Een minister stapt op omdat hij zijn persoonlijke relaties niet heeft kunnen onderscheiden van zijn professionele. Zo luidt de uitleg in het communiqué van de ontslagnemende Britse minister van defensie, Liam Fox. Dit ontslag kwam er nadat er steeds meer uitlekte over de band met lobbyist Adam Werrity, en met zakenlui en organisaties die belangen hebben in de defensiesector.
Inderdaad, in een politieke wereld waarin eigenbelang zeker geen vreemd element is, vormde de totale vervaging tussen politiek en business, en het negeren van regeerakkoorden ten voordele van de eigen inzichten, vanwege conservatief Liam Fox toch een probleem vanjewelste voor premier Cameron. Deze hield tot op het laatste moment de hand boven het hoofd van zijn partijgenoot, maar moest uiteindelijk diens ontslag aanvaarden.
De zaak gaat eigenlijk over de banden van de minister en de betrokken vriend, Adam Werrity, met een reeks zakenlui, lobbyisten en Amerikaanse neoconservatieven via onder meer hun liefdadigheidsfonds, Atlantic Bridge. Een groot aantal personen die betrokken zijn bij dit charity fund – ze zaten in het bestuur, de dagelijkse leiding, of hadden er een arbeidscontract – waren lobbyisten en advocaten die banden hebben met de defensie-industrie en met energiegroepen. Sommigen anderen waren invloedrijke zakenlui in de defensiesector, of vertegenwoordigers van de gokindustrie.
Het liefdadigheidsfonds van Liam Fox werd opgedoekt in 2010 na een kritisch rapport vanwege de Charity Commission. De commissie was van oordeel dat de belangrijkste doelstelling van de liefdadigheid alleen draaide om het promoten van een politiek beleid dat nauw verbonden is met de Conservatieve Partij. In de Angelsaksische landen mogen liefdadigheidsorganisaties niet aan politiek doen.
Atlantic Bridge had een partnership met de American Legislative Exchange Council, die financiële steun krijgt uit de farmaceutische wereld, uit de oliesector en van wapenproducenten. Een belangrijke geldschieter is de Koch Charitable Foundation wiens stichter, Charles G. Koch, een van meest genereuze donateurs is voor de Tea Party movement. Deze onthullingen hebben vragen doen rijzen over de rol van Liam Fox, die voorzitter was van de adviesraad van Atlantic Bridge, alsook over de rol van vier Britse leden van deze raad: minister van buitenlandse zaken William Hague, minister ven financiën George Osborne, minister van werk en pensioenen Chris Gayling en staatssecretaris voor onderwijs Michael Gove.
Atlantic Bridge kreeg geld van invloedrijke zakenlui als Michael Hintze, groot donateur voor de Britse Conservatieve Partij. Hintze leidt een hedge fund, CQS, met investeringen in toeleveringsbedrijven voor het ministerie van defensie. Een andere geldschieter is Poju Zabludowics, voorzitter van het Britisch Israel Communications and Research Centre en baas van een Amerikaanse munitiebedrijf. Verder is er nog de Good Governance Group, een privé-beveiligingsfirma opgericht door de Zuid-Afrikaanse zakenman Andries Pienaar, die ook een investeringsfirma leidt, C5 Capital, met investeringen in de defensie-industrie.
Er kwamen nieuwe beschuldigingen aan het adres van Liam Fox dat hij een eigen buitenlands beleid voerde nadat bleek dat hij een privé-investeringsfirma voor Sri Lanka had opgericht in duidelijke breuk met het officieel geldend beleid van Londen. Adam Werrity was de sleutelfiguur in dit dossier. Deze Sri Lankan Development Trust zou de infrastructuur in het land heropbouwen en liefdadigheidsprojecten uitvoeren voor Tamil gemeenschappen. Mensenrechtenorganisaties waren er bijzonder over bezorgd dat defensieminister Fox zijn invloed zou aanwenden om de uitvoerbeperkingen op wapens naar dit land te trachten te milderen. In de feiten werden deze beperkingen nog verstrengd omwille van de overvloed aan bewijs van mensenrechtenschendingen door het Sri-Lakaanse regime. Het optreden van Fox werd gezien als een steun aan het regime dat een onderzoek weigerde naar de beschuldiging van moord op duizenden Tamil burgers op het eind van de burgeroorlog, en weigerde over te gaan tot een breder politiek akkoord met de Tamil bevolking. Naar verluidt heeft deze Sri Lanka Development Trust niet veel meer gedaan dan de kosten betaald voor drie reizen van Fox naar dit land.
Een ander dossier dat bijdroeg in de negatieve spiraal rond Liam Fox betreft een soort chantage ten opzichte van de algemeen directeur van het multinationaal conglomeraat 3M. Een spin-off onderneming van het Britse ministerie van defensie, Ploughshares Innovations, had samen met Porton Capital een technologie ontwikkeld tegen ziekenhuisbacteriën, die ze verkochten aan het Amerikaanse 3M in 2007. Om een conflict rond achterstallig betalingen vanwege 3M te doen opschieten dreigde de directeur van Porton Capital ermee zijn invloed aan te wenden om een recent toegekende Britse adellijke titel aan de 3M-baas, te doen intrekken. Kennelijk was de centrale figuur in deze chantage de vriend van Liam Fox, Adam Werrity, die zich op zoveel plaatsen door liet gaan voor de adviseur van de minister.
Wat blijkbaar de minister de das om deed, is de schaal van het ‘over de schreef gaan’ alsook de botte immoraliteit van een gerespecteerd leider. Terwijl kabinetsmedewerkers niet op de hoogte waren, ging een vriend van de minister volop en vrij zijn gang in naam van de minister om puur eigenbelang. Toen dit alles aan het licht kwam, moest ook premier Cameron de bescherming over zijn minister van defensie opgeven. Er komen nu beschuldigingen aan zijn adres dat hij deze geheime rechtse agenda rustig heeft toegelaten in de partij en in het kabinet. Hoog tijd voor wat afleidingsmanoeuvres?
(Uitpers nr. 136, 13de jg., november 2011)