De verkiezingen van 2 oktober, de vierde op rij, hebben de politieke impasse in Sofia niet doorbroken; President Roemen Radev heeft de leider van de grootste partij, Bojko Borissov van Gerb (EVP) nog geen opdracht gegeven een regering te vormen. Radev en Borissov ruzieën over het leveren van wapens aan Oekraïne, een grote splijtzwam in de Bulgaarse politiek.
Ex-premier Borissov was als winnaar uit de verkiezingen gekomen, met 25% van de kiezers – van wie slechts 39% was opgedaagd! De partij ‘Verandering’ van Kiril Petkov, uittredend premier die in juni een vertrouwenstemming verloor, zakte naar 20% en 53 (-14) van de 240 zetels. De Beweging voor Rechten en Vrijheden, die de Turkse minderheid vertegenwoordigt, 13,7%, de uiterst-rechtse Wedergeboorte10,2 % en de SP 9,3%. Deze twee laatste zijn uitgesproken pro-Russisch.
“Oorlogsstokers”
De coalitiegesprekken worden doorkruist door de discussie rond het leveren van wapens aan Oekraïne, iets waartoe de Navo en de EU hebben opgeroepen. President Radev (SP) is daar een felle tegenstander van, terwijl Borissov als lid van de EVP wel wapens wil leveren. Volgens Radev hebben zowel Navo als EU begrip voor de Bulgaarse weigering.
De president verwijt Borissov dat hij tijdens zijn premierschap (2009-2021) heeft nagelaten de Bulgaarse strijdkrachten te moderniseren. Alleen al daardoor zijn we niet in staat wapens te leveren, aldus Radev. De president noemde de kleine Democratische Partij, die aandringt op leveren, “oorlogsstokers”. Volgens sommige media zou Bulgarije via derde landen toch munitie leveren aan Oekraïne.
Daar noch Borissov noch Petkov veel kans maken een coalitie te vormen die een meerderheid heeft, is de kans groot dat de Bulgaren in de lente van 2023 nogmaals naar de stembus worden geroepen. Met het risico dat de opkomst nog verder daalt.