De Britse regering dreigde ermee de diplomatieke status van de ambassade van Ecuador in Londen op te schorten, het gebouw binnen te vallen en de daar gevluchte stichter van Wikileaks, Julian Assange, op te pakken en uit te leveren aan Zweden, vanwaar hij naar een dodencel of een vergeetput in de Verenigde Staten moet worden gebracht. Voor Groot-Brittannië, en het Westen in het algemeen, is oorlogsmisdaden aanklagen erger dan ze bedrijven.
Assange heeft zich de woede van het Westen op de hals gehaald door miljoenen geheime documenten, en ook foto- en filmmateriaal, te plaatsen op de website Wilileaks, waaruit blijkt dat de Verenigde Staten en andere westerse staten, op grote schaal oorlogsmisdaden hebben bedreven in o.a. Irak en Afghanistan. Daarom moet de boodschapper worden aangepakt, niet de verantwoordelijken van de slachtpartijen.
Londen is bereid daar ver in te gaan. Toen in 1984 bij een demonstratie van Libische opposanten voor de Libische ambassade in Londen een politieagente werd doodgeschoten, omsingelde de politie de ambassade – ook al is nooit bewezen dat vanuit de ambassade werd geschoten – maar van een inval was nooit sprake, ook al was de toenmalige Libische leider Muammar Kadhafi een vijand van Londen. Uiteindelijk mocht zelfs iedereen de ambassade verlaten zonder dat er een arrestatie werd verricht.
Tussen haakjes: mensen vanuit een diplomatieke vertegenwoordiging doodschieten, is niet altijd een reden om boos te zijn. Israëlische bewakers die in februari 1999 drie Koerden doodschoten tijdens een manifestatie voor het Israëlisch consulaat in Berlijn tegen de arrestatie van de Koerdische leider Abdullah Öcalan, mochten van de Duitse autoriteiten ongehinderd en onmiddellijk het vliegtuig naar Israël nemen. Meer nog toen in 2010 in Polen een Israëli werd opgepakt die betrokken zou zijn geweest bij de moord op een Hamas-leider in Dubai, vroeg Duitsland onmiddellijk zijn uitlevering op grond van het feit dat de man met een vals Duits paspoort reisde. Binnen de kortste keren zond Warschau de man naar Duitsland, waar hij cito presto op een vliegtuig naar Tel Aviv werd gezet om te voorkomen dat Dubai zijn uitlevering zou kunnen vragen.
Terug naar Assange. Berichten over misdaden op grote schaal is blijkbaar onvergeeflijk. Volgens Londen zou dat de bestorming van de ambassade, om de klokkenluider op te pakken en via Zweden naar de VS te sturen, kunnen rechtvaardigen. Waarbij Groot-Brittannië laf optreedt. Het had Assange zelf kunnen proberen uitleveren aan Washington, maar onder de bestaande Britse rechtsregels zou dat zo goed als onmogelijk zijn. Daarom heeft Zweden, waar de uitleveringsregels uiterst soepel zijn, die taak toebedeeld gekregen. De kapstok is een vermeende verkrachtingszaak, waarin Zweden de uitlevering van Assange voor ondervraging – iets was gemakkelijk in Londen zou kunnen gebeuren – heeft verkregen.
Londen is nu bereid verder te gaan dan destijds tegen de Libiërs. Het springt, met zijn dreigement van bestorming, licht om met begrippen als soevereiniteit en internationaal recht.
Een buitenlandse ambassade binnenvallen, of ermee dreigen, heeft totnogtoe zelfs geen van alle mogelijke gruweldaden beticht communistisch regime of een als “schurkenstaat” gedoodverfd land ooit gedaan. Zo kon de Hongaarse kardinaal Jozsef Mindszenty, zich jarenlang schuil houden in de Amerikaanse ambassade in Boedapest, waar hij in 1956 politiek asiel was komen vragen. Door tussenkomst van het Vaticaan bij de Hongaarse regering kon de kardinaal in 1971 uiteindelijk de ambassade en het land verlaten. Ook diplomaten genieten onder de Conventie van Wenen diplomatieke onschendbaarheid.
Er zijn inmiddels echter precedenten gecreëerd. Het Westen acht zich, als het in zijn kraam past, niet meer gebonden door het internationaal recht. Na de invasie van Irak in 2003 werden herhaaldelijk Iraanse diplomaten in dat land opgepakt en maanden, zelfs jaren, vastgehouden door Amerikaanse soldaten. Zonder dat de “vrije” westerse pers zich daar druk om maakte. Het bekendste geval is dat van vijf Iraanse diplomaten in Erbil, de hoofdstad van Iraaks Koerdistan, die in 2007 werden gearresteerd bij een Amerikaanse raid op hun kantoor.
Ook Israël lapt de regels aan zijn laars. Zo werd de Egyptische ambassadeur in Israël bij manier van spreken ooit eens uitgekleed en zijn wagen onderzocht en zo goed als ontmanteld toen hij de Israëlisch-Egyptische grens wou oversteken. Ook de diplomatieke onschendbaarheid van Europese diplomaten wordt door Israël geregeld met de voeten getreden, zonder dat Europa daar wat aan doet.
De behandeling van een getuige – Assange is nog altijd geen verdachte in Zweden, waar hij tot dusverre ook nog van niets beticht is – staat echter in schril contrast tot de laksheid tegen vrienden van het Westen die verdacht worden van ernstige misdaden. Ook daar bestaan mooie voorbeelden van. In 2008 kwam de BBC er achter dat de autoriteiten drie jaar eerder de Israëlische generaal Doron Almog, tegen wie een arrestatiebevel wegens oorlogsmisdaden was uitgeschreven, lieten ontsnappen. Palestijnen hadden de Londense politie gevraagd de man op te pakken wegens de vernietiging van meer dan 50 Palestijnse huizen in de Gaza Strook toen de generaal aan boord van een El Al-vliegtuig op weg was naar Londen. Toen de politie weigerde iets te doen, verkregen de aanklagers een arrestatiebevel van een rechter. In plaats van dit uit te voeren bracht de politie de Israëlische ambassade op de hoogte, die de generaal aanraadde aan boord te blijven en terug te vliegen naar Israël. Wat ook gebeurde.
De politie verklaarde nadien dat ze niet aan boord wilde gaan omdat er dan een vuurgevecht had kunnen uitbreken met gewapende Israëlische bewakers aan boord. Een ander argument was dat ze niet zeker was of ze wel aan boord mocht gaan, want dat zou een schending van de Israëlische soevereiniteit kunnen zijn. En bovendien had El Al geweigerd daar toestemming voor te geven. Ongelooflijk maar waar. Een doortastende politie zou gewoonweg de generaal gesommeerd hebben naar buiten te komen en in afwachting het vliegtuig bij manier van spreken aan de ketting hebben gelegd. Niet dus, en meer nog, de Britse minister van Buitenlandse Zaken Jack Straw bood zijn Israëlische collega zelfs nog zijn verontschuldigingen aan voor het veroorzaakte “ongemak”.
Ondertussen is het in Groot-Brittannië moeilijker geworden iemand voor oorlogsmisdaden te laten arresteren. Moest men vroeger alleen een arrestatiebevel loskrijgen bij een rechter, dan kan daar nu alleen nog worden over beslist door de Director of Public Prosecutions. Die neemt daar natuurlijk zijn tijd voor, maar daardoor wordt een arrestatiebevel niet uitgesloten. Het gevolg is dat vele Israëli’s er niet gerust in zijn. Vorig jaar nog kortte de Israëlische generaal Danny Rothschild zijn bezoek aan Londen in, toen de Israëlische ambassade hem waarschuwde dat hij gevaar liep te worden opgepakt. Om een paspoortcontrole op Heathrow te ontlopen nam de man de Eurostar naar Parijs, vanwaar hij het vliegtuig naar Israël nam. Een dag eerder had een Israëlisch parlementslid, de voormalige leider van de Arbeidspartij, Amir Peretz, om dezelfde reden zijn bezoek aan Londen vervroegd stopgezet. Andere politici, onder wie bv. Tzipi Livni, die van 2006 tot 2009 minister van Buitenlandse Zaken was, en militairen durven het gewoon niet meer aan naar Engeland te komen.
De Britten zijn niet de enigen die weinig problemen hebben met misdadigers, als die burgers van een bevriend land zijn. Hierboven is reeds de Duitse bescherming aan doders gesignaleerd. Het uitgesproken pro-Israëlische Nederland kan natuurlijk niet achterblijven. Het openbaar ministerie l
iet daar in 2008 de van marteling betichte Israëlische minister zonder portefeuille Ami Ayalon ontsnappen, door gewoon ruim de tijd te nemen om het verzoek om arrestatie te bestuderen. Het Nederlandse gerecht wachtte gewoon tot de minister vertrokken was om te zeggen dat de man geen immuniteit genoot en dat hij dus kon worden gearresteerd en dat er een onderzoek kon worden geopend. Om dat laatste, dat mogelijk bleef, te dwarsbomen besliste justitie geen onderzoek te openen omdat de minister vertrokken was en niet op korte termijn naar Nederland zou terugkeren!
Ook België ging door de knieën. In 1993 keurde het parlement een zgn. genocidewet goed, die in 1999 werd verruimd, waaronder oorlogsmisdaden, waar ook ter wereld gepleegd, in België konden worden vervolgd. Een beroemd “slachtoffer” van de wet was de toenmalige Israëlische premier Ariel Sharon, een anti-Palestijnse ijzervreter van de ergste soort, die zelfs in Israël medeschuldig werd geacht aan de massamoord in de Palestijnse vluchtelingenkampen Sabra en Chatila in Beiroet in 1982. Geen nood echter, onder druk van de VS en Israël, zwakte de liberale eerste minister Guy Verhofstadt in 2003 de wet sterk af, zodat Sharon buiten schot bleef. In een interview met de Israëlische krant Haaretz, in 2005, verontschuldigde Verhofstadt zich en zei te betreuren dat er “misbruik” was gemaakt van de wet, die volgens hem in de eerste plaats gericht was tegen landen als Rwanda. Inderdaad, niet alleen deze wet, maar ook het inmiddels opgerichte Internationaal Strafhof, houdt zich uitsluitend bezig met het berechten van zwarte Afrikanen. Over NAVO-misdaden op de Balkan en westerse misdaden in Irak, Afghanistan en Pakistan geen woord. President Barack Obama, die zich onledig houdt met het ondertekenen van blanco executiebevelen die door drones worden uitgevoerd, wordt nergens van beticht, ook niet door de mainstreampers. In plaats van een proces kreeg hij gewoonweg de Nobelprijs voor de Vrede. Zouden de leden van het Noorse comité dat Obama de prijs uiterst voorbarig toekende niet een klein beetje wroeging hebben? Het valt te vrezen van niet.