Islamisme in Frankrijk (1)
De moordenaars van Charlie Hebdo hebben navolging. Een jongeman van 18 heeft een leraar geschiedenis onthoofd nadat die een les had gegeven rond vrije meningsuiting en daarbij de karikaturen van de profeet Mohammed had getoond. Zoals een medewerker van Charlie op het proces tegen de moordenaars onlangs zei: die vrijheid heeft na de moord van begin 2015 een zware klap gekregen, en een deel van links is daar mee schuldig aan.
“Separatisme”
President Emmanuel Macron was snel ter plaatse. De moord op de leraar komt er terwijl de regering een wet aan het schrijven is tegen “les séparatismes”, ingekleed als een wet over “la laïcité et les libertés” (het lekenkarakter van de staat en de vrijheden).
Separatisme, je zou denken dat enkele radicale Bretoenen of Basken zich van La République willen afscheuren. Maar het gevaar zit elders, in getto’s waar onder meer islamistische groepen, zoals de Moslim Broeders, op hun manier separatistisch zijn door gemeenschappen zoveel mogelijk buiten de Franse samenleving te houden. Getto’s met alleen satelliet-tv waar jongeren de eigen sociale media volgen en eigen sportclubs hebben.
Macron laat er geen twijfel aan bestaan wie hij bedoelt met separatisten, namelijk de islamistische groepen die vooral in de getto’s aansturen op een breuk met alles wat met “la République” heeft te maken.
Het gaat meestal om Arabische groepen, maar onder impuls van Ankara zijn ook Turkse nationalistische en islamistische bewegingen steeds actiever op het terrein. De Turkse president Erdogan gebruikt die groepen ten andere als chantagemiddel in de opgelopen spanning tussen Turkije en Frankrijk – zoals hij dat ook, met succes, doet tegenover Duitsland.
De jongste tijd zijn ook Tsjetsjeense benden, die vaak te maken hebben met georganiseerde misdaad, erg actief om met islamistische vlag hun terrein te verdedigen. In de moord in Conflans-Sainte-Honorine (ooit bolwerk van de socialistische politcus Micheld Rocard) gaat het om een Tsjetsjeen.
Overdacht project
“Wat we moeten bestrijden, is het islamistisch separatisme. Het gaat om een zeer bewust, overdacht, politiek-religieus project dat zich uit in het voortdurend verwerpen van de waarden van de Republiek en vaak in het opbouwen van een afgescheiden samenleving met de ontscholing van kinderen en gecommunautariseerde sport- en culturele activiteiten… Het gaat om een hersenspoeling, het verwerpen van onze principes over gelijkheid tussen man en vrouw, over de menselijke waardigheid”. Deze ideologie stelt dat de eigen wetten boven die van de Republiek staan, met verwerping van vrije meningsuiting, van gewetensvrijheid, van het recht op blasfemie.”
De president beschrijft een fenomeen dat toch al enkele decennia bestaat en deze eeuw sterk is aangezwollen. Macron geeft toe dat men al zeer lang de ogen heeft gesloten voor de activiteiten van staten en organisaties die dat inspireren en financieren. Hij vermeldt het wahhabisme, salafisme, de Moslim Broeders…
Geen woord over de vrienden die daar achter zitten zoals Saoedi-Arabië (wahhabieten) of Qatar (Mosliom Broeders), want dat zijn goede klanten van onder meer de Franse wapenindustrie, terwijl een van Macrons voorgangers, en zijn vriend, Nicolas Sarkozy, zeer nauwe banden had en heeft met Qatar.
Getto’s
Dat de overheid liet betijen, verklaart voor een deel dat die bewegingen zich zo makkelijk konden inplanten. Ook het koloniaal verleden van Frankrijk weegt nog door, er zijn nog altijd niet verwerkte trauma’s, vindt Macron. Hij geeft daarnaast toe dat vooral de gettovorming in zoveel Franse steden dat erg in de hand werkte. “We weten heel goed dat we een concentratie van ellende en problemen hebben geschapen”, aldus de president.
Zoals al zijn voorgangers heeft ook hij al een project voor ‘les faubourgs’, voor de voorsteden met zware problemen. Maar op het terrein is van die bezorgdheid erg weinig te merken. Vanzelfsprekend is dat zeer vruchtbaar terrein voor islamistische groepen die makkelijk kunnen aantonen dat “la République” voor de bewoners van die getto’s alleen maar blabla is, dat er in die wijken geen goede jobs komen, dat de openbare diensten en vervoer lamentabel zijn. Zij profiteren met andere woorden van de enorme laksheid van de opeenvolgende regeerders.
Charlie
Laksheid en voor een deel van links zelfs medeplichtigheid. De vrouwen uit de getto’s die begin deze eeuw ‘Ni putes ni soumises (geen hoer, geen onderdrukte) oprichtten, vonden links weinig gehoor, enkele kwamen bij rechts terecht. Fadela Amara werd staatssecretaris Stedelijk Beleid in de rechtse regering Fillon. Feministische groepen, ook bij ons, vonden het een prioriteit op te komen voor het recht om een hoofddoek te dragen…
Medeschuldig, zo klonk het alvast uit de mond van Fabrice Nicolino die bij de aanslag van 7 januari 2015 op Charlie Hebdo één kogel in de buik en twee in de benen kreeg. Hij overleefde het. Op een zitting van het proces vorige maand ontplofte zijn woede: “Waar zitten de soldaten van de vrijheid? Die grote geesten die de vrijheid in Wit-Rusland verdedigen. Maar middenin Parijs werkt een blad in staat van beleg en dat kan de rest van de journalisten niet schelen”.
Hij en Riss, die Charlie sinds de aanslag leidt, vertelden hoe Charlie de jaren vóór de aanslag geïsoleerd stonden in zijn aanklachten tegen het ‘islamitisch fanatisme’. Charlie publiceerde in 2006 een karikatuur waarop de profeet klaagt dat het hard is om aanbeden te worden door onnozelaars (“aimé par des cons”). Er kwam een proces dat Charlie won, maar vanaf dan namen de bedreigingen toe.
In 2011 werden de lokalen in brand gestoken. Vier dagen later ondertekenden 20 intellectuelen een petitie …tegen Charlie. We werden beschuldigd een racistisch, want islamofoob, blad te zijn… terwijl we genoeg hadden bewezen aan welke kant te staan. We steunden volop de zaak van de Palestijnen, bij voorbeeld. “De blindheid en de enorme domheid van al degenen die weigerden de evidentie te zien… Het is zoals degenen die tussen de twee wereldoorlogen niet begrepen wat het fascisme was…Die lieden hebben het terrein geëffend voor de aanslag. We zullen het hen nooit, nooit, nooit vergeven”. Daar komt het inderdaad op neer, de blindheid van een deel van links om te zien dat de islamistische projecten een uiterst-rechts gevaar zijn.
Censuur
Die blindheid is compleet bij de “progressieve” identiteitsdenkers die op de eerste plaats alle blanke mannen belasten met de erfzonde, namelijk dat ze blanke mannen zijn, bovendien meestal heteroseksueel en dus hoe dan ook schuldig aan de onderdrukking van alle anderen.
Die blindheid werkt uiterst-rechste islamisten natuurlijk heel sterk in de hand. Want zij zijn onschuldig, zij voeren in se een strijd van onderdrukten tegen onderdrukkers. De pijlen van deze “linkse identitaires” richten zich tegen die zogenaamde onderdrukkers. Die zijn schuldig omdat ze bij voorbeeld een toneelstuk van Aeschylus opvoeren met ‘black faces’ (zoals in het origineel waarin het geen enkele racistische inslag had).
Censuur, en zeker zelfcensuur, grijpt sinds de aanslag tegen Charlie wereldwijd, en bij ons, om zich heen, de nieuwe preutsheid leidt ertoe oude meesterwerken te bedekken of weg te stoppen om geen minderheden te schokken. Soms lijkt het Vaticaan, die penissen van beelden deed wegkappen, aan het werk.
Het is in België niet beter. Aan Franstalige kant zien we dat PS en Ecolo de deur openzetten voor islamistische milieus, de PVDA is discreet. Om electorale redenen? Zie aflevering 2
En intussen spint uiterst-rechts garen.