Open brief aan de partijvoorzitters en parlementsleden
Geachte partijvoorzitters,
Geachte Parlementsleden,
Uitgewezen Afghaanse asielzoekers vermoord door Taliban
Volgens journalist Ayfer Erkul (DM 28-10-2008) zijn de Australische autoriteiten een onderzoek begonnen naar de mogelijke dood van twintig uitgewezen Afghaanse asielzoekers. Die zouden na hun deportatie vermoord zijn door de Taliban.
De kwestie draait om zo’n vierhonderd Afghanen die door de vorige Australische regering aan de grens werden tegengehouden en opgesloten in het kader van het toenmalige asielbeleid. Deze vierhonderd Afghanen werden een tijdlang vastgehouden op Nauru [de eilandstaat waarmee Australië een deal heeft over de opvang van asielzoekers, red.], maar al snel teruggestuurd naar Afghanistan. Volgens velen van hen hadden de Australische autoriteiten hen verzekerd dat het veilig was om terug naar huis te keren en dat ze de rest van hun leven in de cel zouden moeten doorbrengen als ze dat niet deden.
Een van de teruggestuurde Afghanen was Abdul Azmin Rajabi, wiens verhaal in een TV-documentaire wordt verteld. Rajabi’s familie had al jaren problemen met de Taliban en dat verergerde toen hij zijn islamitische geloof opgaf en trouwde buiten zijn stam. Rajabi vertelt in de documentaire dat hij eind 2001 arriveerde aan de Australische grens en dat zijn asielaanvraag later werd afgewezen. Een jaar later was Rajabi terug in Afghanistan. Nog vier maanden later werd zijn huis opgeblazen. Twee van zijn dochters kwamen daarbij om. De granaataanslag werd toegewezen aan de Taliban. Rajabi vluchtte na de gebeurtenissen naar Pakistan.
Beleid in België
Ook in België krijgt de meerderheid van de Afghanen geen bescherming maar wel het bevel om terug te keren naar Afghanistan. We hebben jullie reeds verschillende keren op de hoogte gebracht van het feit dat het asielbeleid ten aanzien van de Afghaanse vluchtelingen niet deugd. Er zijn maar weinig Afghaanse vluchtelingen die asiel krijgen en er zijn er al even weinig met subsidiaire bescherming [een tijdelijk verblijfsrecht, red.]. Het grootste gedeelte wordt afgewezen.
De Commissaris-generaal voor Vluchtelingen en Staatlozen (CGVS), Dirk Van den Bulck, verdedigde eerder zijn beleid als volgt:
“…de toekenning van een status van bescherming gebeurt conform de in de wet vastgelegde criteria en procedure. Zij zijn in de Belgische wet vastgelegd conform internationale regelgeving.
…Maar het CGVS kent niet zonder meer een status toe enkel en alleen omdat iemand stelt afkomstig te zijn uit een land waar er op dat ogenblik een oorlog of gewapend conflict aan de gang is. Dat er voor personen afkomstig uit Afghanistan negatieve beslissingen genomen worden, heeft in eerste instantie te maken met bijzondere individuele redenen. Voor tal van dossiers wordt er fraude of duidelijke ongeloofwaardigheid met betrekking tot de nationaliteit, herkomst, identiteit of achtergrond vastgesteld. In andere gevallen wordt de status geweigerd omdat er vastgesteld wordt dat men niet afkomstig is uit een regio waar er op dit ogenblik een reëel risico bestaat.
Het beleid van het CGVS is gesteund op de beoordeling en het advies van internationale organisaties (zoals onder meer het Hoog Commissariaat voor de vluchtelingen van de Verenigde Naties, het UNHCR). Het is conform de jurisprudentie van de Raad van Vreemdelingenbetwistingen. Het is ruimer dan het beleid van asielinstanties in tal van andere lidstaten van de Europese Unie. De wet voorziet in sterke garanties voor het bekomen van de status van vluchteling of subsidiaire bescherming. De in de wet vastgelegde criteria kunnen als ruim worden beschouwd.” (DS 18-9-2008)
Als je weet dat er in 2007 slechts 7,4% van de Afghanen die asiel hadden aangevraagd een erkenning hebben gekregen en slechts 4,5% subsidiaire bescherming, dan moet bovenstaande verklaring toch genuanceerd worden. Honderden vluchtelingen vallen hierdoor uit de boot en lopen grote risico’s.
Vluchtelingenwerk Vlaanderen schrijft daarover in haar verslag dat de cijfers in het oog springen en verwondering wekken.
Conclusie
Voor ons is het nochtans duidelijk. Vluchtelingen, zeker uit oorlogsgebieden, moeten opvang en bescherming krijgen. Het klein aantal positieve beslissingen in België toont aan dat er iets mis loopt met het beleid. Aan het parlement om dit na te gaan en geen voldoening te nemen met algemene verklaringen zoals de minister reeds eerder gaf op gestelde parlementaire vragen.
De feiten laten niets aan duidelijkheid over. Ook het voorval in Australië toont aan dat men bij oorlogsvluchtelingen de wet best ruim interpreteert en de vluchtelingen het voordeel van de twijfel geeft. Vluchtelingen uit oorlogsgebieden zouden wettelijk automatisch subsidiaire bescherming moeten krijgen.
Onlangs nog gingen meer dan honderd Afghaanse vluchtelingen daarvoor in hongerstaking. Waarom hoeft dit?
Beste politici, a.u.b. doe jullie werk en niet alleen door banken bij te springen maar ook vluchtelingen op zoek naar bescherming.
Ofwel is het beleid van het CGVS volgens de wet en dan moet de wet aangepast worden, ofwel is de toepassing door het CGVS verkeerd en ook dan moet het parlement optreden. In elk geval kan het zo niet verder. De vluchtelingen rekenen op u.
Pol Van Camp
woordvoerder recht op migratie
www.rechtopmigratie.be
(Uitpers, nr 104, 10de jg., december 2008)