Het Belgisch budget voor ontwikkelingssamenwerking zal de komende drie jaar telkens met 10% omhoog gaan, tot het einde van de legislatuur is dat meer dan 16 miljard fr. verhoging. We lijken dan toch uit het diepe dal te kruipen. De jarenlange dalende trend wordt eindelijk omgebogen. Vraag is echter voor hoe lang.
Tegen 2004 wordt de ontwikkelingssamenwerking ook communautair opgesplitst. Dat is wat premier Verhofstadt in zijn "Stand van zaken" het parlement meegaf. De betrokken Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking, Eddy Boutmans, is met deze opsplitsing alles behalve gelukkig. Het beste aan dat akkoord is, zo zei hij, dat het pas ingaat in 2004.
Inderdaad, wat daar positief aan zou kunnen zijn, lijkt velen een raadsel. De derdewereldorganisaties langs Vlaamse kant reageerden nogal unaniem: "Dit is een maatregel die werd ingegeven door binnenlandse dynamiek niet door het belang van het Zuiden". Naar verluidt zal die opsplitsing verlopen via het ingewikkeld (deel)verantwoordelijkheidsschema van de verschillende beleidsniveaus van dit land. Ontwikkelingssamenwerking die over materies gaat die bij ons federaal liggen blijven federale bevoegdheid. Die zaken die gemeenschapsmateries betreffen gaan naar de gemeenschappen, idem dito voor de gewesten. Geen Vietnamees die daar nog aan uit kan.
SP-er Dirk Vandermaelen verwoordde met een klaar beeld hoe inefficiënt dergelijke versnippering wel zou kunnen werken. Wat kan Louis Michel nog aan politieke rol spelen in een vredesproces in Centraal Afrika, vroeg hij zich af, mocht de officiële Brusselse ontwikkelingssamenwerking programma???s financieren met Kinshasa. De Vlaamse met rebellenleider Bemba (en diens broodheren Oeganda), en de Waalse met de opstandelingen van Goma (gesteund door Rwanda).
Bovendien zijn de meeste programma???s niet meer toegespitst op één thematiek (bijvoorbeeld gezondheidszorg, bijvoorbeeld landbouw) maar gaat het om een geïntegreerde aanpak waarin verschillende aspecten op mekaar inspelen: vorming, landbouwontwikkeling, steun voor commercialisering en marketing van producten (transport), maatschappelijke opbouw, duurzame ontwikkeling ??? Deze onderdelen van hetzelfde programma behoren niet noodzakelijk tot één bevoegdheidsniveau (of federaal, of bij gemeenschappen, of bij gewesten).
Bovendien houdt het feit, dat bij ons een bepaalde bevoegdheid geregionaliseerd is, helemaal geen garantie in dat er op het betreffende niveau (gewest of gemeenschap) automatisch ook expertise aanwezig is voor wat zich voor dat domein in Kenia, Sri Lanka of Ecuador als nood stelt. Waarom dan deze operatie? In elk geval niet om de ontwikkelingsefficiëntie te bevorderen.
Maar wat mij fundamenteel lijkt, is het bijna automatische gevolg dat ontwikkelingssamenwerking sowieso nog minder zal wegen op het prioriteitenlijstje van de beleidsmensen. In plaats van een volwaardig ministerie van ontwikkelingssamenwerking te installeren, – dat minstens ook een waakhondrol zou kunnen op zich nemen, tegenover het beleid van pakweg de minister van economische zaken of die van financiën of buitenlandse zaken, – krijgen we nu een versnippering van bevoegdheden en verantwoordelijkheden, met versnipperde budgetten, en dus ook een versnipperd politiek gewicht. Want de drie, vier jongste staatssecretarissen beschouw(d)en zichzelf als ambassadeurs van het Zuiden. Dat was ooit anders: ontwikkelingssamenwerking werd (tot ver in de jaren ???80) gewoon gezien als een onderdeel van de buitenlandse relaties en de internationale handelspolitiek van dit land. Lopen we niet het risico daar naar terug te gaan?
Kijken we even naar de politieke agenda van de derdewereldbeweging. (ga maar ???s naar de site www.11.be) Vandaag zet men de financiële speculatie in het daglicht. "Stuur je pen naar de premier, en zet de Tobin-taks op de Europese Agenda" is de slogan van deze actie. Bovendien wordt deze eis versterkt door een staatssecretaris die openlijk sympathiseert met deze stelling, en met anti-mondialiseringsgedachte van de Praagse protesten. Mocht de verantwoordelijke voor het ontwikkelingsbeleid een ministerniveau hebben dan zou de politieke draagwijdte van zijn uitspraken (en dus van de ideeën van 11.11.11) veel breder spreiden, ook in regeringskringen. Door nu de weg op te gaan van opsplitsing naar gewesten en gemeenschappen gaan we ??? zeker op het punt van politiek gewicht ??? terug naar af.
Het is dan ook toe te juichen dat de brede publiekscampagne van 11.11.11 op dit politieke luik sterk de aandacht vestigt. "Je geeft meer dan geld" zegt de affiche. En daarom is het ons te doen: de eisen voor nodige diepgaande veranderingen in de verschillende beleidsdomeinen die ook maar iets met het Zuiden te maken hebben. Maar vooral de bewustwording dat in een wereld waar kapitaalaccumulatie de centrale doelstelling is, mensgerichte ontwikkeling nooit zal kunnen bereikt worden.
Maar of het beeld van de affiche overeenkomt met de slogan, lijkt mij niet zo zeker. Het miserabilistisch beeld van een uitgehongerd kind doet wel erg "caritatief" aan, en trekt de aandacht weg van de slogan. Waarom niet een beeld tonen van de actievoerende Ecuadorianen (o.m. tegen de dollarisering van hun land) van begin dit jaar, of de acties tegen de privatisering van de waterdistributie in Cochabamba, Bolivia. Dan zou het duidelijk zijn dat onze strijd tegen de kapitalistische mondialisering en hun strijd dezelfde inzet heeft. Dan wordt 11.11.11 echt een solidariteitsgebeuren: een samengaan van belangen tussen de mensen hier en in de Derde Wereld.
Maar laat ons in elk geval volop meewerken met de acties van 11.11.11 en tonen dat ontwikkelingssamenwerking ook politiek is: de Tobin-taks moet op de Europese agenda.
(Uitpers, november 2000)