Koerdische actie voor Öcalan
Het Europees Parlement in Straatsburg trekt betogers aan van alle obediënties: dokkers, fruitboeren, Iraanse ballingen, Catalanen, en al wie zich verwaarloosd of genégerd voelt in eigen streek. Deze week was het weer raak. Vanop de bezoekerstribune onderbrak een vijftiental Koerden, aanhangers van de onafhankelijkheidspartij PKK, met luid gejoel en gele vlaggen het aflopend debat over de Fit for 55. Ze eisten de vrijlating van hun leider, Abdoellah Öcalan.
Totale verwarring, al werd al in de morgen in kleine groepjes betoogd op de toegangsweg naar het Parlement. Maar dat de Koerden als gecontroleerde bezoekers zomaar de vergadering konden stilleggen, was ongehoord. “De bel was al gegaan voor de middagstemmingen”, zei de geschokte Duitstalige verkozene uit Eupen Pascal Arimont (EVP). Dan stromen er zowat zeshonderd parlementsleden toe. “We waren al binnen met tweehonderd, toen het pandemonium begon. In het Koerdisch en het Engels brulden ze slogans tegen de Turkse president Erdoğan, en riepen ‘Freedom for Öcalan’, zwaaiend met vlaggen waarop zijn beeltenis stond”.
Nu heeft Straatsburg al lange tijd een grote Koerdische gemeenschap, die heel actief is. Elk jaar houden ze een grote bijeenkomst voor het parlement op 15 februari, de dag waarop de Turkse geheime dienst met medewerking van de CIA Öcalan ontvoerde uit de Keniase hoofdstad Nairobi. Die dag verzamelen duizenden Koerden uit heel Europa voor het Parlement en voor het belendende gebouw van de Raad van Europa. Voor dat pand houden nog dagelijks enkele Koerden de wacht om aandacht op hun zaak te trekken.
Öcalan
Öcalan (letterlijk vertaald: “De Wreker”) leidt al sinds hij het manifest De Nationale Weg naar een Koerdische Revolutie in 1977 publiceerde, de marxistische Koerdische Arbeiderspartij (PKK). Twee jaar later moest hij zijn heil zoeken in Syrië, waar hij guerrillero’s ging opleiden. Vanaf 1984 begon een bloedige strijd in het zuidoosten van Turkije voor een eigen, onafhankelijke staat. Vanuit bases en Libanon en Syrië, dat hem in 1998 uitwees, werd hij de onbetwiste leider van het verzet tegen Turkije. Daarna zocht hij tevergeefs asiel in Europa.
Zijn gevangenneming tartte alle wetten van de rechtsstaat. Hij werd in eenzame opsluiting overgebracht naar het eilandje Imrali. Hij kreeg de doodstraf, maar die werd niet uitgevoerd omdat ze in 2002 werd afgeschaft. Pas na een vernietigend verslag van het Europees Comité tegen Foltering (2009) en een uitspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (2014) kreeg hij een betere behandeling. Hij verzachtte intussen zijn eisen en gaf de PKK zelfs de opdracht vredesonderhandelingen op te starten. Die hebben tot vandaag niets opgeleverd, mede omdat Erdoğan geen brood ziet in een vredesregeling. Hij verliest dan een belangrijk verkiezingsargument: de binnenlandse bedreiging.
Daardoor zijn nieuwe aanslagen en sporadische gevechten opnieuw aangezwengeld. Vorige week nog besloot de PKK tot een tijdelijke wapenstilstand na de vreselijke aardbevingen. Die deden zich in hoofdzakelijk Koerdisch gebied voor. Ze zagen ook af van hun traditionele optocht in Straatsburg.
“Gevaarlijk”
Maar ongehoord wilden ze niet blijven. Vandaar de actie in het halfrond. Pascal Arimont: “Ik ben een tiental minuten gebleven. Maar toen werd het echt gevaarlijk: een aantal Koerden klom over de plastic omheining, één meisje dreigde zich te pletter te laten vallen als de toegeschoten deurwaarders zich niet zouden terugtrekken”. De eigen brandweer van het parlement bracht snel matrassen aan om een mogelijke val op te vangen, maar ook die moesten van de betogers weggehaald worden. “Het werd echt gemeen, er waren lijf- aan lijfgevechten met de deurwaarders, de toestand liep uit de hand. Ik ken de suppoosten goed, mijn vriend Cataldo bij voorbeeld raakte in een vuistgevecht betrokken”.
De aanwezige parlementsleden keken verbijsterd toe, maar haalden al snel hun smartphones boven om het gebeuren te filmen. Het intern circuit was meteen afgesloten en toonde geen beelden. “Zo hoort het ook”, zei Arimont. “Dat doe je toch niet, zo’n opstoot filmen ? Je geeft ze dan nog de aandacht die ze niet verdienen, want vanop de tribune geldt dat je niet mag tussenkomen. Gelukkig hield de voorzitter het hoofd koel. Hij verzocht alle al aanwezige parlementsleden rustig om het halfrond te verlaten”. Hilde Vautmans (Renew) bevestigt dat.
Gesprek
Daarna werd de informatie mistig. Zeker is dat parlementsvoorzitser Roberta Metsola een gesprek aanging met de betogers. Ze werd vergezeld door de Duitse groene Sergey Lagodinsky, de Italiaan Giuliano Pisapia (S&D), en twee collega’s van verwante afkomst, de Zweedse Evin Incir (S&D) en de Bulgaar Ilhan Kyuchyuk (Renew). Ook het Centre Démocratique du Peuple Kurde (CDPK), een hulporganisatie in Straatsburg, stuurde een afgevaardigde mee om de gemoederen te bedaren. De stemming werd niettemin drie uur uitgesteld.
Achteraf verklaarde Metsola dat de betogers uiteindelijk naar buiten zijn geleid en dat het om een onaanvaardbare vorm van protest ging. “Dit Parlement gaat er prat op de vrijheid van mening en protest te verdedigen, maar elke uiting dient de interne regels te respekteren en de demokratische debatten nooit te schaden”. CDPK verklaarde niet te weten wie de indringers waren. Misschien zijn de Koerden inderdaad wanhopig omdat hun bede, zelfs na 24 jaar, ongehoord blijft ?
Arimont: “Kan zijn, maar ik ben niet gerustgesteld. Teveel mensen die hier niet horen, lopen met een pasje binnen. Lobbyisten, bezoekers, ik heb er nooit zoveel gezien als de voorbije twaalf maanden. Moet er dan eerst iets ergs gebeuren ? Je kon zoals in een voetbalstadion de agressiviteit ruiken en voelen”. De meeste bezoekersgroepen volgen overigens braafjes de instructies op, ze mogen maar in bepaalde delen van het gebouw komen.
Toch was het al raar dat journalisten volledig gecheckt werden – met de spiegel onder de auto, in de koffer, in tassen en rugzakken, in broeksband en laptop – maar bezoekers vrij vlotjes konden doorlopen. “En waar bleven de veiligheidsdiensten dan ?”, werpt Arimont op. “Ik heb geen enkele agent gezien. Het werk overlaten aan de deurwachters, echt niet netjes”. En of er misschien MEPs waren die hulp gaven aan de Koerden ? “Ik sluit dat niet uit”. In elk geval zal het niet Willy Kuijpers geweest zijn: zijn Europese inzet bleef beperkt tot 1984-1989. En hij is overleden in 2020.