Dat we dagelijks onze zenuwen op de proef stellen in de aanhoudende files op onze wegen, dat weten en voelen we best. We zien heel wat oorzaken voor die files. Eén daarvan is natuurlijk dat er aan de wegeninfrastructuur sinds een halve eeuw weinig is veranderd, op wat lapwerk na, terwijl het autopark al die jaren sterk is gegroeid. Maar er is meer.
Wie in de week van op een brug het verkeer op de autowegen bekijkt, merkt dat één tot twee rijstroken vaak worden ingenomen door eindeloze rijen vrachtwagens. Op de ringen rond Brussel en vooral Antwerpen moeten personenwagens daar niet zelden gevaarlijk tussenin laveren.
Die toevloed van vrachtwagens is grotendeels het gevolg van de invoering van het “just in time” systeem door vele bedrijven. Dat systeem was het gevolg van de winstmaximalisering die de aandeelhouders van die bedrijven wensten. De bedrijfsvoorraden staan niet langer in bedrijfsdepots, maar rijden nu in vrachtwagens rond op de wegen.
Al in 1989 beloofde toenmalig EG-commissaris voor Transport Karel Van Miert die toenemende stroom van vrachtwagens zoveel mogelijk van de weg te halen. Binnenvaart en spoorwegen zouden daarvoor zorgen. Andere beleidsmakers bewezen en bewijzen sindsdien regelmatig lippendienst aan die beloften. Maar het “just in time”-systeem werd onberoerd gelaten.
Die mobiliteitsevolutie moest aanvaardbaar worden voorgesteld. Er hoorde een ideologietje met groene tinten bij. In de discussie over de mobiliteit hoorde je zelden over het “just in time” systeem en de winstmaximalisering die daar achter zit. Terwijl de bedrijven tienduizenden vrachtwagens de weg opstuurden, praatten politici en journalisten de mensen de opvatting aan dat “we” teveel met onze auto rijden. Daar werd dan vaak verwezen naar het fameuze ritje met de auto naar een vlakbij gelegen bakker. Alsof zoveel Belgen dat ritje maken, en alsof dat een belangrijke reden is voor de verkeers- en milieu-problemen. Maar de gewone chauffeur werd wel geculpabiliseerd, terwijl de grote vervuilers en file-makers buiten schot bleven.
En tenslotte: de winstmaximalisering heeft heel wat bedrijven ertoe gebracht te verhuizen naar bedrijfsterreinen even buiten de stad. Doordat die vaak nauwelijks te bereiken waren met het openbaar vervoer, werden duizenden werknemers gedwongen de trein of bus in te ruilen voor hun privé-auto. Alleen zo konden ze het werk nog bereiken zonder dat dit onhoudbaar veel transporttijd opslorpte. Ook dit heeft gevoelig bijgedragen tot het verstikken van onze wegen.