Na de Koreaanse oorlog van 1953 hebben de Verenigde Staten en Pyongyang wel een wapenstilstand getekend (27 juli 1953), maar geen vredesakkoord. De relaties zijn sindsdien gespannen gebleven, en geven de VS een welgekomen reden om 40.000 soldaten in Zuid-Korea te stationeren, mét nucleaire capaciteit. Noord-Korea van haar kant blijft met de angst leven dat de VS haar zullen aanvallen, – Noord-Korea wordt in Washington sedert begin 2002 als deel van de ‘as van het kwaad’ genoemd – en zoekt haar positie te versterken. De laatste jaren is daar een belangrijk nieuw spoor bij gekomen: de eenmaking tussen Noord en Zuid. (red.)
Sedert eind vorig jaar is de spanning nog opgelopen omdat Pyongyang liet doorschemeren aan een programma van atoomwapens te werken. Intussen is de nucleaire site Yongbyon niet langer ‘verzegeld’. Dit was met name afgesproken in het Raamakkoord van oktober 1994: Noord-Korea zag af van haar programma voor nucleaire energie en het Westen (USA, Zuid-Korea, Japan) zou een niet-nucleaire energie-installatie leveren en intussen zorgen voor voldoende petroleumbevoorrading. Het Westen heeft echter haar part niet gehonoreerd, en dus zegt Noord-Korea de nucleaire energie broodnodig te hebben. Het Internationaal Atoomagentschap werd de deur gewezen, d.w.z. dat Noord-Korea zich uit het Nonproliferatie Verdrag(2) terugtrekt.
De nieuwe Zuid-Koreaanse president, die de zonneschijnpolitiek van zijn voorganger verder wil zetten, tracht de gemoederen te bedaren. Hij ziet Pyongyang niet als een onmiddellijke dreiging, en doet er alles voor om een diplomatieke uitweg te vinden voor de huidige spanningen. Hij legt steeds opnieuw uit dat angst voor een Amerikaanse aanval, de basis vormt van de Noord-Koreaanse perceptie van de situatie. Van zijn kant blijft de VS Minister van Defensie, Donald Rumsfeld, verklaren dat Noord-Korea de grootste verspreider is van technologie voor langeafstandsraketten. Verschillende Amerikaanse leiders hebben er echter voor gepleit om een politieke uitweg te vinden, en geen beroep te doen op oorlogsgeweld. Eind april 2003 begonnen China, Noord-Korea en de Verenigde Staten gesprekken om de escalerende crisis in te dijken. Toen kwam er een officiële bevestiging van Noord-Korea dat ze het atoomwapens bezit. "De oorlog tegen Irak leerde ons dat een oorlog slechts kan vermeden worden en de veiligheid en soevereiniteit van een land maar kan gegarandeerd worden, als het over een krachtige fysieke afschrikking beschikt", heet het bij de Noord-Koreaanse regering.
Het Pentagon deelde nu onlangs mede dat het plannen heeft om de Amerikaanse troepen –14.000 soldaten – van de grens weg te trekken. In Noord-Korea vreest men hierbij dat dit een mogelijke voorbode is van een ‘preventieve’ aanval op de nucleaire installaties en de hoofdstad. Men denkt er namelijk dat de Amerikaanse troepen zich buiten bereik van het Noord-Koreaans artilleriegeschut terugtrekken, precies om te kunnen ontsnappen aan een Noord-Koreaans militair antwoord na eventuele VS bombardementen.
Tegelijkertijd zou het Noord-Koreaanse antwoord bij gebrek aan Amerikaanse doelwitten, zich dan wel moeten richten tegen Seoel, waar dan hoofdzakelijk Koreaanse slachtoffers zouden vallen. Dit zou compleet in tegenspraak zijn met de politiek van de laatste jaren om het belang van de eenmaking van de beide Korea’s te accentueren: één volk, één land, twee (economische) systemen.
In Zuid-Korea heerst er een dubbel gevoel. Er is eigenlijk een brede oppositie tegen de Amerikaanse aanwezigheid, maar opiniepeilingen wijzen erop dat een meerderheid toch de Vs troepen wil behouden. Men is er wel erg bevreesd voor een oorlog, omdat men beseft dat de Noord-Koreaanse kanonnen eigenlijk bijzonder dichtbij staan.
Intussen heeft Washington wel al gevoelig met militaire pionnen zitten schuiven. In Japan en Korea samen zijn er nu meer dan 300 Amerikaanse gevechtsvliegtuigen. Een pantserbataljon van de 1ste infanteriedivisie uit Fort Riley, Kansas, heeft zich nu in Korea gelegerd. Verschillende andere divisies houden zich klaar om naar Korea te kunnen vertrekken. Op 10 maart kwamen er 17 B-1 en B-52 bommenwerpers aan op de Andersen Air Force Base van Guam (Indische Oceaan). Marine troepen bevinden zich in Okinawa, Japan, en het oorlogsschip Carl Vinson zal in het gebied opereren.
In Amerikaanse ogen is die terugtrekking van de grenssoldaten zeer logisch. De verdediging van een frontlijn met een grote troepenmacht acht men een voorbijgestreefd idee. In een tijd waar een Brits-Amerikaans leger in drie weken Irak in kon nemen, met slechts een paar dozijn gedode soldaten in hun kamp, lijkt de strategie van een loopgravenoorlog wel absolute nonsens. "Als je over raketten beschikt die van op duizenden kilometers een vliegveld kunnen bestoken, dan is een grenstroepenmacht niet meer van deze tijd."
Maar toch blijft een oorlog tussen Noord- en Zuid-Korea een enorm risico. Men dreigt honderdduizenden slachtoffers te maken, en enorme vernielingen aan te richten. Dit moet ten allen prijze vermeden worden. Een onderhandelde oplossing is de enige uitweg.
(Uitpers, nr. 44, 4de jg., juli-augustus 2003)
(Dit artikel verschijnt ook in het juli-nummer van Vrede – Tijdschrift voor internationale politiek.)
Noten
(1) Eigenlijk gaat het om een bewerking van een artikel dat Colin Robinson schreef voor Center fro Defense Information
(2) Het Nonproliferatie Verdrag voorziet dat de ondertekenende landen die afstand doen van het atoomwapen wel ondersteund (en gecontroleerd) worden voor civiele nucleaire energie, door het Internationaal Atoomagentschap van Wenen (red.).