In de Duitse deelstaten Saksen en Thüringen wordt op 1 september een nieuw deelstaatparlement gekozen. Op 22 september volgt Brandenburg. Zullen het uiterst-rechtse Alternative für Deutschland (AfD) en de linkse Bündnis Sahra Wagenknacht (BSW) volop profiteren van het Oostduitse ressentiment? Van het gevoel door de welvarende rest te worden misprezen?
Na de DDR
Na het verdwijnen van de DDR (Oost-Duitsland) in 1990, werd de Oostduitsers voorgeschoteld dat ze snel op Westduits levensniveau zouden komen. Bij de hereniging kwam er de Treuhand Anstalt, onder leiding van de Antwerpse zakenman André Leysen, die in snel tempo de overheidsbedrijven privatiseerde. Er werd niet altijd zorgvuldig toegekeken wie de kopers waren – zoals maffiosi van de ‘Ndrangheta, het belangrijkste was dat staatsbedrijven in privé handen kwamen.
Niet iedereen in Oost-Duitsland was opgetogen over het snelle opdoeken van de DDR, daarvoor waren ze niet op straat gekomen in 1989. Maar kanselier Helmut Kohl en de Duitse ondernemers wilden geen kans verliezen, de Treuhand deed wat ze moest doen.
Sindsdien hebben veel Oostduitsers, ook jongeren, het gevoel dat ze niet echt meetellen in het herenigde Duitsland. Ze voelen zich tweedeklas Duitsers. Uiterst-rechts speelt daar met succes op in.
AfD haalde bij de Europese verkiezingen op 9 juni in de oostelijke deelstaten 29.7 %, 9% meer dan de tweede, de christendemocratische CDU. Wagenknecht haalde er met haar BSW 13.8 %. AfD haalt vooral stemmen in dorpen en kleine steden, BSW in grotere agglomeraties. Wagenknecht heeft met haar standpunt voor beperking op migratie, tegen de verwachting in, heel weinig kiezers weggehaald bij AfD, wel bij links – Die Linke (waaruit ze komt), SPD en Groenen (alhoewel die laatste nog moeilijk als links te klasseren).
Zowel AfD als BSW beklemtonen ook hun positie tegen hulp aan Oekraïne en werpen zich op als vredespartijen. In de gewezen deelstaten van de DDR is er een veel minder vijandige houding tegenover Rusland dan in de rest van het land. Vooral BSW verwijt de regeringspartijen de oorlog aan te stoken.
Saksen en Thüringen
In Saksen kwam er na de verkiezingen van 5 jaar geleden een “Kenia-coalitie”: CDU, Groen en SPD, met 67 van de 119 zetels. Volgens recente peilingen zou AfD hier de grootste worden met rond 30%, net iets meer dan de CDU en een winst van 2.5 % tegenover vorige keer. BSW wordt op 15 % geschat, Die Linke nog op 3 % – vorige keer haalde Die Linke 10 %. Groen en SPD elk nog 7 %, wat betekent dat de Kenia-coalitie zou moeten lossen.
In Thüringen (Erfurt, Gotha) ligt het erg ingewikkeld. Na veel heibel over een liberale FDP-politicus die met steun van AfD even premier werd, kwamen daar in 2021 verkiezingen om uit de impasse te geraken. Die Linke haalde 31 % en leverde de premier in coalitie met SPD en Groen – met een minderheid van 42 op 88 zetels. Dat hield stand. Maar herhaling is uitgesloten. Die Linke zou nog 14 % halen, SPD 7 % en Groen zou met 4 % uit het parlement van de deelstaat verdwijnen. Ook hier zou AfD met 29 % de grootste worden, gevolgd door CDU met 23 en BSW met 20 %.
Het betekent dat er wellicht geen meerderheid kan worden gevormd zonder ofwel AfD of BSW. Bij de CDU zijn er wel die geen aanstoot zouden nemen aan een samenwerking met AfD, maar dat gaat tegen de partijlijn in. Bovendien wordt AfD hier geleid door ultra’s, zoals enkele neonazi’s.
Op 22 september volgt Brandenburg, de deelstaat rond Berlijn. Ook daar is nu een coalitie van SPD, CDU en Groen, geleid door een deelstaatpremier van de SPD. Ook hier wordt winst voorspeld voor AfD (ca 24 %) en BSW (17%). De kans is klein dat de Kenia-coalitie de meerderheid kan behouden.