Vandaag heb ik op de “Uitpers” website een artikel gelezen dat mij enorm heeft teleurgesteld. Dat was een artikel door Vladimir Zlenko, “Oekraïne “bevrijd” (https://www.uitpers.be/artikel_view.php?id=933).
Mijn naam is Sofia Skrypnyk, ik kom uit Oekraïne waar ik aan de universiteit Kiev Nederlandse en Vlaamse cultuur studeer. In de jaren 2004-2005 was ik de Vice-president van de Nationale Studenten Unie van Oekraïne (UASS) en tijdens de Oranje revolutie was ik hoofd van de studentenstakingscomité van de grootste universiteit van Oekraïne (Kiev Taras Sjevtsjenko Universiteit).
Het artikel van Vladimir Zlenko kan helaas niet objectief worden genoemd, daarom verbaas ik me heel erg dat het in zo’n serieuze webmagazine werd gepubliceerd. Ik moet zeggen dat ik zelf een tijd geleden als journaliste werkte, en ik denk dat het belangrijkste van het vak is om de lezer niet te misinformeren en de waarheid van de opvattingen niet uit te persen. Ik geloof dat uw uitgave ook deze doelstelling hanteert, en daarom schrijf ik deze brief.
De feiten die in het artikel worden genoemd zijn absoluut fantastisch voor mij als Oekraïner, en ook als diegene die lang in het sociale leven van het land geëngageerd is.
Hiernaast volgen mijn opmerkingen op de volgorde van de paragrafen van het artikel.
Ten eerste, er waren wel clans van oligarchen in Oekraïne. Er waren er drie: de clan van Donetsk, de clan van Dnipropetrovsk en de clan van Kiev. De vierde clan, die Vladimir Zlenko westelijke clan noemt, bestond er nooit. De mensen die vertegenwoordigers van deze clan worden genoemd waren zelfstandige zakenlui, die hadden in gezamenlijk alleen het feit dat ze in oppositie tot de vorige macht waren. Vervolgens hebben ze wel de campagne van Joesjtsjenko ondersteund.
Ten tweede, Joesjtsjenko heeft niets met oligarchisch en/of crimineel kapitaal te maken, hij heeft zelf nooit in privé financiële structuren gewerkt, laat staan hun eigenaar geweest.
Ten derde, de partijen die zich rond Joesjtsjenko verzamelden waren van allerlei verschillende ideologieën, de belangrijkste kenmerk van hen was westerse oriëntatie van buitenlandse politiek, economische onafhankelijkheid en democratische veranderingen in het land. Joesjtsjenko zelf is nooit nationalist geweest, hij benadrukt altijd dat iedere burger van Oekraïne afgezien van zijn afkomst of nationaliteit heeft gelijke rechten. Hij heeft nooit voor “Oekraïne aan de Oekraïners” bestrijd. De misvatting en de mythe dat nationalistische partijen rond Joesjtsjenko zijn verzameld was door Russische spindoctors gepromoot.
Ten vierde, noemde Joesjtsjenko altijd “het belang van kleine Oekraïner” (van gewone burger) het grootste prioriteit. Hij is geen communist en is wel van mening dat er rijke mensen moeten zijn, maar hun kapitaal moet “wit” zijn.
Ten vijfde, Oekraïners in het westen en in het oosten van het land hebben wel verschillen, net als Brabanders en Groningers of Friezen in Nederland, of Belgen in verschillende provincies van het land. Daarentegen, het idee van twee verschillende volkeren is net zo goed gepromoot door diegenen die voor Russische belangen in Oekraïne vechten, namelijk marginale partijtjes die uit Rusland gefinancierd worden en tot federalisering van het land oproepen.
Ten zesde, ik moet zeggen dat ik van de eerste tot de laatste dag van de Oranje revolutie tegen de manipulaties en totalitarisme heb geprotesteerd, voor democratie en vrijheid van de meninguiting. Net als de studenten die ik leidde, net als honderden duizenden andere Oekraïners. We verdedigden onze keuze in de verkiezingen. Ik heb zelf geen cent voor mijn deelname en mijn leiderschap gekregen, net als de andere studenten. Gewone burgers verzamelden geld en brachten het voedsel voor mensen die op Maidan stonden. Duizenden Kieviten hebben hun deuren open gezet voor de mensen uit andere regio’s die naar de hoofdstad kwamen om te protesteren. We vochten voor ons belang, voor “de macht aan het volk”. Zo heette trouwens de blok van Victor Joesjtsjenko op de verkiezingen 2004.
Ons land moet nog een lange weg gaan, maar we zijn wel op de juiste weg. Ontwikkelingen gaan door met de snelheid die mogelijk is in de omstandigheden van het bestaande economische erfgoed van ons verleden, en met het parlement van het jaar 2002 waar helaas nog steeds veel oligarchen zitten. Maar, niettemin, ik ben uiteindelijk een vrije burger in mijn eigen bevrijd Oekraïne. Bevrijd zonder bloed en slachtoffers, en dat is zo uniek in onze woelige tijd, wanneer het menselijke leven wisselgeld in de handen van politici wordt.
Ik vind het buitengewoon belangrijk dat onze Europese collega’s onze keuze goed begrijpen, en dat er geen misverstand van de gebeurtenissen in Oekraïne in het Westen mag bestaan.
Daarom, met mijn grote respect aan de redactie van Uitpers, vraag ik het artikel van Zlenko uit de lucht te halen, of op zijn minst mijn reactie daarbij te publiceren.
Gezien dat het betreffende artikel al op het internet staat en in de cache van zoekmachines opgeslagen is, hetgeen bereikbaarheid op langere termijn betekent, heb ik besloten om deze brief open op te stellen. Een kopie van hem werd zojuist gepubliceerd op de website www.oekraine.nu.
Mocht u nog vragen hebben, dan zal ik blij zijn om deze te kunnen beantwoorden.
Ik zie uw reactie met belangstelling tegemoet,
Met vriendelijke groet,
Sophia Skrynyk
Oekraïne niet bevrijd?
De reactie op het (vertaalde) artikel van Vladimir Zlenko houdt vooral de beschuldiging in dat de auteur ervan niet objectief is. De auteur analyseert vanuit zijn – linkse – visie de tegenstellingen die aanleiding gaven tot de Oranje-revolutie. Uitpers publiceerde dat artikel als een interessante bijdrage tot achtergrond bij de crisis van 2004 in Oekraïne.
Sindsdien publiceerde Uitpers nog andere artikels over Oekraïne: in nr. 67, september 2005, “Oekraïne, de voorspelbare ontnuchtering” en in nr. 68, oktober 2005 “Clanoorlog in Kiev”.
Ik denk niet dat de gebeurtenissen van het voorbije jaar de stellingen van Zlenko fundamenteel tegenspreken, wel integendeel.
In haar reactie bevestigt schrijfster bovendien hoe zijzelf bijzonder actief deelnam aan de mobilisaties van de “Oranje revolutie”, waardoor ze niet bepaald het statuut van een objectief waarnemer heeft.
Freddy De Pauw
(Uitpers, nr. 73, 7de jg., maart 2006)