Het VB pesten of discriminaties en uitsluiting bestrijden?
Op 23 november 2005 hebben de antiracistische organisaties Kif Kif en MRAX tegen VB-voorman Dewinter een klacht ingediend, wegens het aansporen tot haat en racistische discriminatie. Ze vragen ook om zijn parlementaire onschendbaarheid op te heffen en de overheidsdotatie aan het VB te schrappen. De aanleiding voor de klacht is een interview waarin Dewinter moslims, moslimorganisaties, landen met een moslimbevolking en de islam zelf afschildert als dragers en broedhaarden van antidemocratische, antiwesterse, antijoodse en terroristische stromingen. Het is een initiatief dat in progressieve middens goedkeurend is onthaald. Welke rechtgeaarde progressief of democraat zou niet juichen als het VB een pad in de korf wordt gezet? Welke rechtgeaarde humanist zou een bezwaar hebben tegen het op zijn nummer zetten van de auteur van die hatelijke stigmatiseringen? En toch. Hoe graag we ook zien dat Dewinter onderuit wordt gehaald, toch moeten we de zaken koel en afstandelijk analyseren en denken aan de langetermijngevolgen van zo’n klacht. En dan ziet het plaatje er anders uit: het initiatief lijkt wel een wanhoopsbod dat niet alleen contraproductief is maar ook de aandacht afleidt van de échte problemen en de dringende noodzaak van een krachtdadig optreden tegen discriminaties, achterstelling en uitsluiting naar de achtergrond duwt.
Contraproductief
Rechtszaken tegen extreem-rechts, met inbegrip van gewonnen zaken zoals de veroordeling van het Vlaams Blok door het Gentse Hof van Beroep op basis van de antiracismewet (21 april 2004), keren zich vroeg of laat tegen de indieners. Een: het was overduidelijk een politiek proces, zoals ook Paul Pataer, toenmalig voorzitter van de Liga voor de Mensenrechten, erkende. Het vonnis was het voorlopige eindpunt van vijftien jaar politieke strijd van de traditionele partijen tegen het Blok. Eerst werd de wetgeving aangepast, om het mogelijk te maken dat beroepsrechters hierover een vonnis vellen. Nadien is in rechtbanken meer dan drie jaar slag geleverd om de partij toch maar veroordeeld te krijgen. Dewinter en co hadden het bijgevolg niet moeilijk om zichzelf een slachtofferaureool aan te meten. Die rol van underdog ligt het VB, want de partij vindt daarin voedsel voor haar demagogische radicalisme tegen ‘het establishment’ en ‘de vreemdelingen’, die zouden parasiteren op ‘de gewone man’. Zo’n rechtszaken smeden een band tussen extreem-rechts en de angstige, ‘zwijgende’ burger, want die wantrouwt de elite en haar aanval op een partij ‘van het volk’.
Twee: een eventuele veroordeling op basis van de antiracismewet kan enkel als men aanzet tot haat en discriminatie. Nou, dat roept veel vragen op. Professor mediarecht Dirk Voorhoof mag dan wel beweren dat ‘haat’ geen mening is, de waarheid is anders. Als Dewinter zegt dat de joden in Europa worden belegerd door de militante islam, dan is dat een absurde, verwerpelijke mening van een islamofoob, maar hoe dan ook een mening. En wie met de antiracismewet in de hand meningen wil verbieden, weet wel waar hij begint, maar niet waar het eindigt. De scheidingslijn tussen ‘kritiek leveren’ – wat volgens wet en rechter mag – en ‘haat in de hand werken’ – wat niet mag – is dun. Wie vanuit een oprecht antiracistische houding veroordelingen op basis van de antiracismewet toejuicht, moet beseffen dat morgen andere, progressieve groepen die niet op de gunst van het establishment kunnen rekenen, er ook mee kunnen worden aangepakt als dat de gevestigde machten goed uitkomt: vakbondsdelegaties (wegens het aanzetten tot ‘haat tegen patroons’?), moslimactivisten (wegens het aanzetten tot ‘haat tegen ongelovigen’?), pro-Palestijnse activisten (wegens het aanzetten tot ‘haat tegen joden’?), Vlaams-nationalisten (wegens het aanzetten tot ‘haat tegen Franstaligen’?), kritische intellectuelen (wegens het aanzetten tot ‘haat tegen de democratie’?) enzovoorts. Opiniedelicten ondermijnen de vrije meningsuiting en versterken het repressieve arsenaal van de staat, dat als een zwaard van Damocles boven de hoofden hangt van eenieder die vragen durft te stellen bij de gevestigde orde.
Dat is geen hersenspinsel. Een ontnuchterend stukje geschiedenis: de antiracismewetten die in Belgisch Congo van toepassing waren, zijn nooit gebruikt tegen kolonialen, maar wel tegen zwarte nationalisten die een ‘omgekeerd racisme’ werd aangewreven. Enkele recente voorbeelden? Premier Verhofstadt verwelkomde het VB-arrest van 2004, en voegde er handenwrijvend aan toe dat op basis van dezelfde wet…. ook een klacht tegen de AEL was neergelegd (wegens het aanzetten tot ‘haat tegen joden’…). Begin vorig jaar schreef Mia Doornaert, een coryfee van het journalistengild, in De Standaard dat de islam achterlijk is en dat men ‘goed gek’ moet zijn om niet islamofoob te zijn. Maar barones Doornaert wordt geen strobreed in de weg gelegd. Hallo Kif Kif en MRAX? Wellicht beseffen deze organisaties dat woordvoerders van het establishment boven dit soort van wetten zijn verheven. Wie het uniform van de gedachtenpolitie aantrekt, komt dus willens nillens op het glibberige pad van de selectieve verontwaardiging terecht.
De indieners van de aanklacht tegen Dewinter gaan ook in andere opzichten selectief tewerk. Wat moeten we ervan denken dat ze voor hun klacht tegen de VB-chef de morele steun inroepen van Philippe Markiewicz, de zionistische voorzitter van de joodse koepel CCOJB? Als Kif Kif en MRAX consequent willen zijn, dan moeten ze hun pijlen ook richten op het zionisme van mensen als Markiewicz én Dewinter, want dat zionisme staat voor onververvalst racisme: het legitimeert de etnische zuivering van Palestijnen die leidde tot het ontstaan van Israël, de apartheid in het huidige Israël, en in het geval van Dewinter ook het historische recht van Israël om de allerlaatste Palestijnse gebieden in te palmen. Maar dat doen ze, veelbetekenend, helemaal niet. De klagers hekelen wel de islamofobe oprispingen van Dewinter in The Jewish Week, maar zijn zionistische liefdesverklaring in het blad blijft onvermeld.
Meer zelfs: Kif Kif en MRAX proberen in een brief de redactie van dat zionistische weekblad ervan te overtuigen dat Dewinter een racist is en de interesse van het VB voor de joodse gemeenschap in Antwerpen louter electoraal zou zijn, terwijl het zonneklaar is dat de islamofobie van Dewinter in de smaak valt van The Jewish Week en de islamofobie en het zionisme van het VB twee essentiële en onlosmakelijke pijlers van de partij-ideologie zijn… (Het VB werpt zichzelf op als dé bondgenoot van Tel Aviv, volgens de partij ‘de Israëlische versie van het Vlaamse eigen volk eerst.’) Alle vormen van racisme zijn even verwerpelijk. Het racisme is ondeelbaar, en dat geldt ook voor de strijd ertegen. Men kan niet consequent vechten tegen het antisemitisme als men niet tegelijk andere vormen van racisme (zionisme en islamofobie) bestrijdt, zoals men het zionisme niet kan bekampen zonder het antisemitisme te bestrijden.
Een fixatie op het VB
Oprechte progressieven en democraten breken zich al vijftien jaar het hoofd op het VB: hoe de partij stoppen? Hoe meer electorale successen het VB boekt, hoe groter de fixatie wordt. Nadat het VB zijn landelijke politieke doorbraak had gerealiseerd (verkiezingen van 21 november 1991), werden allerlei ‘antiracistische’ campagnes en initiatieven erg populair. Het rijke Vlaamse middenveld kwam in het getouw met multiculturele ontmoetings-, debat- en kookavonden die mekaar in hoog tempo opvolgden. Veel multiculturele kunstmanifestaties hadden de bijbedoeling om een bescheiden bijdrage aan de strijd te leveren. Affiches ter ere van de democratie sierden menige muur en gevel. Vlaamse intellectuelen gooiden zich op de theoretische ontmaskering van uiterst-rechts. Het werd bon ton om zich te distantiëren van het VB. Vlaanderen werd bedolven onder een vloedgolf van petities, memoranda en manifesten tegen racisme. De traditionele politieke partijen decreteerden een cordon sanitaire rond het Vlaams Blok. Hand in Hand en Charta 91 organiseerden betogingen waar soms veel volk op afkwam. Op 22 maart 1992 betoogden 100.000 mensen, overwegend jongeren, voor verdraagzaamheid en tegen racisme. Twee jaar later werd dat nog eens overgedaan toen 50.000 betogers door de straten van Brussel trokken.
Het zette echter bitter weinig zoden aan de verdedigingswal tegen extreem-rechts. De afgelopen vijftien jaren vormden een periode van gestage opgang van het VB en een demonstratie van het onvermogen van de traditionele partijen om de uiterst-rechtse partij te vloeren. De goedbedoelde outingsdrang viel ondertussen zo goed als stil. Sinds een tweetal jaar slaat de vertwijfeling toe, ook bij de linkervleugel van het politiek correcte establishment. Er gaan daar zelfs stemmen op om het cordon sanitaire in de vuilnisbak te kieperen en het VB in het regeringsbad te sleuren. Kortom: om Dewinter te ontmaskeren door… hem een gedeelte van zijn programma te laten uitvoeren.
Ons inziens loopt het fout omdat men zich fixeert op racisme. De problemen van ‘de multiculturele samenleving’ reduceren tot een probleem van racisme is te eenvoudig. Uitgewerkte theorieën waarbij de mensheid in rassen wordt opgedeeld en een rangorde van rassen wordt opgesteld, komen veel minder voor dan in de tussenwereldoorlogse periode. Het racisme van de nazi’s kreeg een grote weerklank in het door crisissen verscheurde Duitsland. Het was een eenvoudige theorie die het jodendom als zondebok opvoerde voor de maatschappelijke problemen en handig inspeelde op antikapitalistische gevoelens door de joodse plutocratie aan de kaak te stellen. In de praktijk werd trouwens geen enkele antikapitalistische maatregel getroffen: het kapitalisme was slechts in abstracto een vijand.
De maatschappelijke tegenstellingen zijn vandaag niet groot genoeg en er is geen verpauperde, ontredderde middenklasse aanwezig om een massabasis te creëren voor een agressieve racistische beweging. En met de teloorgang van het kolonialisme verdween een andere krachtige motor van racisme: het kolonialisme als the white man’s burden, als beschavingswerk van een superieur blank ras onder inferieure rassen. ‘Zachte’ vormen van xenofobie daarentegen zijn wel wijd verspreid, want ze liggen in de lijn van de menselijke overlevingsreflex om het onbekende met wantrouwen te benaderen. Het opstapje naar het monoculturalisme, het etnocentrisme, is zelfs algemeen verspreid, want het is een basisingrediënt van de imperialistische denkbeelden die in het Westen gangbaar zijn en er de neokoloniale overheersing van de wereld legitimeren.
Het etnocentrisme wordt in Vlaanderen versterkt door de invloed van het Vlaams-nationalisme, dat eens progressief van aard was, maar steeds meer conservatieve kenmerken ontwikkelt, parallel met de groeiende dominantie van de Vlaamse fractie van de burgerij in het bestel. De Vlamingen hebben zich pas laat in de twintigste eeuw geëmancipeerd, toen het militante socialisme al op zijn retour was. Die emancipatie was niet zozeer het product van bewustwording, solidariteit en strijd, maar veeleer het (onbedoelde) gevolg van objectieve economische processen, waardoor de Vlaamse boeren snel proletariseerden – niet als fabrieksarbeiders, maar als ambtenaren, kantoorbedienden, verkoopmanagers. Anders dan de Waalse arbeiders, die kunnen bogen op een rijke vakbondstraditie, gedragen de Vlamingen zich meer als nouveaux riches – en als nieuwe meesters die de frustraties van hun recente knechtschap niet gemakkelijk afwerpen.
Het etnocentrisme leeft hier: in 1991 ging bijna de helft van de Vlamingen akkoord met de stelling dat ‘men de gastarbeiders naar hun eigen land zou moeten terugsturen als het aantal arbeidsplaatsen vermindert.’ In 1998 onderschreef 30 percent van de Vlamingen deze stelling. En in 2000 zei 1 op 4 Vlamingen dat hij geen allochtoon als buur wil. Met enquêteresultaten moet men voorzichtig omspringen, maar deze cijfers tonen alleszins aan dat etnocentrisme een voedingsbodem heeft. Politici en andere woordvoerders van de heersende klasse spelen daarop in en versterken het. Het Antwerpse liberale boegbeeld Ludo Van Campenhout zegt ongegeneerd: ‘Het is normaal dat mensen het niet altijd even makkelijk vinden wanneer ze op straat een Marokkaan tegenkomen. Mijn grootouders zijn op het Zuid gaan lopen omdat er [in hun buurt] plots veel Marokkanen en Turken kwamen wonen, dat zorgt nu eenmaal voor een cultuurclash. Dat mag geen taboe zijn.’ De allochtoon wordt zo als een abnormaliteit of een probleem voorgesteld, want hij wijkt af van de denkbeeldige norm. (Etnocentrisme is geen recent en uitsluitend Vlaams fenomeen: zo eiste de socialistische Mijnwerkerscentrale van de Borinage tijdens de tussenwereldoorlogse crisisjaren de vervanging van ‘vreemde’ mijnwerkers, ook Vlaamse, door Waalse werklozen.)
De antiracistische beweging van de jaren negentig heeft de verkeerde vijand gekozen door het racisme te verketteren en het diffusere etnocentrisme en monoculturalisme, die dieper zijn geworteld en ruimer zijn verspreid, links te laten liggen. Het bleef ook allemaal te vrijblijvend, te weinig gericht op afdwingbare maatregelen van de overheid. Op een affiche voor een Hand-in-Handbetoging stond een allochtoon meisje met een schattig snoetje. Op een andere affiche stonden twee jongetjes, een allochtoontje en een autochtoontje. Ze hadden een partijtje geravot en stonden er verfomfaaid bij. De ene had er zelfs een blauw oog aan overgehouden, maar geen erg: ze waren dikke vrienden en hadden de armen om elkaar geslagen. De affiches ademen de boodschap uit dat ‘ze’ niet bedreigend en gevaarlijk zijn, en dat ‘ze’ een beetje zijn zoals ‘wij’. Op de affiches riep men op om te betogen voor verdraagzaamheid – alsof multicultureel samenleven betekent dat we andere culturen moeten verbijten, en dat het tijd wordt dat we ze verdragen. Er schuilt een monoculturalistische boodschap in die manifestaties: het samenleven van autochtonen en allochtonen is geen evidentie. Ze hebben ook wat van vrijblijvende reinigingsrituelen – van schaamlapjes waarachter de problemen van etnocentrisme en monoculturalisme voortwoekeren.
Er rijst echter nog een bijkomend probleem: de vijand wordt gereduceerd tot de partijpolitieke expressie van het racisme, het VB. Zowel het VB als de traditionele partijen doen daar hun voordeel mee. Het VB wordt in de rol van underdog geduwd, en die rol is Dewinter ‘die zegt wat de kleine man denkt’ op het lijf geschreven. Het cordon sanitaire rond het VB levert de traditionele partijen intussen een adelbrief van politieke correctheid op, maar het is allemaal vrijblijvend en goedkoop. Het komt hen trouwens goed uit dat het VB als zondebok en bliksemafleider wordt opgevoerd in de strijd tegen racisme en xenofobie: zo komt de structurele achterstelling van allochtonen niet in het vizier. Politici kunnen hun desinteresse voor de problemen van allochtonen zelfs in een progressief kleedje stoppen, als een goedbedoelde strategie van het minste kwaad om erger (het VB!) te voorkomen.
De hamvraag is: wie duwt wie? Is het zo dat Dewinter en het VB Verhofstadt en Vande Lanotte duwen? Of is het omgekeerde het geval? De stelling dat het VB de traditionele partijen naar rechts zuigt, zodat naast het origineel allerlei kopieën ontstaan, komt iedereen goed uit. Maar stemt het met de werkelijkheid overeen? De vrees voor uiterst-rechts hangt boven de Wetstraat, en dat beïnvloedt de toespraken, de persverklaringen, de debatten. Maar het is niet Dewinter die beslist over fundamentele kwesties als tewerkstelling, onderwijs en huisvesting van allochtonen, racisme en beeldvorming van de islam, interculturele contacten en samenwerking, politieke participatie van allochtonen.
De heersende klasse heeft de touwtjes in handen, en niet de extreem-rechtse vrijbuiters die voor vuurwerk en spektakel zorgen in een schouwspel dat door anderen wordt geregisseerd. Het establishment en zijn partijen schuiven op naar rechts, en het VB parasiteert op die ontwikkelingen. Het hele partijpolitieke spectrum, van het VB en CD&V over de VLD en SP.A tot Groen!, peddelt op die maalstroom. Het succes van Dewinter en co heeft niets te maken met zijn abjecte en miserabele ideeën en voorstellen, maar wel met de demagogische, ‘revolutionaire’ vorm die ze geven aan de dominante ideeën van de traditionele politiek. Het VB is populair omdat de partij de wijdverbreide monoculturele, xenofobe en islamofobe opvattingen recupereert en ze schijnbaar op een radicale, rechtlijnige en consequente wijze verdedigt.
Het roer omgooien
Racisme op zich is moeilijk te bestrijden. Men kan bepaalde ideeën of daden als racistisch beoordelen, en dan proberen om ze te onderdrukken. Maar zo gooit men het kind met het badwater weg, want de vrijheid van meningsuiting komt dan in gevaar. Men kan ook in discussie treden, maar meestal wordt dat racisme ontkend. Racisme is een vijand die ons ontglipt. Daarom moeten we ons concentreren op iets tastbaars: op discriminatie en uitsluiting. Of aan de basis ervan nu racisme, angst, misverstanden of wat dan ook ligt, maakt niet uit. Men moet maatregelen nemen zodat dit onmogelijk wordt. Er zullen altijd redenen bestaan om andere groepen, en dan vooral minderheden, uit te sluiten. We moeten er gewoon structureel voor zorgen dat dit niet langer kan: dat is de essentie.
In dat verband is het tekenend dat geen enkele progressieve organisatie van betekenis van aanwervingsquota voor allochtonen een punt maakt. Wie de dramatische werkloosheidscijfers in de achtergestelde buurten in ogenschouw neemt, kan echter niet anders dan besluiten dat een forse inhaalbeweging nodig is om moslimjongeren uit hun structurele werkloosheid te halen. Het weidverbreide monoculturalisme en xenofobe en islamofobe opvattingen zorgen ervoor dat moslimjongeren niet aan de bak komen, ondanks alle mooie beginselverklaringen van politici ten spijt. Is het dan niet schrijnend dat vandaag het enige betekenisvolle pleidooi voor quota komt van… Marc Descheermaecker, de gedelegeerd bestuurder van de NMBS? En dat de voorzitter van Kif Kif in het tv-programma ‘Morgen beter’ het voorstel van deze ondernemer niet voluit ondersteunde maar integendeel het tot in den treure door allochtone traditionele politici herhaalde liedje opdiste dat quota maar kunnen ‘als-het-morgen-niet-beter-wordt-en-het-echt-niet-anders-kan’?
Het roer moet worden omgegooid. Het VB fungeert als een seismograaf: de electorale successen van de partij zijn indicatoren van het endemische monoculturalisme en van xenofobe en islamofobe opvattingen die alsmaar terrein winnen. Het VB is niet het probleem, maar een uitdrukkingsvorm van het probleem. Niet de symptomen maar de ziekte zelf moet bestreden worden. Antiracisten, progressieven en democraten moeten in eigen, autochtone, ‘Vlaamse’ (en bij uitbreiding: Belgische, Europese en westerse) boezem durven kijken: Filip Dewinter leeft in ieder van ons. Laten we vage antiracistische beginselverklaringen en de juridische guerilla tegen het VB achterwege, de koe bij de horens vatten en een campagne beginnen voor aanwervingsquota voor allochtonen, voor een Marshallplan voor achtergestelde stadsbuurten en voor onderwijs dat de diversiteit in de samenleving weerspiegelt en focust op het laten slagen van de studenten en niet op hun ‘inpassing’. Het zijn maatregelen die de traditionele partijen en de bedrijfswereld niet zinnen; we zullen ze moeten afdwingen. Waar staan Kif Kif en MRAX, en bij uitbreiding de vakbonden en het brede ‘middenveld’, in dit debat?
Dyab Abou Jahjah (voorzitter van de Arabisch-Europese Liga)
Ludo De Witte (auteur van Wie is bang voor moslims?)