Een Unionistische nachtmerrie is uitgekomen: Michelle O’Neill, een leider van Sinn Fein, een Ierse Republikein, aan het hoofd van de regering van Noord-Ierland. Maar de regels van het Goedevrijdagakkoord van april 1998 waren duidelijk, de grootste partij levert de premier. En na twee jaar tegenstribbelingen hebben de Unionisten van de DUP zich er onder druk van Londen bij neergelegd. Een stap naar de hereniging van Ierland, hopen de Republikeinen, vrezen de Unionisten.
Strafbudget
Michelle O’Neill schrijft geschiedenis, dat staat vast. Toen de Unionistische partijen – de radicale DUP en de iets gematigder UUP – 26 jaar geleden instemden met de machtsdeling in Noord-Ierland, gingen ze ervan uit dat hun kant steeds wel de premier zou leveren.
Dat was ook zo tot de verkiezingen van mei 2022 toen de DUP 3 zetels verloor en met 25 zetels (van de 90) achter Sinn Fein kwam dat zijn 27 had behouden en daarmee – zonder winst – toch eerste werd. De grote winnaar van die verkiezingen voor de Stormont, het Noordierse parlement, was Alliance (van 8 naar 17 zetels) dat al decennia pleit voor verzoening. Maar Sinn Fein levert de premier, de DUP de vice – Emma Little-Pengelly van de DUP.
Belfast kreeg maandag zeer symbolisch bezoek: tegelijk Rishi Sunak, premier van het (nog) Verenigd Koninkrijk en de Ierse premier Leo Varadkar. Premier O’Neill maakte de Brit al onmiddellijk duidelijk dat de 3.3 miljard pond die Londen voor Noord-Ierland uittrekt, ruim onvoldoende is. De voorbije twee jaar werd vanuit Londen geregeerd met een beperkt budget, “a punishment budget’ (strafbegroting) klaagde men in Belfast.
O’Neill weet dat de kiezers, niet allen de hare, vooral verwachten dat er na de lange pauze echt werk wordt gemaakt van economische groei, dat vooral de openbare diensten weer wat op peil komen en dat er iets wordt gedaan aan de infrastructuur. Dat zijn de belangrijkste kopzorgen van de Noord-Ieren, Republikein of Unionist, katholiek of protestant of vrijzinnig.
Koloniale restant
Mary Lou McDonald, voorzitster van Sinn Fein – wat één partij is voor zowel de Ierse Republiek als Noord-Ierland – zag maandag al een referendum in zicht over de hereniging van Noord-Ierland met de Ierse Republiek. Noord-Ierland is tenslotte een restant van het Brits kolonialisme in Europa zelf.
Dat het hier om een koloniale kwestie gaat, wordt door veel Ieren zo aangevoeld; dat Noord-Ierland in 1922 werd losgemaakt van de rest was een van die vaak gebruikte koloniale ingrepen om toch nog iets over te houden. Vandaar ook dat in Ierland sterk wordt meegeleefd met de Palestijnen als slachtoffers van kolonialisme.
Dat er ooit een referendum over hereniging zou komen, is voorzien in het Goedevrijdagakkoord. Maar de termen zijn vaag. Er zal wel geen referendum komen zolang er in peilingen geen duidelijke meerderheid is voor eenmaking. Op grond van de huidige peilingen kunnen we ervan uitgaan dat er de komende decennia geen referendum zal komen, beloofde de Britse regering aan de DUP.
Decennia is wel erg lang. Mary Lou McDonald ziet het eerder binnen tien jaar. Nu zou er wellicht geen meerderheid zijn, maar allerlei factoren werken in die richting.
In het Brexit-referendum van juni 2016 stemde een nipte meerderheid van Noord-Ieren, 51 %, tegen Brexit. Toen de toepassing van Brexit struikelde over de grens tussen Ierse Republiek en Noord-Ierland, werkten Londen en Brussel een regeling uit die moest beletten dat er weer een fysieke grens zou komen tussen de Republiek en Noord-Ierland. Dat laatste kreeg binnen de EU een zeer speciaal statuut waardoor de goederen met bestemming Noord-Ierland uit de rest van het Verenigd Koninkrijk op zee worden gecontroleerd. Tot woede van de Unionisten die er een reden in zagen om mee te regeren. Want daardoor werd de regio losgekoppeld van het Verenigd Koninkrijk.
Republiek lokt
Maar door dat apart statuut is Noord-Ierland hoe dan ook nauwer verbonden geraakt met de Republiek. En die Republiek doet het economisch veel beter dan Noord-Ierland. De Ieren van de Republiek zijn veel welvarender, en menig Noordier, van welke gezindte ook, vindt dat men beter arm kan zijn in de Republiek dan in het Koninkrijk.
Ook demografische factoren gaan, langzaam, in de richting van hereniging. Het percentage ‘katholieken’ (gelovig of niet, het is meer een etnische term) – die overwegend Republikeins zijn – stijgt. En bij jonge Noordieren is er een uitgesproken meerderheid voor hereniging, de ontkerstende Republiek is ook cultureel aantrekkelijker geworden. Bij een recente peiling zei 57% van de 18 tot 24-jarigen voor onmiddellijke hereniging te zouden stemmen. Bij de rest ligt dat minder duidelijk, er is geen meerderheid om nu te stemmen, maar later, misschien wel of zeker wel.
Mary Lou McDonald hoopt de hereniging een flinke duw te kunnen geven als zij eerste minister van de Republiek wordt. De twee historische rivalen in Dublin, Fianna Fáil en Fine Gail (van Varadkar) moesten in 2020 noodgedwongen in coalitie om Sinn Fein (grootste partij met 24 %) buiten te houden.
De volgende verkiezingen zijn in maart 2025. Recente peilingen geven Sinn Fein 28 tot 30 %. Deze links-nationalistische partij voert daar vooral campagne rond economische en sociale problemen, onder meer tegen de sterk toegenomen ongelijkheid.