van religie aan moraal, aan spiritualiteit, aan doctrine, aan een godsidee. Volgens hem kan een ongelovige evenzeer spirituele ervaringen hebben want die hebben met religieuze doctrines niets te maken. Hij pleit voor inclusiviteit maar waarschuwt dat een geloofspositie, zoals in de boekgodsdiensten, niet mag gezien worden als één bijzondere invulling, als een exclusieve positie. Hij zet zich ook af tegen de ‘vrijzinnige kerk’ met zijn verwijzing naar de Franse filosoof Michel Onfray die stelt dat men in de laïciteit niet veel verder is geraakt dan het overnemen van de ceremonies van de kerk, maar dan zonder God.

Gelovige arts

De gelovige Moreels die zich na zijn existentiële crisis meer dan ooit als gelovige positioneert, pleit ook voor het recht op twijfel en onzekerheid ‘omdat ik niet in een god kan geloven die het allemaal ‘beter weet’’. (p. 65) Hij vertrekt van een personalistische visie waarvoor hij zich ondermeer beroept op de filosofie van Emmanuel Levinas die het gelaat van de ‘andere’ als een appel ziet aan onze verantwoordelijkheid. Hij verwijst ook met instemming naar Blaise Pascal die stelt que la morale se moque de la morale. “Ethiek zou je kunnen gelijk stellen aan moraal die zich van elk moralisme heeft bevrijd.” (p. 100) Moreels ontwikkelt ook een ‘quotiëntentheorie’: naast het intellectuele quotiënt (de kennis) van ons brein onderscheidt hij het zogenaamde emotionele quotiënt (het emotionele voelen) en ten derde het spirituele quotiënt om ‘inclusief te kunnen denken, om zo de waarden en normen van anderen te kunnen interpreteren’ (p. 41). Hij pleit ook voor een aardecharter of een ‘ethiek zonder grenzen’. (p. 40)

Samen op zoek

Wie verwacht had een uitvoerige analyse te krijgen van de inhoud van die ‘grote transitie’ is eraan voor de moeite. Dat was ook niet de bedoeling van deze confrontatie. Dit tweegesprek, dat nergens een twistgesprek wordt, is een boeiende zoektocht van wat twee personen bindt en onderscheidt van elkaar in hun denken over leven in een overgangsperiode.

Het gesprek komt een beetje moeizaam op gang – in de eerste hoofdstukken had ik het gevoel dat Pinxten en Moreels meer met hun eigen inbreng bezig waren en te weinig inpikten op de andere – maar naargelang het gesprek en het boek vorderen, worden de lijnen van overeenkomst en verschil steeds duidelijker en scherper gesteld.

Mij komt de gelovige Moreels minder overtuigend over, maar dat zal allicht meer over mezelf dan over hem zeggen. Wél indrukwekkend vind ik de maatschappijkritische Moreels die als oorlogschirurg en ex-minister een man van het veld is, die fel uithaalt naar witteboordencriminaliteit (“Voor dit soort mensen wordt dan wel een fiscale amnestie uitgevaardigd in naam van de realpolitiek en het begrotingstekort” p. 128) en naar het eigen wereldje van de dure internationale waarnemers. Hij stelt de ‘globalisering van de armoede’ aan de kaak en pleit voor een mondiaal sociaal ziekteverzekeringssysteem wereld (p. 131) en het laten betalen van de lonen van de gezondheidswerkers in de 42 armste landen ter wereld. (p. 130). Alleen mensen die vanuit een derdewereldpositie het gelaat van de armoede hebben gezien, kunnen dergelijke voorstellen doen. Dat verwacht je niet van een (ex-)minister, maar dat was de geëngageerde Moreels natuurlijk niet alleen en dat is hem waarschijnlijk zuur opgebroken in politieke middens.

In die laatste hoofdstukken worden de punten van verschil tussen beide interessante figuren almaar kleiner en dat leidt tot een zeer constructief einde, waar tegenstellingen niet meer aan de orde zijn. In tien punten schetsen Moreels en Pinxten de krachtlijnen van hun ‘utopia’, waarmee zij bedoelen dat het over een mens-ideaal, niet over de ideale mens gaat. Nuchter en wijs besluiten ze: “De ideale mens bestaat niet en hoeft niet te bestaan, want ideaal is de facto totalitair, uniform en saai.” (p. 141)

“De grote transitie” is een mooie oefening in het intensief over de grenzen kijken van twee mensen die tot de conclusie komen dat zij samen veel meer punten hebben om samen voor ten strijde te trekken, dan om grenslijnen te trekken.

(Uitpers, nr 98, 9de jg., mei 2008)

U kunt dit boek via de link hieronder rechtstreeks bestellen bij:

en wie via Uitpers bestelt, helpt Uitpers!

De link:

http://www.groenewaterman.be/anne/index.dll?webpage=index.htm&inpartcode=681677&refsource=uitpers

Laatste bijdrages

Bayrou, dan toch

Het zou geen verrassing mogen zijn, en toch: François Bayrou heeft eindelijk een van zijn twee dromen gerealiseerd, hij is premier van Frankrijk. De andere droom: president. Maar voorlopig…

SYRIË: EEN MIDDELEEUWS OPBOD

De weg naar Damascus is lang. De apostel Paulus werd er van zijn paard gegooid. De kruisvaarders moesten eerst de oninneembaar  geachte stad Antiochië (vandaag Turks Antakya) belegeren –…

Komt er stabiliteit in Syrië na het verdwijnen van Assad?

Het regime van Bashar al-Assad is gevallen, maar daarmee is er nog geen eind gekomen aan de gevechten. Het land is nu opgedeeld in twee stukken. Met het vertrek…

Grenskolonialisme

You May Also Like

×