Geachte heer.
Ik heb met diepe schaamte en stijgende verontwaardiging uw interventie gevolgd in het programma ‘De Zevende Dag’ van 18 januari 2004 over het thema: De Hoofddoek. Hèt gespreksonderwerp bij uitstek in de media. Ongeacht het feit dat dit onderwerp niet kan benaderd worden als een alleenstaand element van onze samenleving; dat over de hoofddoek als zodanig niet gesproken wordt maar bewust de hele islam er bij betrokken wordt; dat er blijvende verwarring gezaaid wordt door alle moslims op één hoop te gooien; dat men gewild migranten met moslims identificeert; dat men een debat ten gronde over de moslimcultuur en de moslimgodsdienst te alle prijzen wil vermijden; dat men een vergelijkend debat tussen christendom, jodendom en islam schuwt als de pest – of zijn er hogere krachten die dit verbieden? – en zo kan ik een tijdje doorgaan – hebt u een aantal elementen in het debat geworpen en een gespreksmethode gehanteerd die onwaardig is voor wie zich te pas en te onpas beroept op de Verlichting en de Rechten van de Mens. D’Alembert, Voltaire en Diderot zouden u als schoolvoorbeeld aanwijzen van obscurantisme en ideologische-fundamentalistisch denken. En de inquisiteurs van Montaillou en Carcassonne geven u meteen een diploma. De onnodig opgefokte mediatisering van de hoofddoek in onze samenleving, waarvan ik vermoed dat er perverse en niet bekend gemaakte redenen aan de basis liggen, kon dus op TV1 niet uitblijven. Tijd dus voor een debat. Langs de goede zijde, de man, de hoogste wet- en lesgever, met Patrick Dewael en Etienne Vermeersch, vertegenwoordigers van de wet, de wetenschap, de ethiek, de Europese (christelijke) cultuur. Aan de andere zijde de vrouw, de beklaagde, regentes en een dame uit de oppositie, onder voorzitster van het CD&V en van het OCMW Antwerpen, Jamilla Afennas en Cathy Berx. De debatleider: een man. Zo wordt meteen aangetoond hoe men denkt en wat men wil. De samenstelling van de gesprekstafel hebt u niet beslist, vermoed ik, maar u hebt nagelaten er op te wijzen.
Vooreerst is dit tafelgesprek onevenwichtig. Men gooit twee onervaren dames, waarvan de ene hoogstwaarschijnlijk nog nooit op de VRT geweest was, in een arena tegenover twee oude ratten in het vak die zowel Machiavelli als Thomas van Aquino in hun zak hebben. Nee, mijnheer Vermeersch, dat is niet correct en niet billijk.
Men doet dit niet, niet als mens
Verder gebruikt u de geijkte fundamentalistische methode, zoals het gebruikelijk is bij de ‘Born Again’, ‘Southern Baptist Movement’, de ‘Nederlands Gereformeerde gemeenten’, de ’EO cultuur’ en de ‘Vlaamse Evangelikalen’, u gooit met teksten uit de Koran, hetzelfde uit het hoofd geleerd lijstje, zonder nuancering, interpretatie en vergelijking. U bent in het voetspoor getreden van Urbain Vermeulen, die dezelfde methodiek hanteert. Ik ben ervan overtuigd dat u deze ‘truc’ te kwader trouw gebruikt. Het kan niet zijn dat het hele linguïstisch en hermeneutisch onderzoek van de laatste halve eeuw aan u is voorbijgegaan. Want dan zou de RUG al uw studenten terug moeten roepen, als voor herstel of vervanging van een reserve-onderdeel. U weet dus dat teksten zwijgen zolang ze niet ter hand worden genomen, gelezen, begrepen en geïnterpreteerd. Persoonlijk denk ik dat deze ‘citatenmethode’ uw onvermogen verbergt om een afgerond, pluriform en interdisciplinair geheel voor te stellen.
Men doet dit niet, niet als wetenschapper.
In uw gesprek laat u merkwaardig genoeg het joodse geloof in heel zijn diversiteit langs de zijkant staan en het boekje van de bestaande loges en studiekringen laat u ook in uw mildheid maar dicht. Na het christendom is nu plots de islam uw vijand geworden. Op zich geen bezwaar. Wat mij wel stoort is dat u zich enerzijds altijd weer beroept op de mensenrechten in een debat waar religie aan bod is. Want onder het mom van verdraagzaamheid stelt u uw eigen ideologie als maatstaf en norm. Niet alleen in dit, maar ook in andere debatten, essays of teksten is uw ideologie, bepalend. ‘Ik ben ervan overtuigd dat mensen die een monotheïstische openbaringsgodsdienst aanhangen – zoals het Christendom of de Islam – dwalen’ schrijft u in een essay op de website ‘Liberales’. Dat is identiek aan wat alle ideologieën, godsdiensten en religies zeggen. De anderen dwalen, dus anathema sint. Dat u uw ideologie, die ik het "atheo-past-positivisme" zou noemen, hanteert is uw volste recht, als u maar eens zou willen inzien dat het hier gaat om een bepaalde visie op de samenleving, een wereldbeschouwing, een ideologie naast vele andere. En wie zal uitmaken welke de juiste is? U oordeelt en veroordeelt onder het mom van de wetenschappelijke objectiviteit, maar hebt altijd uw ideologie in uw toverdoos.
Men doet dat niet, niet als onderzoeker.
Uw argumentatie is niet alleen wat ze is, – primair en fundamentalistisch: ‘het staat er, dus…’ maar vooral zeer kwetsend voor vele mensen die in de Koran hun inspiratie, geloof, weg of geruste gemoedsstelling gevonden hebben. Of een belangrijk band zien en ervaren tussen hun identiteit, hun cultuur en de Koran, zonder daarbij praktiserend moslim te zijn. Niet alleen uw stellingen maar ook uw zeer agressieve manier waarop u uw gedachten uitspreidt werkt zeker niet bevorderlijk. U stookt meer verdeeldheid tussen de culturen dan u bruggen bouwt. U wakkert de xenofobie aan en geeft voedsel aan diverse groeperingen door verkeerde beelden op te hangen. U bent meer een obstakel dan een positief element in het gesprek dat dringend moet komen, willen we een werkelijke ontplooide multi-culturele gemeenschap worden.
Men doet dat niet, niet als ethicus.
Tenslotte. De Verklaring van de Rechten van de Mens waarmee u altijddurend schermt zoals Mozes met zijn tafelen, zijn een politiek-sociaal-ideologische verklaring die voor niet gelovigen in de plaats van de religieuze geboden gekomen is. In de godsdienst hebben zij geen enkele essentiële waarde. In de godsdienst is het de wil van God die primeert, punt uit. De lerares islam was veel genuanceerder op de venijnige slotvraag: God of Wet? Als het hoofd van de katholieke kerk in België, geliefd mediafiguur, zegt, ‘De wil van God is het belangrijkste’ zegt iedereen ja, natuurlijk. Bij een moslim klinkt dat meteen fundamentalistisch.
In het protestantse Liedboek der kerken, lied 285, zingt men terecht: ‘er wordt zo veel geleden, de mensen zijn zo bang’ en ‘het onrecht heerst op aarde, de leugen triomfeert’. En spijtig genoeg werkt u er ten volle aan mee om deze situatie in stand te houden.
C. Lecompte, 20.01.2004