Laten we blij zijn met elkaar! Laten wij optimistisch zijn! Laten we zeggen: Nederland kan het weer! Die VOC-mentaliteit [VOC staat voor ‘Vereenigde Oostindische Compagnie’, een Nederlandse handelsmaatschappij die in de 17de en 18de eeuw het monopolie had over de handel tussen Europa en Azië, nvdr], over grenzen heen kijken, dynamiek! Toch? Deze woorden zult u ongetwijfeld nog herinneren. Onze (toenmalige) Minister-president Balkenende zei dit tijdens de Algemene Beschouwingen van 2006.
Niet verwonderend dat hij hiernaar refereerde. Buiten dat mijnheer Balkenende geschiedenis heeft gestudeerd en dus ongetwijfeld bovengemiddeld op de hoogte is van onze vaderlandse geschiedenis, vierde tijdens de oprichting van de VOC in 1602 de Republiek der Nederlanden haar economische hoogtijdagen en dat zou nog lang zo blijven: de Gouden Eeuw. De Republiek was een supermacht, vergelijkbaar met de Verenigde Staten in het huidige tijdperk.
Echter vanuit empirisch standpunt geredeneerd, zal elke hegemon in de internationale politiek ooit zijn macht moeten inleveren. Zo gebeurde dit ook met het toenmalige Nederland.
Opvallend daaraan is dat het enorm veel overeenkomsten vertoond met de huidige situatie van Europa. Nee, Europa is niet ten onder aan het gaan maar relatief gezien gaat het minder met onze welvaart.
Na de succesvolle Gouden Eeuw (1588-1672) van de Republiek werd de minder succesvolle Zilveren Eeuw (1672-1780) ingeluid. Tijdens de Gouden Eeuw vierde het particularisme van steden en gewesten hoogtij. Er werd weinig samengewerkt, ze waren vooral gespitst op hun eigen belangen. De Engelse diplomaat William Temple schreef in 1673 dat juist door dit particularisme de Republiek zo succesvol was geworden. Het bestuur garandeerde het particuliere bezit, gaf rechtszekerheid en stelde de belangen van de handel voorop.
Als we nu het hedendaagse Europa is bekijken vóór de economische crisis. Er werd samengewerkt op het gebied van handel maar voor verder overkoepelend gezag vanuit Brussel werd angstig gereageerd, denk aan de landen als Frankrijk en Nederland die in 2005 ‘nee’ stemden tegen een Europese grondwet en aan Ierland die het zelfde deed in 2008. Volgens velen is de Europese Unie goed voor alleen de handelsbetrekkingen en dat moet zo blijven. Partijen als de PVV (Partij voor de Vrijheid van Geert Wilders) en de SP (Socialistische Partij) zijn bijvoorbeeld fel tegen verdergaande ‘bemoeienis’ vanuit Brussel. In het partijprogramma van de SP staat “De rol van nationale parlementen binnen de Europese Unie dient te worden vergroot”.
Laten we nu weer is een sprong terug in de tijd maken naar het Nederland tijdens de Zilveren Eeuw. De economie stagneerde mede door de dalende internationale handel. Dit werd onder andere veroorzaakt door de zo genaamde ‘voorbijlandsvaart’. Goederen ging direct vanuit een buitenlandse haven naar buitenlandse afnemers, en niet eerst naar de Amsterdamse stapelmarkt, wat in de Gouden Eeuw wel altijd gebeurde. Ook het mercantilisme van landen als Frankrijk en Engeland deden de internationale handel van de Republiek stagneren. Buiten dat was er ook een enorme bestuurlijke onmacht. In 1716 en 1717 waren de Nederlandse gewesten erover eens dat de welvaart en macht van de Republiek alleen konden worden hersteld als er een krachtiger gemeenschappelijke bestuur kwam. Toch werden alle hervormingsvoorstellen verworpen en veranderde niets.
De steden en gewesten hielden vast aan hun traditionele zelfstandigheid. Ze waren allemaal vertegenwoordigd in de Staten-Generaal en doordat ze elk besluit konden blokkeren dat niet in hun eigen belang was, dat maakte een krachtig gezamenlijk economisch beleid tegen het mercantilisme van de andere naties onmogelijk. Uiteindelijk ging de Republiek na de Zilveren Eeuw totaal ten onder op economisch en militair gebied.
Als we het hedendaagse Europa bekijken en haar plaats in de wereld zijn er verschillende parallellen te trekken. Europa kan je net als de toenmalige republiek zien als een welvarend land met verschillende gewesten die allemaal hun eigen belangen hebben. Het is belangrijk dat we juist nu als één Europa gaan optreden en dat daarbij misschien het eigen belang tijdelijk in het verschiet raakt. De financiële steun aan Griekenland is al een ‘mooi’ voorbeeld van samenwerking. Mooi staat tussen aanhalingstekens omdat het natuurlijk niet mooi is dat een Europees land liegt over zijn begroting en dat wij ervoor moeten opdraaien. Wel is mooi dat deze samenwerking een goed begin is voor meer overkoepelend gezag in Europa wat uiteindelijk dit soort misstanden zou moeten kunnen voorkomen.
Desalniettemin moet er nog wel gesleuteld worden aan het protectionisme onder de Europese landen wat kan vergeleken worden met het mercantilisme uit de Zilveren Eeuw.
Tegenwoordig kampen we ook met onze eigen vorm van ‘voorbijlandsvaart’. Hoe kunnen wij economisch gezien standhouden als er steeds meer niet-westerse landen aan het opkomen zijn die ook steeds meer onderling gaan handelen? En hoe wil je invloed kunnen uitoefenen in de geopolitiek als je op het gebied van militaire zaken steeds minder aanwezig wilt zijn in de wereld? Veel Europese landen, waaronder Nederland, zien bijvoorbeeld steeds minder het nut in van de missies in onder andere Afghanistan.
Als deze trends zich doorzetten zal Europa er steeds minder toe doen in de wereld. Dit kan alleen als wij een krachtig Europa kunnen vormen. Inderdaad zullen er zich situaties voordoen dat het nationale belang in verdrukking zal komen ten opzichte van het Europese maar dat zullen we voor lief moeten nemen.
De stof voor het eindexamen geschiedenis VWO (Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs) van 2010 bestaat voor de helft uit ‘de Republiek in haar Gouden en Zilveren Eeuw en voor de andere helft uit de Vietnamoorlog. Het klinkt als een cliché maar van onze geschiedenis kunnen we nog een hoop leren. Om dan nog maar over het onderwerp Vietnam te zwijgen. Over het algemeen is examenstof herhaling maar ook de inhoud is herhaling als je het in een ander tijdvak plaatst. Hier kunnen lessen uit worden getrokken. Voor de mensen die het nut niet in zien van een vak als geschiedenis, misschien dat dit u op andere gedachten brengt.
(Uitpers nr. 121, 11de jg., juni 2010)
Ernst Schütte doet dit jaar het eindexamen VWO.