In zijn artikel “Oekraïne. Wapens leveren of niet?” pleit Frank Slegters ervoor dat links de discussie over militaire steun en wapenleveranties aan Oekraïne loskoppelt van het protest tegen de oorlogskoers en militarisering in het Westen.
Maar het is juist noodzakelijk om de twee grote oorlogen waaraan Europa grootschalig wapens levert, in internationale context te plaatsen. De westerse steun aan Oekraïne is er natuurlijk niet omdat Oekraïne ‘onze vrijheid en democratie’ verdedigt. Net zo min als de oorlog in Gaza wordt gesteund vanwege een schuldgevoel over de Holocaust. Je kunt de westerse steun aan de genocide in Gaza niet begrijpen als je niet kijkt naar de strategische ligging van Israël en de rol van de Israëlische wapenindustrie in de internationale wapenproductie. Je kunt de steun voor de oorlog in Oekraïne niet begrijpen als je niet naar de internationale context kijkt.
De propagandistische waarde van de Oekraïne-oorlog voor het legitimeren van grote bewapeningsuitgaven en afbraak van wapenexportcontrole is een belangrijke reden voor de grootschalige en uiterst kostbare militaire steun. Ook de feedback vanuit de Oekraïense oorlogservaring voor wapenindustrie en militaire strategie is van groot belang voor hoe de NAVO zich nu ontwikkeld. Het is niet realistisch om te menen dat nu wordt geïnvesteerd in nieuwe wapenproductie voor Oekraïne en dat die productie wordt afgebouwd als de oorlog ooit voorbij is. Dat gaan aandeelhouders nooit accepteren; die fabrieken zullen dan voor internationale export gaan produceren. Steun aan wapenleveranties voor Oekraïne is onlosmakelijk verbonden met de versterking van de westerse wapenindustrie.
De enorme aandacht en de enorme uitgaven voor de oorlog leiden gevaarlijk af van de heel acute dreiging van de klimaatcrisis. Daar zal de fossiele industrie niet rouwig om zijn. Intussen wordt de Oekraïners de militaire overwinning als een worst voorgehouden. Terwijl het land feitelijk aan de verliezende hand is.
Als er twee jaar geleden was onderhandeld zouden de Oekraïners een betere uitgangspositie hebben gehad. Voorstanders van militaire steun wijten het Oekraïense verlies aan te weinig wapens, maar alleen met bewapening op wereldoorlogschaal en nog meer NAVO-deelname zal het enorme Rusland door het kleine Oekraïne kunnen worden verslagen. Het is zeer waarschijnlijk dat de oorlog zal eindigen in gebiedsverlies voor Oekraïne , en dan zijn al die jongens voor niets in hun loopgraven gestorven.
En zelfs in het onwaarschijnlijke geval dat Oekraïne alle grondgebied van voor 2014 kan terugveroveren, dan nog is het land veel verloren. Een oorlog gaat over meer dan militaire overwinningen en grondgebied, er wordt een samenleving geofferd. Hoe langer het geweld duurt, hoe meer sociale structuren en democratie worden ondermijnt. Je kan Poetin daar de schuld van geven, maar het is ook een gevolg van de keus om het land door militaire behoeften te laten regeren.
Er zijn aan beide zijden meer dan een half miljoen slachtoffers. Over de slachtoffers aan Russische kant – voor een groot deel afkomstig uit de meest kansarme groepen – hoor je de linkse voorstanders van wapensteun niet. Internationale solidariteit is vervangen door nationalistische solidariteit, compleet met geel-blauwe vlaggen over profielfoto’s.
Oorlogen worden niet gevoerd tussen het goede volk en het slechte volk. Er is niet zoiets als ‘volk’ of ‘natie’. Machthebbers weten ons te verdelen op grond van dat soort mythen om hun macht en rijkdom te bestendigen. Links moet werken vanuit een internationale antimilitaristische visie waarin geen plaatst is voor de wapens en oorlogspropaganda van de rijken.
Wendela de Vries
Stop Wapenhandel