‘De winnaar van de verkiezingen op 7 november is om meerdere redenen nu al bekend.’ Dat schrijft ‘Sandino vive’ een dag voor de stembusgang in Nicaragua. De naam van de auteur is bij de redactie gekend. Hij trekt undercover rond in het land en peilt de sfeer bij Nicaraguanen van wie hij er velen al jaren kent, maar die om veiligheidsredenen alleen een voornaam krijgen. Ay Nicaragua, Nicaraguïta.
Daniel Ortega, 75 jaar, zal opnieuw tot president gekozen worden in het op een na armste land van Latijns-Amerika. Niet alleen heeft hij zeven potentiële tegenkandidaten al maanden geleden op laten pakken (zes in de gevangenis en een thuis), ook heeft hij het staats- en regeringsapparaat in zijn zak, waaronder de Hoogste Verkiezingsraad. En mocht de uitslag onverwacht tegenvallen, is er nog niets aan de hand. Egelio, een voormalige hoge sandinist, legt mij uit dat de uitslagen normaal gesproken al voor de verkiezingen uitonderhandeld worden met de oppositie, die vervolgens genoegen neemt met een miniem aantal zetels. Aan de Hoogste Verkiezingsraad de uitdaging om in het systematiseren en presenteren van de uitslagen naar dat akkoord toe te werken. Daarbij kan de Raad op steun van alle betrokken geledingen rekenen.
Teleurgesteld en afgehaakt
Twee vrouwen uit Managua bevestigen dat, los van elkaar. Beiden zijn teleurgestelde en afgehaakte militanten van het Frente. Maria verklaart bij de verkiezingen van zes jaar geleden meegewerkt te hebben aan het opleuken van de verkiezingsresultaten van het Frente in haar wijk, Teresa verklaart – en zegt zich daar nu enorm voor te schamen – op maar liefst vijf stembureaus een stem op het Frente uitgebracht te hebben voor wat voor haar toen ‘de goede zaak’ was.
Oppositiepartijen worden door de mensen ‘muggenpartijen’ genoemd omdat ze op zijn hoogst irriteren maar geen controlerende, laat staan tegenmacht zijn. Waarom zouden die partijen genoegen nemen met een handvol zetels in plaats van transparante en democratische verkiezingen te eisen? Omdat ze zelf weten dat hun achterban in de meeste gevallen nauwelijks groter is dan hun familie en vrienden en omdat parlementszetels zich in geld uitgedrukt dubbel en dwars uitbetalen. Zowel salarissen als secundaire arbeidsvoorwaarden steken positief af bij die van hun collega’s aan onze kant van de oceaan. Huurlingen? Het zal wel, bingo!, denkt de ingehuurde oppositie. Mijn vriend Arnoldo: ‘Ik volg de politiek op de voet maar ik heb geen flauw idee wie de gasten zijn en waar ze voor staan, behalve dan voor hun eigen portemonnee. Aan verkiezingsprogramma’s doen we niet, debatten zijn er niet geweest en van een verkiezingscampagne was geen sprake. Hier en daar een paar affiches, nogal wat PLI-spandoeken de laatste week in Managua, maar dat was het wel.
Het Frente Sandinista van Ortega heeft alleen digitaal campagne gevoerd. Wel verplicht zij overheidsmedewerkers om mensen huis aan huis te motiveren om zondag naar de stembus te gaan. Mensen in overheidsdienst zien zich gedwongen te gaan stemmen omdat niet stemmen zomaar kan betekenen dat je op straat komt te staan. Een Nica-vluchteling in België vertelt mij dat zijn moeder, die een administratieve functie op het ministerie van Binnenlandse Zaken heeft, hem gevraagd heeft te stoppen met zijn publieke protesten in Brussel. Zij is daarop aangesproken door haar chef en is bang haar baan kwijt te raken.
Zwijgen en grommen
Met de interne democratie in de partij is het droef gesteld. Politiek gaat alles van boven naar beneden en wie daar kritiek op heeft, doet er goed aan om te zwijgen. De gewelddadige onderdrukking van de overwegend vreedzame protestbeweging tegen de dictatuur in 2018 en de meedogenloze afrekening met elke vorm van oppositie daarna, hebben gemaakt dat de actieve steun voor het regime sterk is afgebrokkeld. Veel sandinisten geloven niet langer in het project van hun partij en vooral presidentsvrouw en vicepresident Rosario Murillo wordt gehaat vanwege haar buldozerpolitiek en lompe interne gedrag. Posities van neutraliteit vanuit bijvoorbeeld de kerken worden rücksichtslos onder de voet gelopen want ‘wie niet voor is, is tegen’. Dit maakt dat mensen niet langer het achterste van hun tong laten zien en zich naar buiten toe conformeren, maar het in de praktijk helemaal gehad hebben met het regime. Over politiek praten is taboe in Nicaragua en zeker met taxichauffeurs moet je dat niet doen omdat zij bijna allemaal partijgangers zijn, afhankelijk van door de overheid verschafte vergunningen. Maar wanneer ik als enige passagier in de taxi overgebleven ben op een lange rit door Managua, vraag ik onnozel hoe het gesteld is met mijn chauffeur. Hoewel de man rustig doorrijdt, ontsteekt hij in totale razernij. ‘Onze commandant kinderverkachter (refereert aan incest van Ortega met de dochter van zijn vrouw Rosario: red.) en die tyfushoer van hem richten het hele land ten gronde. Ze stelen alles bij elkaar wat er bij elkaar te stelen valt. Als vertegenwoordigers van ons collectief – de grootste taxicentrale van Managua, hè! –met de vicepresident om tafel gaan om onze financiële noden te bespreken, zegt dat wijf ijskoud ‘Als jullie tot acties overgaan, trek ik de rijvergunningen van al jullie leden in. Smeerlappen, dat zijn het.’
Sociale druk
Loyaliteit in kringen van de sandinistische beweging heeft in veel gevallen plaats gemaakt voor koele berekening. Aldo is zijn baan als Samsung-servicemedewerker kwijt geraakt, maar wist via voormalige collega’s op de universiteit een tijdelijke baan als docent te krijgen. ‘Er waren wat vacatures doordat enkele docenten met pensioen zijn gegaan maar vooral doordat veel universiteitsdocenten naar het buitenland vertrokken zijn omdat ze niet langer in Nicaragua willen leven. Het gros van de vacatures wordt ingevuld door jongeren die met hun partijkaart pronken, zonder dat zij bevoegd zijn. Dat betekent dat ik op eieren moet lopen en elke keer de afweging moet maken of ik meedoe of duik, als het Frente een beroep op mij doet. Ja zeggen en nee doen, is hier een beetje het nieuwe normaal. Mijn broer en zus – wij komen uit een hard core sandinistische familie – zijn al jaren geleden afgehaakt. Zelf hield ik het pas voor gezien sinds de vrijheid in ons land om zeep werd gebracht na april 2018. Voor die vrijheid heb ik mijn leven lang gevochten, maar daar is nu niks meer van over.’
Eugenia werkt op de P&O-afdeling van een grote provinciestad, met zo’n honderd mensen in administratieve functies en zeshonderd personeelsleden in de buitendienst. ‘Wanneer wij op het gemeentehuis een oproep van het Frente uit doen gaan dat er vrijwilligers worden gezocht voor een bepaalde activiteit, meldt zich niemand. En als ik niemand zeg, is dat ook echt niemand. Dan moeten wij van de burgemeester een serie mensen aanwijzen voor die bepaalde klus. Een deel van hen probeert daar weer onderuit te komen omdat ze iets aan hun been hebben, voor hun moeder moeten zorgen of vanuit het werk met extra klussen zijn belast. Maar het is niet verstandig om altijd ‘nee’ te zeggen, dus mensen schipperen een beetje. Zelf ben ik onlangs ingezet bij de controlecommissie waar mensen uit mijn wijk zich moesten melden om te kijken of ze wel op de lijst van stemgerechtigden staan. Zegt de vrouw die de hele operatie leidt aan het eind van de middag tegen mij: ‘Ik heb jouw hulp in de huishouding vandaag niet gezien. ‘What the fuck, denk ik, hoe weet jij wie mijn hulp in de huishouding is. Niemand van mijn werk komt ooit bij mij over de vloer, dus hoe weet jij dat? Dan kun je nog denken dat het om een incident gaat, maar het is nog veel erger. Ik heb een akkefietje op mijn werk, waar ik met een iemand die ik volstrekt vertrouw over sms zonder het daar verder met niemand over te hebben. Doe ik ook met jou niet, by the way. Word ik een paar dagen later bij de burgemeester geroepen die op de hoogte blijkt te zijn van wat ik met die persoon gedeeld heb. Het maakt dat ik nu met elk scenario rekening hou, tot en met camera’s in het stembureau. Ik sluit zelfs niet uit dat ik op Daniel Ortega ga stemmen als ik het niet vertrouw. (schiet in de lach) Dan zit ik in ieder geval bij de winnaar want dit is één groot circus.
Van kwaad naar erger
Tot zover de sociale druk maar het kan nog veel erger. Naarmate we verder van de hoofdstad geraken, gaat het er ruiger aan toe. Rosa, die vanuit een kolonie op meerdere uren van Nueva Guinea woont, wil wel met mij praten over de smeerlapperij die Ortega’s ordetroepen begaan. Na afloop van de wegblokkades die in 2018 plaatsvonden, zijn naar huis terugkerende boeren door politie en paramilitairen beschoten. Zestien boeren kwamen om en meerdere van hen zijn doorzeefd en voor het leven invalide.
‘Maar een van zijn maten was er nog erger aan toe dan hij. Die was helemaal verlamd en kon zelfs niet meer praten. Maar hij was nog wel bij zijn verstand want toen hij zijn dochtertje zag, liepen de tranen over zijn wangen. Kijk de ellende in onze zone begon allemaal met het interoceanisch kanaal dat Ortega met de Chinezen aan wilde leggen. Tussen 2016 en 2018 hebben ze zestien mensen van ons gedood omdat we daar actie tegen voerden Eerst hadden we een goede verstandhouding met de Chinezen omdat ze ons goed betaalden voor slangen, ratten en andere wilde dieren die wij vingen en die zij opaten. Maar toen zeiden ze dat wij weg moesten uit de zone omdat zij de regering een goede prijs hadden betaald voor ons land. Dat maakte dat we met zijn allen in opstand kwamen, mannen en vrouwen, volwassenen en kinderen. Met machetes en stokken waren we geen partij voor de zwaar bewapende ordetroepen die ze op ons afstuurden. Sommigen van ons zijn bij protesten gedood, anderen werden ‘s nachts uit hun huis gehaald, doodgeschoten en in de rivier gegooid en spoelden helemaal opgezwollen de oceaan in bij Punta Gorda. Maar na de wegversperringen is het wel tien keer erger geworden. Het huis van mijn schoonzus is in brand gestoken en haar man en twee kinderen zijn levend verbrand. Kort geleden is zijn broer neergeschoten, maar die leeft nog. Twee neven van hem zijn doodgeschoten en mijn schoonzus die kookte voor de wegafzetters is op 23 augustus van dit jaar in haar rug geschoten. Kijk maar, hier heb ik het filmpje. Het ene horrorverhaal na het andere. In Buena Vista hebben ze een onderwijzer, Jaime d’Escoto met vijf van zijn kinderen in de leeftijd van 4 tot 16 jaar doodgeschoten. Zijn vrouw heeft weten te ontkomen, maar vraag niet hoe ze eraan toe is. Zij lijken niet te rusten voor wij allemaal dood en begraven zijn.’
Stemboycot
Ondanks het feit dat voormalige kopstukken van de revolutie in de gevangenis zitten of naar het buitenland gevlucht zijn, er geen ruimte is om te protesteren en de VS en Europa het verkiezingsproces als een farce betitelen, zet het regime alles in om mensen naar de stembus te krijgen. Mensen mogen stemmen wat ze willen, de politiek gewenste uitslagen liggen al klaar. Dit maakt dat de oppositie – een brede beweging die zijn buik vol heeft van het Ortega-Murillo regime – oproept tot een stemboycot, waar naar verwachting breed gehoor aan zal worden gegeven. Terwijl ik dit artikel schrijf, zeg ik tegen het meisje dat de hoteladministratie doet en de kamers schoonmaakt dat ik zo wegga en na het weekend terugkom. ‘Heel verstandig zegt zij, dat je weggaat want je weet het niet, zondag met die verkiezingen. Ik ga niet stemmen want er valt niks te kiezen.’ De afgelopen weken ben ik tientallen mensen tegengekomen die mij in vertrouwen hebben genomen omdat ze mij kennen of omdat ik ter plekke een klik met ze had. Iedereen vindt dit een groot circus. Maar over de vraag wat verstandig is, lopen de meningen uiteen. ‘Ik ga niet stemmen omdat ik bij niemand in het krijt sta en niemand mij iets verschuldigd is’, zegt een veeboer in het park. ‘Hier in ons dorp gaat niemand stemmen, alle deuren dicht op zondag. Kom maar bij me barbecueën. Officieel is het een alcoholloze dag, maar ik haal van tevoren wel wat bier en rum’, zegt een tweede. ‘Mijn kinderen verdommen het om te stemmen, maar ik ga wel omdat ik met al die paramilitairen in mijn straat niet wil dat ons hele gezin op de lijst van niet-stemmers komt te staan. Ik ga een groot kruis op mijn stembiljet zetten.’ Mijn prognose op grond van wat ik hoor: de groep niet stemmers wint, de groep ‘ongeldig stemmen’ wordt tweede, het Frente Sandinista derde en de het zogenaamde oppositiecircus eindigt op grote afstand op de vierde plaats. Gokken is altijd gevaarlijk, maar ik geeft Daniel Ortega tussen de 70 en 80 procent van de 10 a 20 procent die gaat stemmen.
Rest de vraag hoe verder. Gezien de schaal en effectiviteit van de repressie zie ik 7 november geen grootschalig protest voor me. Met tienduizenden politieke vluchtelingen in vooral Costa Rica en de VS, oppositieleiders in de gevangenis, politie, paramilitairen en zesduizend vrijgelaten gevangenen die de orde gaan handhaven, kom je op dit moment niet ver als tegenstander van de dictatuur. Maar toch, bij de top zit de schrik er goed in en bestaat de angst dat het land opnieuw vlam vat. Eén ding moet je ze nageven, en dat is dat ze inmiddels doordrongen zijn van de massale afkeer die zij inboezemen bij de meerderheid van de mensen. De tegenstanders van de dictatuur zijn bang voor geweld van doorgedraaide Daniel-aanhangers in de volkswijken wanneer blijkt dat massaal gehoor wordt gegeven aan de boycot-oproep. ‘Weet je wat het is?’, zegt Evelio die als voormalig sandinistisch hard core activist rond de millenniumwisseling bussen in brand stak en huizen van kapitalisten bekladde uit protest tegen de neoliberale regeringen. ‘Het gros van degenen die de partij trouw gebleven zijn, geloven niet eens meer in hun eigen verhaal maar steunt die troep uit opportunisme. Dat maakt dat deze dictatuur vroeg of laat door zijn hoeven zakt. Maar of dat zondag gebeurt of over dertig jaar, dat is de grote vraag.’